29.07.2013 Views

Den Gulden Winckel. Jaargang 13 - digitale bibliotheek voor de ...

Den Gulden Winckel. Jaargang 13 - digitale bibliotheek voor de ...

Den Gulden Winckel. Jaargang 13 - digitale bibliotheek voor de ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Evenwel, als fragment is dit stukje tragisch huwelijksleven innerlijk ‘af’, en wij<br />

wenschen <strong>de</strong> schrijfster gaarne geluk met dit boek van ontwijfelbare verdienste 1) .<br />

* * *<br />

Over <strong>de</strong>n roman van Gerda Haverman zullen we maar niet veel zeggen. Hier hebben<br />

we nu te doen met een copie van, ja, van welke mo<strong>de</strong>llen? Juffrouw Haverman heeft<br />

blijkbaar veel gelezen en toen... óók eens een boek willen schrijven. Ze ken<strong>de</strong> 't<br />

procédé wel zoo wat en haar romanpersonen had ze <strong>voor</strong> 't grijpen: het meisje dat<br />

<strong>voor</strong> haar kunst wil leven, zich ontworstelt aan een enge omgeving; die omgeving<br />

welke daar ach en foei over spreekt, maar niet kan verhin<strong>de</strong>ren dat <strong>de</strong> drang naar<br />

vrijheid en schoonheid toch ‘ten letste’ triomfeert over ‘<strong>de</strong> ban<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r conventie’ -<br />

nietwaar, dat is prachtige romanstof.<br />

Zeer zeker, doch alleen <strong>voor</strong> hem of haar die die stof volkomen beheerscht door<br />

ze in zich te hebben opgenomen en niet, als Gerda Haverman blijkbaar, haar wel<br />

dankbare romanstof acht, misschien ook wel daarom wijl zij er min of meer eigen,<br />

<strong>voor</strong> haar natuurlijk hoogst gewichtige, ‘ervaringen’ in kon verwerken.<br />

Als compositie is het boek bovendien vrij onhandig in elkaâr gezet. Het verhaal<br />

van Bob Hennaerds huwelijksleven, zijn zich vrij-maken van <strong>de</strong> knellen<strong>de</strong> ban<strong>de</strong>n<br />

(wat er van Atie verteld wordt blijkt hier straks niet veel an<strong>de</strong>rs dan <strong>de</strong> herhaling<br />

van) is een veel te uitvoerig uitgesponnen inschuifsel (blz. 11-73). Voor 't overige<br />

is het boek niet in 't oog vallend slecht, maar vlak, banaal, een romannetje als<br />

zoovele an<strong>de</strong>re, waaraan niemand zijn tijd verspille.<br />

Ik las <strong>de</strong>zer dagen het bericht, dat er in <strong>de</strong>n aanstaan<strong>de</strong>n winter een groote<br />

behoefte zal zijn aan polsmoffen <strong>voor</strong> onze soldaten. Mag ik op die behoefte juffrouw<br />

Havermans aandacht eens vestigen?<br />

G.v.E.<br />

Dorpslucht, door Stijn Streuvels. Twee<strong>de</strong> Deel. - (Amsterdam, L.J. Veen).<br />

Zoo ligt dan nu <strong>de</strong> uitgebrei<strong>de</strong> dorpsroman, beslaan<strong>de</strong> het kapitale aantal van 876<br />

bladzij<strong>de</strong>n druks, compleet vóór ons. De tijd is onzen grooten Vlaming Streuvels<br />

niet gunstig geweest; belangrijke wijzigingen door <strong>de</strong>n auteur in <strong>de</strong> laatste proeven<br />

van dit twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>el aangebracht hebben <strong>de</strong> drukkerij niet meer kunnen bereiken<br />

en zijn bijgevolg onuitgevoerd gebleven. Intusschen, het boek ligt vóór ons en wij<br />

hebben het te nemen en te beoor<strong>de</strong>elen - hatelijk, betweterig woord toch! - zooals<br />

het daar ligt. En wij willen dan maar da<strong>de</strong>lijk erkennen: dat dit twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>el onze<br />

aandacht heel wat beter heeft weten vast te hou<strong>de</strong>n dan het eerste 1) - al leg<strong>de</strong>n wij<br />

ook dit <strong>de</strong>el uit <strong>de</strong> hand ‘dankbaar maar niet voldaan’. Wat ons in het eerste <strong>de</strong>el<br />

<strong>de</strong> groote fouten schenen, vin<strong>de</strong>n wij als <strong>de</strong> hoofdgebreken ook van dit vervolg<br />

terug: het ‘bree<strong>de</strong>’ is hier te weinig verinnerlijkt, te weinig het ‘diepe’ gewor<strong>de</strong>n - het<br />

is te veel gebleven het breedvoerige. Ook is het boek als compositie - maar in <strong>de</strong><br />

compositie van een grooter geheel lag immers nooit Streuvels kracht - geen schoone<br />

eenheid kunnen wor<strong>de</strong>n; in dit opzicht staat dit twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>el zelfs bij 't eerste ten<br />

achter. Groepeer<strong>de</strong> zich daar alles om <strong>de</strong>n rentenier Koornaert en <strong>de</strong> tabakdiefte -<br />

in het twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>el wordt onze belangstelling nagenoeg geheel opgeëischt <strong>voor</strong><br />

gansch an<strong>de</strong>re motieven, die slechts zij<strong>de</strong>lings met het in het eerste ge<strong>de</strong>elte<br />

verhaal<strong>de</strong> verband hou<strong>de</strong>n. Koornaert en diens zuster verdwijnen vrijwel van het<br />

tooneel om plaats te maken <strong>voor</strong> Elvire, Koornaerts nichtje met haar<br />

1) Over <strong>de</strong> psychologie van het boek kan ik hier niet uitwei<strong>de</strong>n. Goed gevoeld is b.v. dat <strong>de</strong><br />

schrijfster het jonge meisje Marianne, als zij, moê en teleurgesteld, verlangend naar rust,<br />

haar woord gegeven heeft aan Fre<strong>de</strong>rik, dien zij niet liefheeft, driftig laat reageeren zoodra<br />

zij merkt dat hij nog een oogenblik blijft aarzelen om haar woord te accepteeren. In <strong>de</strong> lauwheid<br />

van eigen gevoel had zij <strong>de</strong> hevigheid van zijn geluksuiting gewild (blz. 196).<br />

1) Zie D.G.W. <strong>13</strong>e jrg. afl. 7.<br />

<strong>Den</strong> <strong>Gul<strong>de</strong>n</strong> <strong>Winckel</strong>. <strong>Jaargang</strong> <strong>13</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!