29.07.2013 Views

Den Gulden Winckel. Jaargang 13 - digitale bibliotheek voor de ...

Den Gulden Winckel. Jaargang 13 - digitale bibliotheek voor de ...

Den Gulden Winckel. Jaargang 13 - digitale bibliotheek voor de ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

157<br />

Van Kol meermalen wordt aangehaald: ‘Toen ik dit heerlijke, weldadige, mooie,<br />

o! zoo mooie boek in han<strong>de</strong>n kreeg van Augusta <strong>de</strong> Wit, dacht ik, dat wanneer<br />

er nog eens een paar schrijvers als <strong>de</strong>ze opston<strong>de</strong>n, dan zou ein<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong> hoop<br />

ontstaan een Ne<strong>de</strong>rlandsch-Indische literatuur te krijgen, die door haar<br />

verfrisschen<strong>de</strong>n, verreinen<strong>de</strong>n invloed het leven daar kon zuiveren van materialisme.<br />

- Ik meen<strong>de</strong> vroeger altijd dat het aan Indië zelf lag, dat het daar geen land was om<br />

mooie dingen te zien en daar vreug<strong>de</strong>vol van te schrijven. Maar nu is het gekomen!<br />

dit mooie boek heeft het mij doen zien’. Van die ‘een paar schrijvers als <strong>de</strong>ze’ is er<br />

hier een.<br />

Dr. CALKOEN.<br />

Tooneel<br />

Dramatische Werken van Bernard Canter. (Me<strong>de</strong>a, <strong>de</strong> Bron <strong>de</strong>r Jeugd,<br />

<strong>de</strong> Gijzelaars). - (Amersfoort, Valkhoff en Co.).<br />

De heer Canter is een geestig man en een schrijver van ras. Geen letterkundig<br />

kunstenaar, voldoet hij nochtans aan <strong>de</strong> eischen van een uitstekend en<br />

belangwekkend publicist. De heer Canter toch is iemand met een scherp en<br />

onafhankelijk oor<strong>de</strong>el. Naar hem te luisteren, kan tot verdieping van <strong>de</strong>s lezers<br />

inzicht strekken. Hij raakt vaak aan die lagen van het bewustzijn, welke het dagblad,<br />

waaruit toch tegenwoordig negen en negentig procent van het publiek zijn wijsheid<br />

en zijn oor<strong>de</strong>el put, noodgedwongen ontkent. Men mag <strong>de</strong>n schrijvers in kranten<br />

daar geen verwijt van maken. Voor een <strong>de</strong>el beseffen zij zelf dat gemis, maar ...<br />

een courant is nu eenmaal ge<strong>de</strong>eltelijk konfektiewerk, ze is gepast op het begrip<br />

en het bevattingsvermogen van jan en alleman. En aan die bei<strong>de</strong> heeren heeft <strong>de</strong><br />

schrijver <strong>de</strong>zer dramatische werken nu juist gruwelijk <strong>de</strong> mier, als u me <strong>de</strong> uitdrukking<br />

veroorlooft.<br />

Begaafd met een pakken<strong>de</strong>n stijl, een levendige verbeelding en een scherp<br />

opmerkingsvermogen, alle kostelijke eigenschappen, die <strong>de</strong>n journalist moeten<br />

tooien, en die Bernard Canter dan ook bij <strong>voor</strong>keur in verhalen vol ‘leuken’ humor<br />

ten dienste <strong>de</strong>r feuilleton-rubriek in dag- en weekbla<strong>de</strong>n heeft gesteld, wil hij niettemin<br />

méér dan <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> lezer van zijn avond- en ochtendblad vraagt.<br />

Daarmee is gezegd, dat <strong>de</strong> auteur behalve in zich zelf van zijn werk weinig<br />

voldoening zal on<strong>de</strong>rvin<strong>de</strong>n. De aard van dat werk brengt het mee: het is niet <strong>voor</strong><br />

<strong>de</strong> massa. Maar wat <strong>de</strong> ‘viel zu Vielen’ afschrikt, trekt an<strong>de</strong>ren aan. Met het begrip,<br />

<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>ering en <strong>de</strong> gegron<strong>de</strong> aanmerking <strong>de</strong>zer laatsten moet <strong>de</strong> heer Canter<br />

zich dus tevre<strong>de</strong>n stellen. Maar daarin juist schijnt hij niet of moeilijk zich te kunnen<br />

schikken.<br />

Een schrijver is meestal een ingewikkeld wezen. Niet gediend van laffen lof van<br />

wie zijn werk toch niet vatten, daarvan het vooze en valsche maar al te scherp<br />

beseffend, behoeft hij an<strong>de</strong>rzijds <strong>de</strong> aanmoediging, <strong>de</strong>n steun of <strong>de</strong>... verblinding<br />

daarvan. Ofschoon met Goethe in theorie en <strong>de</strong>els ook in <strong>de</strong> praktijk <strong>de</strong>n bijval <strong>de</strong>r<br />

menigte versma<strong>de</strong>nd, snakt hij toch naar kontakt met diezelf<strong>de</strong> menigte. Staan<strong>de</strong><br />

buiten <strong>de</strong>n kring als een banneling, geniet hij van die vereenzaming <strong>de</strong>n zoeten<br />

trots, <strong>de</strong> kracht <strong>de</strong>r alleenheid. Eenzaamling blijvend, kan hij bij tij<strong>de</strong>n toch verlangen<br />

met <strong>de</strong> menigte één te zijn. Maar <strong>de</strong>el <strong>de</strong>r massa, wenscht hij zich zelf te blijven.<br />

Zich zelf is hij immers het naast. Een dubbelleven levend, in zijn geest en in <strong>de</strong><br />

<strong>Den</strong> <strong>Gul<strong>de</strong>n</strong> <strong>Winckel</strong>. <strong>Jaargang</strong> <strong>13</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!