Den Gulden Winckel. Jaargang 13 - digitale bibliotheek voor de ...
Den Gulden Winckel. Jaargang 13 - digitale bibliotheek voor de ...
Den Gulden Winckel. Jaargang 13 - digitale bibliotheek voor de ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
125<br />
men in die behan<strong>de</strong>ling ondankbaarheid en bot eigenbelang zoekt, be<strong>de</strong>nke men,<br />
of 't in van Veen's geval niet waardiger geweest ware, indien eerbied <strong>voor</strong> zijn eigen<br />
verle<strong>de</strong>n hem, toen die innerlijke omwenteling zich voltrokken had, het zwijgen<br />
had<strong>de</strong> opgelegd.<br />
H. VAN LOON.<br />
De Biecht, door Jeanne Reyneke van Stuwe. - (Amsterdam, L.J. Veen).<br />
‘Vol van een smeulen<strong>de</strong>n gloed’, aldus wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> brieven beschreven, aldus<br />
on<strong>de</strong>rvindt Ma<strong>de</strong>lon, in Holland verblijvend, wat Jacques, heur man, haar uit Indië<br />
schrijft. Wat <strong>de</strong> menschen, het lezend publiek telkens gretig naar Jeanne Reyneke's<br />
romans <strong>de</strong>ed grijpen, was het ook niet die smeulen<strong>de</strong> gloed, <strong>de</strong> lief<strong>de</strong>, die daarin<br />
slag op slag verheerlijkt werd? En <strong>de</strong> verheerlijking <strong>de</strong>r volle, <strong>de</strong>r bovenal zinnelijke<br />
en tee<strong>de</strong>re lief<strong>de</strong>, <strong>de</strong> lief<strong>de</strong>, die niet vlamt, maar smeult en in <strong>de</strong> smeulen<strong>de</strong> hitte<br />
van <strong>de</strong>n gloed, door <strong>de</strong>n tegenspoed van uiterlijke omstandighe<strong>de</strong>n veroorzaakt,<br />
zich het schoonst en krachtigst toont, heeft ook haar beste werk tot iets van hooge<br />
waar<strong>de</strong> gemaakt.<br />
Dit boek, dat <strong>de</strong> allures heeft van een roman, is een bun<strong>de</strong>l vertellingen. Verhalen<br />
van ongelijke waar<strong>de</strong>. De eerste vertellen van lief<strong>de</strong>, dat is van het minneleed<br />
tusschen man en vrouw, daar <strong>de</strong> wreedheid <strong>de</strong>r realiteit, buiten <strong>de</strong>n wil <strong>de</strong>r naar<br />
elkan<strong>de</strong>r gedrevenen om, <strong>de</strong> begeer<strong>de</strong> overeenstemming tusschen bei<strong>de</strong>r gevoelens<br />
en verwachtingen belemmert. Het is <strong>de</strong> druk van het onafwendbare, dat <strong>de</strong> fierheid<br />
<strong>de</strong>zer vrouwenhartstochten knakt. De innigheid in <strong>de</strong> beschrijving daarvan doet het<br />
verháaltje vergeten. Het verzinnen van een omgeving, van <strong>de</strong> aanleiding tot het<br />
doen botsen van karakters is geenszins mevrouw Kloos' kracht. O zeker, ik<br />
on<strong>de</strong>rschat niet <strong>de</strong>n ijver en <strong>de</strong> nauwgezetheid, <strong>de</strong> geestkracht, <strong>de</strong> schran<strong>de</strong>rheid<br />
en <strong>de</strong> belangstellen<strong>de</strong> volharding, waarmee zij, vrouw en leek, zich ten behoeve<br />
van een aantal harer romans zóó innig in een speciaal vak of bijzon<strong>de</strong>ren kring van<br />
maatschappelijk- en sportgedoe wist in te werken, dat wie zich daar krachtens<br />
beroep of liefhebberij aan geven, er niets of nauwelijks iets op aan te merken had<strong>de</strong>n.<br />
Deze ‘documents humains’, wie zou ze <strong>de</strong>n realistischen auteurs misgunnen, laat<br />
staan hun daar een verwijt van maken? Maar wat ik <strong>voor</strong>namelijk tegen later<br />
verschenen romans <strong>de</strong>zer geboren schrijfster als ernstige grief voel, het is dat zij<br />
het aldus uiteraard louter verstan<strong>de</strong>lijk te harer kennis gekomene te weinig heeft<br />
verwerkt. In plaats dat <strong>de</strong>ze losse ervaringen haar in 't bloed overgingen, zoodat ze<br />
het karakter van opzettelijke <strong>voor</strong>bereiding tot <strong>de</strong>n roman verloren, heeft <strong>de</strong> auteur<br />
<strong>de</strong>ze brokken wetenswaardigheid te vaak in 't geheel van het verhaal ingelascht,<br />
zooals <strong>de</strong> kranten vertellen, dat mo<strong>de</strong>rne schil<strong>de</strong>rs en beeldhouwers aan hun werk<br />
dingen toevoegen, die met <strong>de</strong> aangewen<strong>de</strong> materie niets te maken hebben.<br />
Waarschijnlijk is dit bij mevrouw Jeanne Reyneke van Stuwe een gevolg van<br />
overhaast arbei<strong>de</strong>n. De productiviteit <strong>de</strong>zer schrijfster op zich zelf reeds is<br />
bewon<strong>de</strong>renswaardig. Maar ook in <strong>de</strong>zen bun<strong>de</strong>l wreekt zich dat gebrek aan zorg<br />
en atmosfeer. Daardoor zijn <strong>de</strong> twee laatste vertellingen tot schetsen gewor<strong>de</strong>n,<br />
die, als feuilleton in een dag- of weekblad geplaatst, waar<strong>de</strong>ering kunnen wekken<br />
als nieuwsgierigheidsbevrediging, ofschoon toch een Steynen, om van Poe niet te<br />
spreken, het gegeven van <strong>de</strong>n man met <strong>de</strong> misdadigershand in zijn blijkbaar fataal<br />
bedoel<strong>de</strong> schrikwekkendheid snij<strong>de</strong>n<strong>de</strong>r zou hebben behan<strong>de</strong>ld.<br />
<strong>Den</strong> <strong>Gul<strong>de</strong>n</strong> <strong>Winckel</strong>. <strong>Jaargang</strong> <strong>13</strong>