Orthopedagogie - Het Hogeronderwijsregister
Orthopedagogie - Het Hogeronderwijsregister
Orthopedagogie - Het Hogeronderwijsregister
- No tags were found...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De procesbegeleider organiseert formele begeleidingsmomenten: werkvergaderingen, formatieve en summatieve<br />
evaluatiemomenten en groepssessies om indien nodig groepsdynamische thema‟s uit te werken. Deze<br />
momenten zijn in principe ingepland in het lessenrooster. Studenten kunnen zelf ook overleg plannen.<br />
<strong>Het</strong> zelfevaluatierapport en de documentatiemap „Project‟ beschrijven de modaliteiten, processen en<br />
taakafspraken rond het afstudeerproject.<br />
Ieder commissielid heeft vooraf twee afstudeerprojecten gelezen. Na gezamenlijk overleg beoordelen de<br />
commissieleden de werkstukken globaal genomen als een theoretische studie die thematisch grondig is<br />
uitgewerkt aan de hand van literatuur; studenten hebben er veel tijd aan besteed. De commissieleden missen wel<br />
de verbinding tussen theorie en praktijk, waardoor de uitwerking van het praktische deel matig blijft. De<br />
commissie heeft vastgesteld dat er een sterke aandacht is voor het proces en meent dat daardoor het product in<br />
het gedrang kan komen. Wellicht moeten studenten nog groeien in de thema‟s, waardoor de volledigheid<br />
voorrang dreigt te krijgen op verdieping. De afstemming met en in het werkveld zou beter kunnen. De commissie<br />
heeft de vergelijking gemaakt met de afstudeerprojecten van de banaba-opleiding en vastgesteld dat het niveau<br />
van die laatste opmerkelijk beter is.<br />
De stuwerstudent werkt zijn afstudeerproject uit op zijn stageplaats. <strong>Het</strong> project volgt in grote lijnen dat van de<br />
reguliere opleiding, met enkele verschillen, onder meer het aantal studiepunten (9), de ontwikkeling en toetsing<br />
van vijf competenties, het onderhandeld thema met resultaatsafspraken, naast literatuuronderzoek een grondige<br />
analyse van de huidige situatie, individueel project, de coach van de opleiding volgt de inhoud en het proces op,<br />
de mentor volgt de implementatie op, feedbacksessies via Toledo,…<br />
<strong>Het</strong> zelfevaluatierapport geeft aan dat het programma inspeelt op ontwikkelingen in het werkveld. Als voorbeelden<br />
citeert de opleiding de opname in het curriculum van het opleidingsonderdeel context- en gezinsgerichte werken,<br />
de inlassing van het opleidingonderdeel LSCI (Life Space Crisis Intervention), aandacht in het programma voor<br />
de verschuiving van residentieel naar ambulant werken, aandacht voor de uitbreiding van curatief werken naar<br />
preventief werken in opleidingsonderdelen die werken aan de competentie „preventiewerker‟, en een plaats in het<br />
curriculum voor aspecten van opvoedingsondersteuning. Op de opmerking van de commissie dat de verschuiving<br />
in het werkveld van residentieel naar ambulant niet expliciet in het curriculum is terug te vinden, antwoordt de<br />
opleiding dat deze verschuiving een plaats zal krijgen in haar visie op hulpverlening. De opleiding voegt eraan toe<br />
dat dit thema aan bod komt in het postgraduaat ambulant werken in en met opvoedingssituaties.<br />
De commissie stelt vast dat het curriculum ruimte laat voor de inlassing van actuele inhouden in het keuzevak in<br />
de derde opleidingsfase. Zij vult aan dat inhouden die aanvankelijk een keuzevak waren, in een latere fase<br />
structureel worden ingebouwd. Orthopedagogen van de opleiding volgen ontwikkelingen op en nemen de thema‟s<br />
op in hun lessen (bijvoorbeeld vraaggerichtheid, empowerment en netwerkontwikkeling).<br />
De commissie had inzage in de (hand)boeken van de opleiding. en vond die actueel en studeerbaar.<br />
De commissie heeft kennis genomen van de vele (structurele) contactgelegenheden tussen de opleiding en het<br />
werkveld: projectenmarkt, methodiekenmarkt, startdag mentoren, navorming, contactcomité, TripleV, expertgroep<br />
Agressie PWO en de deelname van lectoren aan werkgroepen georganiseerd door het werkveld (werkgroep<br />
Spelbegeleiding, werkgroep Vormingsinitiatieven Ouderzorg Limburg,…).<br />
De commissie waardeert de interactie tussen het departement/de opleiding enerzijds en maatschappelijke<br />
dienstverlening en permanente vorming anderzijds. Alle vormingen na de initiële opleiding zijn ondergebracht in<br />
„KHLim Quadri‟. <strong>Het</strong> departement SAW heeft voor deze werking een verantwoordelijke die lid is van de Quadristuurgroep.<br />
De opleiding stelt haar vormingsprogramma samen op basis van een behoefteanalyse bij het<br />
werkveld en zich richt tot professionelen in de welzijnssector, bij voorkeur met een bachelordiploma van<br />
opvoeder/begeleider. <strong>Het</strong> programma is aanbodgericht, hoewel er een verschuiving zichtbaar is naar „maatwerk‟,<br />
waarbij organisaties scholing, begeleiding en ondersteuning vragen bij problemen rond een bepaald thema en/of<br />
voor een team. Lectoren van de opleiding nemen deze opdrachten op en behouden hierdoor voeling met de<br />
praktijk. Verder richt het departement, in samenwerking met interne en externe deskundigen, maatschappelijk<br />
160 | opleidingsrapport Katholieke H o g e s c h o o l L i m b u r g