Den Gulden Winckel. Jaargang 13 - digitale bibliotheek voor de ...
Den Gulden Winckel. Jaargang 13 - digitale bibliotheek voor de ...
Den Gulden Winckel. Jaargang 13 - digitale bibliotheek voor de ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
150<br />
<strong>voor</strong> oogen kon wor<strong>de</strong>n gesteld. Het is Lambert Melisz van Westzaan. Uit die<br />
aanduiding twee hon<strong>de</strong>rd jaren kunnen we al opmaken, dat het boekje<br />
omstreeks 1820 moet verschenen zijn. De titel toch vermeldt geen jaartal; daarop<br />
lezen we alleen, in letters met sierlijke krullen omgeven: Ou<strong>de</strong>rlief<strong>de</strong> van<br />
Lambert Melisz. Dan volgt een gekleurd vignet met on<strong>de</strong>rschrift: ‘Oppius redt<br />
zijnen Va<strong>de</strong>r. Rom. gesch. XIX <strong>de</strong>el’. Het is uitgegeven ‘te Rotterdam, bij Mensing<br />
en van Westreenen’. In een kort Voorberigt vermel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> uitgevers dat ze met<br />
het boekje beoogen ‘<strong>de</strong> kleine of jonge kin<strong>de</strong>ren prentjes te laten zien, en <strong>de</strong> grootere<br />
daar ook wat te lezen bij te geven’. Ze hopen dat het zal kunnen dienen als<br />
tegenwicht tegen ‘laffe prenten en ondoelmatige bijschriften’. Het is <strong>voor</strong>al om die<br />
ou<strong>de</strong>, gekleur<strong>de</strong> prentjes, dat dit boekje nog groote aantrekkelijkheid <strong>voor</strong> ons heeft.<br />
't Bevat er acht. Het zijn van die plaatjes die, evenals dat op <strong>de</strong> ou<strong>de</strong><br />
cents-kin<strong>de</strong>rprenten vaak het geval was, het won<strong>de</strong>rlijk verschijnsel te zien geven,<br />
dat het blauw van Lamberts broek, zich ook nog op verschillen<strong>de</strong> plaatsen naast<br />
dat kleedingstuk vertoont. Zoo ook <strong>de</strong> groene kleur van zijn moe<strong>de</strong>rs jak; op éen<br />
plaatje, waar <strong>de</strong> zoon wat dicht bij haar staat, heeft dat groen zich zelfs aan zijn<br />
neus meege<strong>de</strong>eld. Merkwaardig is ook het grijs-groene riet, en <strong>voor</strong>al <strong>de</strong> grasgroene<br />
wei<strong>de</strong> aan <strong>de</strong>n zoom van het ijs. Eigenaardig is het dat, letten we op 't gezicht van<br />
Lambert, hij eer <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n man dan <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n zoon <strong>de</strong>r ou<strong>de</strong> vrouw zou kunnen<br />
doorgaan. Ik vermeld dit alles niet, om met die plaatjes <strong>de</strong>n spot te drijven.<br />
Integen<strong>de</strong>el. Ik wil ermee wijzen op iets dat nog merkwaardiger is dan die plaatjes<br />
zelf: nl. het feit dat wij in onze dagen van waarlijk artistiek geïllustreer<strong>de</strong> boekjes<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> jeugd, van, i.a. gesproken, een streven naar ‘schoonheid’ bij <strong>de</strong> opvoeding,<br />
toch nog met welgevallen - zij 't soms glimlachend - kunnen kijken naar <strong>de</strong>rgelijke<br />
on-artistieke prentjes in ou<strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rboeken; ja zelfs met een zeker heimwee: <strong>de</strong>n<br />
weemoed van een <strong>voor</strong> <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren van onze dagen verloren paradijs. Zou 'm dat<br />
zitten in 't naieve, 't onbeholpene, 't pretentielooze van zulke illustraties? Of zou 't<br />
enkel zijn - onbewust - <strong>de</strong> bekoring van het ou<strong>de</strong>, enkel omdat het oud is? Ik weet<br />
het niet; misschien werken daarbij bei<strong>de</strong> invloe<strong>de</strong>n. Maar toch geloof ik dat <strong>de</strong> twijfel<br />
niet geheel-en-al ongemotiveerd is, die zich uit in <strong>de</strong> vraag: zou het kind wel rijp zijn<br />
<strong>voor</strong> 't ‘artistieke’; zou 't ‘onbeholpene’ niet meer ‘<strong>de</strong>s kinds’ zijn? En ook: zou<br />
werkelijk een ‘artistiek’ opgevoed geslacht op later leeftijd zooveel meer en zooveel<br />
beter van groote en kleine kunst kunnen genieten dan een geslacht, dat zich heeft<br />
moeten ‘behelpen’ met cents-prenten?<br />
Ik keer weer terug tot Lambert. Op 't eerste plaatje zien we hem als<br />
‘Scheepmakersjongen te Westzaan werken<strong>de</strong> (1574)’. Sommigen van <strong>de</strong> lezers<br />
zullen zich misschien verwon<strong>de</strong>ren, zegt <strong>de</strong> schrijver, ‘dat ik u over zulk eenen<br />
geringen man, als daar uitgebeeld staat, wil on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n’. Die mogen echter<br />
be<strong>de</strong>nken ‘dat men het e<strong>de</strong>le en goe<strong>de</strong> niet altijd bij lie<strong>de</strong>n van aanzien zoeken<br />
moet’. En nu zal <strong>de</strong>ze Lambert Melisz aan die lezers wor<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>gesteld ‘als een<br />
<strong>voor</strong>beeld van ou<strong>de</strong>rlief<strong>de</strong>; eene <strong>de</strong>ugd’ - gaat <strong>de</strong> schrijver <strong>voor</strong>t - ‘waarop God eene<br />
belofte van bijzon<strong>de</strong>ren zegen uitgesproken heeft, en welke belofte Gods ook aan<br />
Lambert Melisz is vervuld gewor<strong>de</strong>n’. Op welke wijze dat geschied<strong>de</strong>, lezen we op<br />
<strong>de</strong> laatste bladzij van 't boekje. Men kent <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis; men weet hoe moe<strong>de</strong>r<br />
en zoon behou<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> stad Hoorn aankwamen - een gebeurtenis, die <strong>de</strong> regeering<br />
<strong>de</strong>zer stad in steen liet beitelen, en aan <strong>de</strong> Westerpoort plaatsen.<br />
Doch niet alleen menschelijke eer, mijne kin<strong>de</strong>ren! viel Lambert Melisz<br />
te beurt; maar God vervul<strong>de</strong> ook aan hem zijne belofte van bijzon<strong>de</strong>ren<br />
zegen; want Lambert Melisz trouw<strong>de</strong> in die stad eene zeer brave vrouw,<br />
leef<strong>de</strong> met haar gelukkig en kreeg vele kin<strong>de</strong>ren, die hem alle zeer lief<br />
<strong>Den</strong> <strong>Gul<strong>de</strong>n</strong> <strong>Winckel</strong>. <strong>Jaargang</strong> <strong>13</strong>