Den Gulden Winckel. Jaargang 13 - digitale bibliotheek voor de ...
Den Gulden Winckel. Jaargang 13 - digitale bibliotheek voor de ...
Den Gulden Winckel. Jaargang 13 - digitale bibliotheek voor de ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
G.v.E.<br />
140<br />
vreedzaam grazen<strong>de</strong> koeien die paar<strong>de</strong>n met wuiven<strong>de</strong> manen en staarten<br />
zoo vroolijk op en neer? Natuurlijk, omdat het leven op een Berkelwei<strong>de</strong><br />
zoo frisch en fleurig is. Waar water is, waait het; langs kleine rivierkens<br />
zeilen aardige zephirs. Daar komt er juist een. Het van <strong>de</strong>n hemel blauw<br />
en witte Berkelvlak begint ineens zilverig te rimpelen. De zon gaat met<br />
<strong>de</strong> rimpelingen stoeien en vonkt zilveren flikkeringen op <strong>de</strong> fleurige golfjes.<br />
En hoor, <strong>de</strong> popels, die slank, kaarsrecht in het gelid, klaar <strong>voor</strong> <strong>de</strong> para<strong>de</strong>,<br />
op <strong>de</strong>n an<strong>de</strong>ren oever staan, ze beginnen met hun loslippige bla<strong>de</strong>n te<br />
babbelen, te babbelen dat het hier klinkt als beekgekabbel. Zie die blauwe<br />
knotwilgen met hun zilveren on<strong>de</strong>rblad wuiven. Dat die ou<strong>de</strong> heeren zoo<br />
iets fleurigs kunnen krijgen! Hoe <strong>de</strong>ftig komt nu ook <strong>de</strong> hooger schoorsteen<br />
van het Draafsel uit <strong>de</strong> eiken kijken! Nu is <strong>de</strong> zephir <strong>voor</strong>bij, en alles valt<br />
stil. De paar<strong>de</strong>n grazen rustig naast <strong>de</strong> pinken, <strong>de</strong> pompelig-dikke wilgen<br />
blauwen, <strong>de</strong> peppels bewegen niet, en blank weerspiegelt <strong>de</strong> Berkel weer<br />
<strong>de</strong>n hemel.<br />
Gids <strong>voor</strong> Padvin<strong>de</strong>rs, Indianen-verhaal, Prikkel-Idyllen (VI), door<br />
Cornelis Veth - (Bussum, C.A.J. van Dishoeck).<br />
Cornelis Veth heeft een vlot vernuft, een gemakkelijk bevattings- en<br />
aanpassings-vermogen en een lichten, prettig aanspreken<strong>de</strong>n stijl. Altemaal kostelijke<br />
gaven <strong>voor</strong> <strong>de</strong>n <strong>voor</strong>lichter <strong>de</strong>r openbare meening, die <strong>de</strong> dagbladschrijver is, althans<br />
behoort te zijn. Over allerhan<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen weet hij frisch en on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>nd te<br />
keuvelen en, moge hij zich al eens niet bij zijn leest hou<strong>de</strong>n, verlei<strong>de</strong>n die vlugge<br />
spotzucht en pen hem wel eens tot een overijl<strong>de</strong> en onbillijke veroor<strong>de</strong>eling van<br />
iets, wat met an<strong>de</strong>re maat moest wor<strong>de</strong>n gemeten: een kniesoor, die het <strong>de</strong>zen<br />
begaaf<strong>de</strong>n jonkman, <strong>de</strong>zen spotter en wil<strong>de</strong>bras, <strong>de</strong>zen brutalen rakker en ...<br />
<strong>de</strong>gelijken weter kwalijk neemt... Hoe boeiend en prettig weet hij ons niet over<br />
prentkunst in te lichten; met welk een warme geestdrift staat hij pal <strong>voor</strong> wat hem<br />
schoon en echt en waarlijk talentvol dunkt, afgeschei<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> vraag, of het uiterlijk<br />
wel aantrekkelijk is dan wel of <strong>de</strong> menigte het waar<strong>de</strong>ert; tot welken barschen gloed<br />
van verontwaardiging leidt hem niet zijn zelfbewuste strijdlust, als hij <strong>de</strong> door hem<br />
<strong>voor</strong>gestane beginselen geschon<strong>de</strong>n, een onbevoeg<strong>de</strong> zich tot <strong>de</strong>skundige opwerpen<br />
ziet!<br />
Die veelzijdigheid, <strong>de</strong>ze levendige, speuren<strong>de</strong>, licht gewekte belangstelling, ze<br />
moge hem wel eens te haastig naar <strong>de</strong> pen doen grijpen: ten slotte bepaalt men<br />
aan een blad niet alléén waarover men zijn oor<strong>de</strong>el te zeggen heeft. En ook buiten<br />
<strong>de</strong> kolommen van een krant dringt hem in 't leven nog voldoen<strong>de</strong> stof tot 't uiten van<br />
zijn vaak striemen<strong>de</strong> meening.<br />
Wàt hij striemt is niet steeds dui<strong>de</strong>lijk. Hij zelf heeft het eens onverbloemd<br />
uitgesproken en men gelooft het terstond: ten<strong>de</strong>ns moet men in zijn tot sarcasme<br />
gaan<strong>de</strong>n humor niet zoeken. Dat hij er geen ver<strong>de</strong>re bedoeling mee heeft, m.a.w.<br />
zijn spotzucht onbevangen allerhan<strong>de</strong> malligheid van overdrijving en onechtheid<br />
on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>n neemt is daarvan juist <strong>de</strong> grootste bekoring.<br />
Met zijn ‘Prikkel-idyllen’ heeft hij roem verworven. De naam, gelukkig gevon<strong>de</strong>n,<br />
sloeg in. Desgelijks <strong>de</strong>ed zijn fijne humor, zoowel in <strong>de</strong> parodieën op prikkellectuur<br />
als in zijn koddige plaatjes. Wat in die eerste spotternijen aantrok, heeft Dirk Coster<br />
scherp aangegeven, doelend op <strong>de</strong> flauwe verschuiving daarin van zin en taal met<br />
<strong>Den</strong> <strong>Gul<strong>de</strong>n</strong> <strong>Winckel</strong>. <strong>Jaargang</strong> <strong>13</strong>