29.07.2013 Views

Den Gulden Winckel. Jaargang 13 - digitale bibliotheek voor de ...

Den Gulden Winckel. Jaargang 13 - digitale bibliotheek voor de ...

Den Gulden Winckel. Jaargang 13 - digitale bibliotheek voor de ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

27<br />

bladzij<strong>de</strong> open ligt: tot meevoelen, meelij<strong>de</strong>n met <strong>de</strong>ze door een obsessie bezetenen,<br />

heeft <strong>de</strong> schrijver mij niet kunnen roeren.<br />

H. VAN LOON.<br />

De profundis clamavi, door Henri van Wermeskerken. (Uitg. Scheltens<br />

en Giltay, Amsterdam).<br />

‘Leo Sme<strong>de</strong>r’, het boek waarme<strong>de</strong> <strong>de</strong> heer van Wermeskerken <strong>de</strong>buteer<strong>de</strong>, <strong>de</strong><br />

sympathieke poging tot rehabilitatie van een weinig-begrepene en daarom<br />

fel-veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong>, had geen groote literaire kwaliteiten, maar trof toch door iets échts,<br />

iets innigs, van een kind, dat opkomt <strong>voor</strong> een verguis<strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r. Als zoodanig kon<br />

het boek wor<strong>de</strong>n geaccepteerd en geapprecieerd.<br />

Tot het spoedig daarna bleek, dat het verlangen tot rechtvaardiging niet 's heeren<br />

van Wermeskerken eenig motief was; want in korte perio<strong>de</strong>n verschenen <strong>de</strong> literair<br />

nog min<strong>de</strong>r beteekenen<strong>de</strong> ‘Sme<strong>de</strong>r en Zn’ en ‘Van het Won<strong>de</strong>re Geluk’, waardoor<br />

dui<strong>de</strong>lijk werd, dat <strong>de</strong> heer van Wermeskerken in zijn eerste sympathieke boek méer<br />

wil<strong>de</strong> gezien hebben dan een daad van piëteit alleen; dat hij daarme<strong>de</strong>, wellicht<br />

door het vrij gunstige onthaal van Leo Sme<strong>de</strong>r, wenschte te beginnen een reeks<br />

van boeken; dat hij wenschte beschouwd te wor<strong>de</strong>n, enfin, als schrijver. Vandaar<br />

dat op die latere boeken scherper critiek kon wor<strong>de</strong>n toegepast dan op het eerste,<br />

dat men meer eerbiedig<strong>de</strong> als iets liefs.<br />

Zoo kwamen nog later, in haast ontstellend-snelle opeenvolging: ‘De Armen van<br />

Geest’ en ‘De Assenhoeve’. En zoo kwam nu het boek met <strong>de</strong>n wat pronkerigen<br />

titel en het bijna-onvermij<strong>de</strong>lijk wor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> ‘portret van <strong>de</strong>n Schrijver’. Er ontbreekt<br />

alleen nog maar een ‘opgedragen aan...’ De Profundis clamavi - Van uit <strong>de</strong> diepte<br />

heb ik geschreeuwd - met, als on<strong>de</strong>rtitel: ‘De biecht eener moe<strong>de</strong>r’.<br />

Veel verwachting hebben we niet na het zwakke, slordige begin:<br />

‘Thea, mijn lieveling... het is herfst...<br />

De zwaluwen zamelen. Hoog in <strong>de</strong> herfstluchten zamelen <strong>de</strong> zwaluwen... dán<br />

trekken ze heen... Maar nog eenmaal strijken zij neer op <strong>de</strong> eigen nesten, en sjilpen<br />

zacht een lied van herinnering. Ze herinneren een zomer van lief<strong>de</strong>geluk, van<br />

verwachting en van trouwe zorgen. De kleine hartjes kloppen van<br />

scheidingsweemoed. Weten ze of ze zullen weerzien?... De zwaluwen zamelen, en<br />

het is herfst, Thea...<br />

Zoo gaat het nog enkele bladzij<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>t, totdat men, door-lezen<strong>de</strong>, wat je als<br />

aankomend recensent nog plicht-getrouw doet, gaan<strong>de</strong>weg, ongemerkt haast, op<br />

eens getroffen wordt door een veran<strong>de</strong>ring, die ditmaal is een verbetering.<br />

De schrijver is ‘er in’; hij beheerscht zijn on<strong>de</strong>rwerp; er komt een toon van échtheid.<br />

Aan <strong>de</strong>n onzuiveren aanvang <strong>de</strong>nkt men dan niet meer, want allengs wordt <strong>de</strong> taal<br />

eenvoudig, waar, onopgeschroefd en <strong>voor</strong>al vlot-loopend.<br />

Met een geboei<strong>de</strong> belangstelling leest men door, <strong>de</strong>ze biecht van een moe<strong>de</strong>r<br />

aan haar kind. waarin dit laatste wordt me<strong>de</strong>ge<strong>de</strong>eld en dui<strong>de</strong>lijk gemaakt, dat het<br />

niet is het kind van wien het va<strong>de</strong>r noem<strong>de</strong>, maar - en ook dien va<strong>de</strong>r bleef dit<br />

onbekend - van een uit Indië weer-gekeer<strong>de</strong>n jeugd-vriend.<br />

Dit boek had als on<strong>de</strong>rtitel kunnen hebben ‘<strong>de</strong> kreet naar het moe<strong>de</strong>rschap’.<br />

Eva, <strong>de</strong> biechtelinge, is <strong>de</strong> personificatie van het moe<strong>de</strong>rschap-verlangen. Dit<br />

overstemt al het an<strong>de</strong>re, doet haar zich zelfs verzoenen met <strong>de</strong>n opgedrongen, veel<br />

<strong>Den</strong> <strong>Gul<strong>de</strong>n</strong> <strong>Winckel</strong>. <strong>Jaargang</strong> <strong>13</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!