29.07.2013 Views

Den Gulden Winckel. Jaargang 13 - digitale bibliotheek voor de ...

Den Gulden Winckel. Jaargang 13 - digitale bibliotheek voor de ...

Den Gulden Winckel. Jaargang 13 - digitale bibliotheek voor de ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>13</strong>0<br />

generatie, begreep hun willen en streven en bevor<strong>de</strong>r<strong>de</strong> dit op zijne wijze. Men heeft<br />

hem wel verweten ‘<strong>de</strong> huik naar <strong>de</strong>n wind te hebben gehangen’, doch <strong>de</strong>ze<br />

beschuldiging was ten zijnen opzichte uiterst onbillijk. Een zeldzaam<br />

aanpassingsvermogen, dàt had hij - en dit kwam in zijn critischen arbeid telkens uit.<br />

Men heeft vaak gezegd dat hij geen Huet was - en men had gelijk, want het<br />

sprankelend vernuft van Huet miste hij. Maar met Huet gemeen had hij <strong>de</strong> bree<strong>de</strong><br />

eruditie (hij was een goed Dante- en Shakespeare-kenner) en <strong>de</strong> gave om zijn<br />

boekbesprekingen uit te bouwen tot literaire essays van een meer algemeene<br />

beteekenis.<br />

Nuchter en droog heeft men hem genoemd - toch zag men glad verkeerd als men<br />

hem daarmee tevens het vermogen van aesthetische aanvoeling, of tot innige<br />

bewon<strong>de</strong>ring meen<strong>de</strong> te kunnen ontzeggen. Zoowel in zijn spreken als in zijn<br />

schriftuur wist hij van die bewon<strong>de</strong>ring te doen blijken. Trouwens, men behoef<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>zen man maar in <strong>de</strong> oogen te zien om aanstonds te voelen, dat men hier tegenover<br />

spiegels stond die een warm en diep gemoedsleven weerkaatsten.<br />

Eerlijkheid betwistte hem schier niemand. ‘Men vervolgt mij met mijn eerlijkheid!’<br />

schreef hij mij eens, en ik zal dus over die eerlijkheid hier thans niets zeggen dan<br />

dit: dat het <strong>voor</strong> onzen tijd en <strong>voor</strong> onze critiek - neen, laat ons zacht zijn: <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />

critiek van een tien, een twintig jaar gele<strong>de</strong>n - toch wel wat be<strong>de</strong>nkelijk heeten mag,<br />

dat een criticus het als zijn noodlot voel<strong>de</strong>: ‘vervolgd’ te wor<strong>de</strong>n met zijn eerlijkheid.<br />

Ook als scheppend kunstenaar maakte v. Nouhuys zich een naam; zijn<br />

‘Goudvischje’ o.a. is nog steeds op <strong>de</strong> planken. En al moge het nu waar zijn dat zijn<br />

novellistisch werk door an<strong>de</strong>ren, talentvolleren, is overvleugeld - toch kan men een<br />

schets als b.v. ‘Dageraad’ niet lezen zon<strong>de</strong>r te genieten van <strong>de</strong> fijne opmerkingsgave,<br />

<strong>de</strong> sober-krachtige beelding.<br />

Van Nouhuys is niet meer; al enkele jaren trouwens leef<strong>de</strong> hij, door leed geknakt,<br />

nagenoeg buiten 't literaire leven. Maar al zullen wij <strong>de</strong>zen humanen, waardigen<br />

man dan hier niet we<strong>de</strong>rzien - in onze dankbare herinnering zal hij blijven <strong>voor</strong>tleven 1) .<br />

GERARD VAN ECKEREN.<br />

Zuid-Afrikaansche geschriften<br />

VII 1)<br />

Die Kappie Kommando of Boerevrouwen in Geheime Dienst, door<br />

Johanna Brandt. - J.H. <strong>de</strong> Bussy, Amsterdam, Pretoria, Johannesburg.<br />

Holl.-Afrik. Uitgevers-mij. v/h.J. Dusseau & Co., Kaapstad. 19<strong>13</strong>. (XV<br />

plus 398 blz., 8 o , met 5 portretten en 5 an<strong>de</strong>re afbeeldingen).<br />

MEN kan dit boek op meer dan één wijze gebruiken: òf als het, min of meer<br />

romantisch, althans nà <strong>de</strong> gebeurtenissen gereconstrueerd, verhaal daarvan, zooals<br />

er zoovele tij<strong>de</strong>ns en na <strong>de</strong>n oorlog het licht zagen, òf wel als in<strong>de</strong>rdaad authentieke<br />

narratieve historiebron, <strong>voor</strong>zoover althans <strong>de</strong>ze bron onmid<strong>de</strong>llijk teruggaat op het<br />

in haar ‘Inleidingswoord’ vermel<strong>de</strong> ‘dagboek dat drie jaren lang trouw bijgehou<strong>de</strong>n<br />

was, een dagboek bevatten<strong>de</strong> bijna duizend bladzij<strong>de</strong>n, waarvan <strong>de</strong> inhoud te intiem<br />

en persoonlik was om in zijn oorspronkeliken vorm aan <strong>de</strong> wereld te geven’.<br />

1) Wij vestigen <strong>de</strong> aandacht op het artikel dat <strong>de</strong> heer J.H. Stratemeijer in<strong>de</strong>rtijd over van Nouhuys<br />

<strong>voor</strong> <strong>Den</strong> <strong>Gul<strong>de</strong>n</strong> <strong>Winckel</strong> schreef (Dec. 1905). Men vindt daar behalve een <strong>voor</strong>treffelijke<br />

karakteristiek tevens eenige biografische bizon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n.<br />

1) D.G.W. X 9, XI 1, 5 en 9, XII 9, XIII 8.<br />

<strong>Den</strong> <strong>Gul<strong>de</strong>n</strong> <strong>Winckel</strong>. <strong>Jaargang</strong> <strong>13</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!