Den Gulden Winckel. Jaargang 13 - digitale bibliotheek voor de ...
Den Gulden Winckel. Jaargang 13 - digitale bibliotheek voor de ...
Den Gulden Winckel. Jaargang 13 - digitale bibliotheek voor de ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
123<br />
<strong>de</strong> aandacht getrokkea dan ik verwacht had. Ze waren, schoon misschien ge<strong>de</strong>eltelijk<br />
op Heine geïnspireerd, met werk van dit zang-genie althans onmiskenbaar verwant,<br />
persoonlijk, frisch, levendig, snij<strong>de</strong>nd, gevoelig en zeer muzikaal.<br />
Eigenaardig: op Cohen's proza is dit alles niet toepasselijk. Nu zij da<strong>de</strong>lijk gezegd,<br />
dat hij in <strong>de</strong>ze twee <strong>de</strong>elen, <strong>de</strong>zen dikken roman naar iets geheel an<strong>de</strong>rs gestreefd<br />
heeft. Trok <strong>de</strong> lyriek in <strong>de</strong> verzen aan, <strong>de</strong> argeloosheid, waarmee <strong>de</strong> dichter zich<br />
uitzong - hier houdt <strong>de</strong> schrijver zich schuil. Dit is zuivere en forsche epiek.<br />
Het on<strong>de</strong>rwerp, dat hij zich stel<strong>de</strong>, was eenvoudig <strong>de</strong> trots en <strong>de</strong> macht en <strong>de</strong><br />
kracht van een familie op een Overijsselsch dorp (Harmink heeten zij), van welke<br />
familie <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n niet geregeld als <strong>de</strong> boeren wenschen te werken noch met eerlijken<br />
arbeid hun brood te verdienen, maar, gehaat en gevreesd, door behendigheid en<br />
lichamelijke overmacht in hun on<strong>de</strong>rhoud <strong>voor</strong>zien, en hoe een reizen<strong>de</strong><br />
tooneelspeelster, met <strong>de</strong>n kermiswagen <strong>de</strong> dorpen bezoekend, Floris, het hoofd<br />
van 't gezin, en daarmee <strong>de</strong> an<strong>de</strong>ren, 't merg uit <strong>de</strong> botten zuigt. Allen, behalve<br />
Gaitjan Harmink. Zijn va<strong>de</strong>r sterft, zijn moe<strong>de</strong>r raakt aan <strong>de</strong>n drank en verdierlijkt,<br />
het geslacht verkwijnt, maar Gaitjan blijft <strong>de</strong> traditie trouw. Hij ziet vanwaar het<br />
gevaar dreigt en, getrouwd, legt hij zich ijverig op landbouwstudie toe. Dat is zijn<br />
kracht: <strong>de</strong> wetenschap van <strong>de</strong>n nieuwen tijd, <strong>de</strong> ontwikkel<strong>de</strong> techniek, geschraagd<br />
door zijn lichaamskracht en geestes-taaiheid. In volharding en wraakzucht blijkt hij<br />
een echte Harmink. Zelfs keert <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> zwerverstrek, <strong>de</strong> ban<strong>de</strong>loosheid, die zijn<br />
va<strong>de</strong>r in het bloed woel<strong>de</strong>, in een dochter terug. Maar zijn vlijt en onverzettelijkheid<br />
zijn er inmid<strong>de</strong>ls in geslaagd, het heele dorp Bershei<strong>de</strong>, waarin ze woon<strong>de</strong>n van<br />
geslacht op geslacht, aan zich te on<strong>de</strong>rwerpen. Van <strong>de</strong> daar gelegen lan<strong>de</strong>rijen<br />
maakt Gaitjan zich allengs meester. Zijn <strong>voor</strong>tvarendheid en koppige drang naar<br />
<strong>voor</strong>uitgang, zijn toepassen van <strong>de</strong> nieuwe metho<strong>de</strong>s, waar het landbouw en<br />
-ontginning betreft, verdringt uit hun hoeven wie daar zetel<strong>de</strong>n van va<strong>de</strong>r op zoon<br />
en Gaitjan's <strong>voor</strong>va<strong>de</strong>rs als landloopers smaad<strong>de</strong>n. Onverbid<strong>de</strong>lijk gedraagt hij zich<br />
tegenover hen, als ze, verne<strong>de</strong>rd, thans <strong>de</strong> min<strong>de</strong>ren, om een zachter behan<strong>de</strong>ling<br />
smeeken. Hem betoon<strong>de</strong>n ze, toen ze machtig waren, evenmin gena<strong>de</strong>. Zoo kon<br />
hij hen allen overheerschen, behalve éen, zijn moe<strong>de</strong>r. Ook in haar woedt <strong>de</strong> ou<strong>de</strong><br />
Harminkaard. Niet in staat noch geneigd tot geregeld werk, be<strong>de</strong>lt ze bij haar zoon,<br />
als het dien goed gaat. Tevergeefs tracht hij haar weg te krijgen. Tot Gaitjan's<br />
dochter, <strong>de</strong> zwerfzieke, voelt zij zich aangetrokken. Samen loopen ze weg. Hen<br />
trekt het verle<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>n kermiswagen, toen <strong>de</strong> grootmoe<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>r leiding van<br />
Rubini en <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>n Floris met het troepje van dorp tot dorp trok, spelend in ‘draken’,<br />
waarin Flora <strong>de</strong> hoofdrollen had. De verlei<strong>de</strong>lijke Flora, die <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgang <strong>de</strong>r<br />
Harminks werd.<br />
Cohen vertelt dit alles, <strong>de</strong>ze realiteit, tegen een sprookjes-achtergrond van ou<strong>de</strong><br />
legen<strong>de</strong>n, sober, zon<strong>de</strong>r karakteristiek. Aanvankelijk is men geneigd, zich hierover<br />
als over een leemte te beklagen. Het schijnt hier en daar romantiek van <strong>de</strong><br />
beschimmel<strong>de</strong> plank. Vooral waar van <strong>de</strong>n reizen<strong>de</strong>n tooneeltroep sprake is,<br />
schud<strong>de</strong>n we ongeloovig het hoofd. Dan is het beurtelings te mooi en te erg, <strong>voor</strong>al<br />
te erg. Die Flora, <strong>de</strong> slang, <strong>de</strong>ze kermismeid, mooie, jonge zinnelijke vrouw blijkbaar,<br />
leeren we kennen. Maar dan stuiten we opeens weer op bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n die we met<br />
<strong>de</strong> <strong>voor</strong>stelling, door het <strong>voor</strong>gaan<strong>de</strong> verwekt, volstrekt niet overeen kunnen brengen.<br />
Daarnaast Floris, toch een beest van 'n vent. Een oermensch van ontembare<br />
vrijheidsbehoefte en lichaamskracht. Ook in zijn kenschets is ons niet alles dui<strong>de</strong>lijk.<br />
En waartoe die goedkoope poging om Rubini, <strong>de</strong>n baas van 't spel, als<br />
dorps-comediant te teekenen door hem letterlijk geen zin te laten zeggen zon<strong>de</strong>r<br />
een aanhaling uit Schiller, waarbij wel te verstaan is, dat het citaat zelf meestal<br />
achterwege blijft? Wie dit boek begint te lezen, stoot zich aan <strong>de</strong> flauwheid van <strong>de</strong><br />
<strong>Den</strong> <strong>Gul<strong>de</strong>n</strong> <strong>Winckel</strong>. <strong>Jaargang</strong> <strong>13</strong>