Orthopedagogie - Het Hogeronderwijsregister
Orthopedagogie - Het Hogeronderwijsregister
Orthopedagogie - Het Hogeronderwijsregister
- No tags were found...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Facet 6.2<br />
Onderwijsrendement<br />
Beoordelingscriteria:<br />
- Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen.<br />
- <strong>Het</strong> onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers.<br />
Oordeel van de visitatiecommissie: voldoende<br />
De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen:<br />
Vlaanderen heeft geen traditie in het verzamelen van slaagcijfers per studiegebeid en/of opleiding over de jaren<br />
heen. Uit ervaring blijkt dat de globale slaagcijfers voor generatiestudenten op Vlaams niveau tussen de 45 en 50<br />
procent liggen. Noch de evolutie over de jaren heen, noch de situatie per opleiding of studiegebied wordt<br />
opgevolgd. Daardoor kan de opleiding geen streefcijfers formuleren in vergelijking met relevante andere<br />
opleidingen.<br />
De opleiding meet haar onderwijsrendement via de parameters doorstroom, studie-efficiëntie en uitval. Voor elke<br />
parameter legde de HUB streefcijfers vast. De opleiding merkt op dat de overstap van het traditionele systeem<br />
naar flexibilisering (vanaf 2005-2006) gevolgen heeft voor cijfergegevens over en streefcijfers voor het<br />
onderwijsrendement.<br />
In het huidige systeem betreft de parameter doorstroom het aantal behaalde credits versus het aantal<br />
studiepunten dat de student in zijn individuele jaarprogramma opnam. <strong>Het</strong> streefcijfer refereert aan het<br />
percentage studenten dat meer dan 75 procent van de opgenomen studiepunten realiseert. De streefcijfers<br />
verschillen naargelang het om een generatiestudent (streefcijfers 60 procent) of een student gaat die voor de<br />
aanvang van het academiejaar minder dan 60 (streefcijfer 60 procent), meer dan 60 (streefcijfer 75 procent) of<br />
meer dan 120 studiepunten (streefcijfer 90 procent) heeft verworven. De respectieve gerealiseerde cijfers zijn 72,<br />
71, 97 en 100 procent (2006-2007); 75, 75, 90 en 96 procent (2006-2007) en 76, 81, 91 en 95 procent (2007-<br />
2008).<br />
In het huidige systeem mag een student er langer over doen om het diploma te halen, maar hij moet hierbij<br />
efficiënt te werk gaan. Voor de berekening van de parameter studie-efficiëntie is een formule uitgewerkt. Als<br />
streefcijfer geldt dat minstens 80 procent van de studenten de opleiding afwerkt met hoogstens 1 jaar extra. Van<br />
de 71 studenten die in 2007-2008 hun diploma behaalden, deden 68 studenten het in 3 jaar en 1 maand, en 3<br />
studenten in 3 jaar en 4 maanden.<br />
In het huidige systeem wordt de parameter uitval gedefinieerd als de studenten die afhaken tijdens het<br />
academiejaar of zich niet herinschrijven na 1 of meer jaren studeren. <strong>Het</strong> streefcijfer stelt dat niet meer dan 10<br />
procent van de studenten in het eerste jaar hun studies voortijdig mogen staken. <strong>Het</strong> zelfevaluatierapport geeft<br />
aan dat 5 tot 9 procent van de generatiestudenten zich uitschrijft tijdens het eerste jaar. De uitval varieert<br />
naargelang van de vooropleiding. Voor de periode 2002-2005 stopten 16,8 procent van de ASO-; 36,5 procent<br />
van de KSO-; 37,5 procent van de TSO- en 45,5 procent van de BSO-studenten voortijdig. <strong>Het</strong> aantal studenten<br />
dat niet deelneemt aan examens, schommelt jaarlijks tussen 1 en 3 procent.<br />
Van de afgestudeerden (2006) is 66,1 procent tewerkgesteld in de social profit en 16 procent in het onderwijs. De<br />
afgestudeerden namen een taak op in gehandicaptenzorg, een asielcentrum, een psychiatrisch<br />
verzorgingstehuis, een crèche (opbouwwerk), bijzondere jeugdzorg, gezinsbegeleiding, politie, buitengewoon<br />
onderwijs, MPI, beschermde werkplaats of seniorenresidentie.Van studenten die afstudeerden in de periode<br />
2001-2006 heeft 21,8 procent een coördinerende; 76,4 procent een uitvoerende en 1,8 procent een<br />
beleidsondersteunende functie.<br />
opleidingsrapport Hogeschool- U n i v e r s i t e i t B r u s s e l | 107