Schriftelijke vragen en antwoorden Questions et ... - de Kamer

QRVA 52 9708-03-20104473. Hoeveel netwerken van mensenhandel werden opgerold?4. Wat waren de voornaamste landen van herkomst vande mensensmokkelaars?5. Hoeveel onderzoeken naar schijnhuwelijken werdende afgelopen vijf jaar geopend?Antwoord van de minister van Binnenlandse Zakenvan 08 maart 2010, op de vraag nr. 238 van de heervolksvertegenwoordiger Michel Doomst van29 december 2009 (N.):1. Voor september 2005 maakte de wet geen onderscheidtussen mensenhandel en mensensmokkel. De daders vanbeide misdrijven werden vervolgd op basis van de wet opde mensenhandel van 1995. Het aantal gevatte mensensmokkelaarsin 2004 en 2005 is niet voorhanden.In 2006 intercepteerde de politie 78 mensensmokkelaars.In 2007 en 2008 ging het om respektievelijk 222 en 229mensensmokkelaars.2. De politie vat de mensensmokkelaars ofwel op heterdaadwanneer ze vluchtelingen smokkelen of begeleiden,ofwel in hun verblijfplaats na een doorgedreven onderzoek.In de laatste groep vinden we ook de organisatorenvan schijnhuwelijken.In het eerste geval gaat het om plaatsen waar de politieook groepjes mensen in onwettig verblijf interpelleert. Hetgaat onder meer om de luchthavens (nationale of regionale),de kusthavens, de treinen en de treinstations, de parkingslangs en in de onmiddellijke omgeving vanautosnelwegen vanuit het binnenland naar de kust, in safehousesen dergelijke.Op basis van de politiële gegevensbank treft de politie degesmokkelden vooral in Zaventem (Nationale Luchthaven),Antwerpen, Oostende, Brussel, Brugge, Leuven enLuik aan.De smokkelaars die de politie na een doorgedrevenonderzoek vat, verblijven in verschillende hoofd- en centrumsteden.3. In de context van de vorige vragen gaan we voor hetantwoord uit van dat de vraag op de netwerken mensensmokkeldoelt.De overgrote meerderheid van de mensensmokkelaarsopereert nooit alleen. Ze werken - in een eerder los enflexibel verband - samen in kleinere of iets grotere groepen.Sommige groepjes specialiseren zich, terwijl anderealle facetten van mensensmokkel opnemen. Uitzonderlijkneigen ze naar een criminele organisatie.3. Combien de filières de traite d'êtres humains ont étédémantelées?4. Quels étaient les principaux pays d'origine de ces trafiquantsd'êtres humains?5. Combien d'enquêtes sur des mariages de complaisanceont été ouvertes au cours des cinq dernières années?Réponse de la ministre de l'Intérieur du 08 mars2010, à la question n° 238 de monsieur le député MichelDoomst du 29 décembre 2009 (N.):1. Avant septembre 2005, la loi ne faisait pas de distinctionentre la traite des êtres humains et le trafic d'êtreshumains. Les auteurs des deux délits étaient poursuivis surbase de la loi sur la traite des êtres humains de 1995. Lenombre de traficants d'êtres humains interceptés en 2004 et2005 n'est pas disponible.En 2006, la police a intercepté 78 traficants d'êtreshumains. En 2007 et 2008, respectivement 222 et 229 traficantsont été arrêtés.2. La police intercepte les traficants d'êtres humains soiten flagrant délit, lorsqu'ils réceptionnent ou accompagnentles réfugiés, soit à leur domicile au terme d'une enquêtepoussée. Dans le dernier groupe, nous trouvons égalementdes organisateurs de mariages blancs.Dans le premier cas, il s'agit de lieux où la police interpelleégalement des personnes en séjour illégal. Il s'agitnotamment des aéroports (nationaux et régionaux), desports, des trains et des gares ferroviaires, des parkings lelong ou à proximité immédiate des autoroutes de l'intérieurdu pays à la côte, des safe-houses, etc.Sur base de la banque de données policières, la policetrouve des réfugiés principalement à Zaventem (AéroportNational), Ostende, Bruxelles, Bruges, Louvain et Liège.Les traficants qu'intercepte la police au terme d'uneenquête poussée, résident dans différentes grandes villesdu centre ou dans les capitales.3. Dans le contexte des questions précédentes, nous partonsde la question visant les réseaux de trafic d'êtreshumains.La grande majorité du trafic d'êtres humains n'opèrejamais seul. Ils collaborent - dans un contexte plutôt libreet flexible - en petits ou plus grands groupes. Certainspetits groupes se spécialisent alors que d'autres intègrenttoutes les facettes du trafic d'êtres humains. Ils ne se rapprochentqu'exceptionnellement d'une organisation criminelle.KAMER 4e ZITTING VAN DE 52e ZITTINGSPERIODE 2009 2010CHAMBRE4e SESSION DE LA 52e LÉGISLATURE