29.07.2013 Views

Den Gulden Winckel. Jaargang 13 - digitale bibliotheek voor de ...

Den Gulden Winckel. Jaargang 13 - digitale bibliotheek voor de ...

Den Gulden Winckel. Jaargang 13 - digitale bibliotheek voor de ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

69<br />

<strong>voor</strong>. De muzieklijnen zijn hier een dansvloer gewor<strong>de</strong>n, waar cavaliers buigingen<br />

en strijkages maken, en met hun danseresjes sierlijke groepen vormen... Dit alles<br />

is nochtans tamelijk <strong>voor</strong> <strong>de</strong> hand liggend en banaal, maar een kostelijke zet is het,<br />

dat het dansen<strong>de</strong> paar in <strong>de</strong> laatste maat half in zwijm van vermoeienis op een<br />

canapé ligt uitgestrekt. Numero twee <strong>de</strong>r prentjes stelt een ‘Galop <strong>de</strong>s Masques’<br />

<strong>voor</strong>, welke ons in het begin weinig verrassends brengt. Maar ook hier komt <strong>de</strong><br />

pointe aan het slot, want bij <strong>de</strong> laatste bocht van <strong>de</strong>n losbandig gekrul<strong>de</strong>n<br />

muziekslinger lezen we ‘diminuendo poco a poco’ en aan het ein<strong>de</strong> staan al <strong>de</strong><br />

poppetjesnoten op hun kop, wat <strong>voor</strong>zeker een <strong>de</strong>r meest natuurlijke gevolgen is<br />

van een gemaskerd bal. Als <strong>de</strong>r<strong>de</strong> volgt een ‘Marche Militaire et orientale’: Turken<br />

en negertjes, die ten strij<strong>de</strong> trekken.<br />

Ook <strong>de</strong>ze Oostersche fantasie begint tamelijk eenvormig, maar grappig en handig<br />

is het toch, dat <strong>de</strong> teekenaar <strong>de</strong> stervormige hoofdjes <strong>de</strong>r heele en halve noten heeft<br />

gebruikt om <strong>de</strong> Turkjes met een tulband te sieren; dat <strong>de</strong> rustteekens tot grimmige<br />

strijdbijlen zijn versmeed, en dat <strong>de</strong> trommelslagers van het koddige muzieklegertje<br />

hun trommels roeren met <strong>de</strong> verlengingspunt, die achter sommige noten staat. In<br />

<strong>de</strong>n laatsten regel treedt plotseling een hooge c op, die op stelten loopt, en<br />

waarboven een orgelpunt staat. Men weet dat <strong>de</strong> hooge c, <strong>de</strong> ‘ut <strong>de</strong> poitrine’, weleer<br />

<strong>de</strong> glorie was <strong>de</strong>r Italiaansche tenoren, die <strong>de</strong>ze brillante borstklank op extra<br />

<strong>voor</strong>stellingen in <strong>de</strong> concertzalen <strong>de</strong><strong>de</strong>n schitteren. De gewone gang van zaken<br />

was dan, dat <strong>de</strong> zanger, tegen alle regelen van <strong>de</strong> maat in, als hij eenmaal <strong>de</strong><br />

beroem<strong>de</strong> noot te pakken had, daarop bleef galmen zoolang zijn a<strong>de</strong>m strekte.<br />

Deze noot op stelten en met een point d'orgue is dus een vinnig prikje aan <strong>de</strong>ze<br />

onartistieke zangers, die het geheele kunstwerk opoffer<strong>de</strong>n aan hun persoonlijke<br />

ij<strong>de</strong>lheid. Het geestigst van vinding is het twee<strong>de</strong> drietal. De Tarentelle, een dans<br />

zon<strong>de</strong>r begin en zon<strong>de</strong>r ein<strong>de</strong>, is in een kring geteekend, waarlangs <strong>de</strong><br />

poppetjesnoten in wil<strong>de</strong> sprongen rondvliegen, in 't begin allegretto, vervolgens<br />

presto. Men weet, dat <strong>de</strong>ze wil<strong>de</strong> dansvorm ontstond uit <strong>de</strong> legen<strong>de</strong>, welke <strong>de</strong><br />

reuzenspin tarentula met <strong>de</strong> booze eigenschap bezwaart, dat haar steek een<br />

waanzinnige danswoe<strong>de</strong> verwekt. Grandville heeft dit volkssprookje in zijn Tarentelle<br />

te pas gebracht, door van eenige naturelteekens griezelige spinnen te maken.<br />

Volgt een ‘Barcarolle’, waarin <strong>de</strong> verbindingsstrepen <strong>de</strong>r achtste, zestien<strong>de</strong> en<br />

twee en <strong>de</strong>rtigste noten geestig aangewend zijn als roeibootjes, die zoetelijk<br />

schommelen op mollige triolen, of vlug <strong>voor</strong>uit schieten in parelen<strong>de</strong> arpeggio's. Het<br />

ein<strong>de</strong> van dit roeiers<strong>de</strong>untje is tragisch, gelijk <strong>de</strong> stemming van nagenoeg elke<br />

Gondoliera: een lange giek slaat om, en <strong>de</strong> poppetjesnoten worstelen met <strong>de</strong><br />

hoofdjes naar bene<strong>de</strong>n tusschen <strong>de</strong>n snellen stroom <strong>de</strong>r notenbalken.<br />

De laatste muzikale scherts van <strong>de</strong> reeks ‘Musique réligieuse’ is om <strong>de</strong><br />

verschei<strong>de</strong>nheid <strong>de</strong>r figuurtjes, die een geheele processie vormen, het belangrijkst<br />

als teekening... Ook hier weer een pakkend slot. Een klein kwart nootje snuit, ter<br />

illustratie van 't woord ‘amen’, met een domper aan een langen stok <strong>de</strong> heilige kaars<br />

uit... en daarmee ook <strong>de</strong> grappige serie van Grandvilles notenvertellingen.<br />

Niet altijd zijn <strong>de</strong> poppetjesnoten zoo dood onschuldig dig in hun optre<strong>de</strong>n als<br />

<strong>de</strong>ze vroolijke, huppelen<strong>de</strong> Fransche mannekes. Soms ook wel staan ze in dienst<br />

<strong>de</strong>r satire, <strong>voor</strong>al om musici een <strong>de</strong>ukje te geven, die door <strong>de</strong> buitengewoonheid<br />

van hun werk <strong>de</strong> kritiek in twee partijen <strong>de</strong>elen, welke elkan<strong>de</strong>r op leven en dood<br />

bevechten, gelijk bij Wagner, Liszt, Berlioz, Strauss en an<strong>de</strong>ren. Wagner <strong>voor</strong>al is<br />

het mikpunt van <strong>de</strong>rgelijke grappen geweest. Op <strong>de</strong>n titel reeds van ‘Richard Wagner<br />

en caricatures’ door J. Grand Carteret 1) , zien we <strong>de</strong>s meesters gesilhouetteerd<br />

karikatuurportret tusschen notenbalken als een reusachtige fis, en aan het begin<br />

1) Paris, Librairie Larousse.<br />

<strong>Den</strong> <strong>Gul<strong>de</strong>n</strong> <strong>Winckel</strong>. <strong>Jaargang</strong> <strong>13</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!