29.07.2013 Views

Den Gulden Winckel. Jaargang 13 - digitale bibliotheek voor de ...

Den Gulden Winckel. Jaargang 13 - digitale bibliotheek voor de ...

Den Gulden Winckel. Jaargang 13 - digitale bibliotheek voor de ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

116<br />

Bret Harte; toch zijn <strong>de</strong> genoem<strong>de</strong> persifflages bij <strong>de</strong>n laatste volstrekt niet min<strong>de</strong>r<br />

in waar<strong>de</strong>. Thackeray is <strong>de</strong> betere stylist, maar als in alles is hij ook hier moralist,<br />

misschien wel te zeer. De parodie van Bulwer, die Bret Harte schreef, is misschien<br />

nog zuiver<strong>de</strong>r, omdat ze, met slechts zeer weinig, <strong>de</strong>n humbug aantoont van <strong>de</strong><br />

cynisch aristocratische pose <strong>de</strong>r intellectueele heroën van dien gevier<strong>de</strong>n auteur.<br />

Thackeray heeft meer mid<strong>de</strong>len daartoe noodig; in zijn ‘George <strong>de</strong> Barnwell’<br />

velt hij vonnis zoowel over <strong>de</strong>n Uebermensch-misdadiger als over <strong>de</strong>n bel-esprit,<br />

die Bulwer's hel<strong>de</strong>n in zich vereenigen; daarenboven is zijn stijlnavolging schitterend.<br />

Het eerste hoofdstuk is waarlijk subliem. Bovendien brengen Thackeray's parodieën<br />

<strong>de</strong> charme van zijn geestige prentjes mee. Disraeli moet <strong>de</strong> parodie (ook uitstekend<br />

geïllustreerd) Codlingsby hoogst kwalijk hebben genomen; zij is dan ook door<br />

het pocherige, pronkerige en reclameachtige heen. De goedmoedige bluf in Charles<br />

Lever is door Thackeray en Harte bei<strong>de</strong> met goedmoedigheid behan<strong>de</strong>ld. Het eerste<br />

hoofdstuk van <strong>de</strong> Cooper-parodie is bij Thackeray prachtig, het twee<strong>de</strong> veel min<strong>de</strong>r;<br />

bij Harte is het gansche verhaal niet zeer treffend. Thackeray heeft met zijn<br />

‘Barbazure’, waarvan <strong>de</strong> historie op Ivanhoe en op The Bri<strong>de</strong> of Lammermoor<br />

gelijkt, Walter Scott niet bedoeld, doch één zijner navolgers, James; zeker is het<br />

dat <strong>de</strong> meester van <strong>de</strong>n historischen roman een e<strong>de</strong>ler object ware geweest. Tot<br />

het beste wat in dit genre geschreven is, behoort Bret Harte's ‘Miss Mix’ waarin<br />

<strong>de</strong> opgewon<strong>de</strong>nheid en het hysterische van ‘Jane Eyre’ prachtig zijn blootgelegd.<br />

De laatste parodie waarover ik hier spreken zal is een vrij nieuwe: ‘Emma o<strong>de</strong>r<br />

das geheimnisvolle Dienstmädchen’ van Julius Stin<strong>de</strong>. Ik heb <strong>de</strong>ze<br />

parodie <strong>voor</strong> het laatst bewaard omdat ze zeer schitterend is, maar tevens veel<br />

min<strong>de</strong>r kunstvol dan ze had kunnen zijn. Ze toont zeer sterk het gevaar aan, waaraan<br />

een auteur zich blootstelt, wanneer het geestig en amusant zijn hem meer waard<br />

is dan het waar zijn, ook in het ironische. Om amusant te zijn, heeft Stin<strong>de</strong>, wiens<br />

parodie zeer lang is en eigenlijk het gansche on<strong>de</strong>rwerp van <strong>de</strong>n sensatieroman<br />

ineens uitput, zichzelf geen moeite en <strong>de</strong>n lezer geen kluchtigen inval bespaard.<br />

<strong>Den</strong> toon en het gebied van <strong>de</strong>n keukenmei<strong>de</strong>nroman elk oogenblik verlaten<strong>de</strong>,<br />

en zich heel niet storend aan <strong>de</strong> grenzen <strong>de</strong>r sfeer, levert hij een somtijds zeer rake,<br />

en niet zel<strong>de</strong>n zeer komische hekeling van het mo<strong>de</strong>rne Berlijn: <strong>de</strong> reclame-zucht<br />

<strong>de</strong>r tij<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> politieke en tooneeltoestan<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> prikkelzucht van het uitgaand<br />

publiek, <strong>de</strong> won<strong>de</strong>ren <strong>de</strong>r mechaniek, <strong>de</strong> kunstfeuilletons, <strong>de</strong><br />

kunst-aan-het-kind-beweging, <strong>de</strong> ge<strong>de</strong>nkteekenen, <strong>de</strong> reformkleeding, <strong>de</strong> kleine<br />

Cohn zelfs, alles krijgt zijn beurt in wil<strong>de</strong> or<strong>de</strong>. Hij schroomt niet uit <strong>de</strong> rol te vallen,<br />

snedig te wor<strong>de</strong>n waar althans schijnbare botheid karakteristiek is <strong>voor</strong> het mo<strong>de</strong>l<br />

dat hij te volgen heeft, en cursiveert om <strong>de</strong> drie woor<strong>de</strong>n alle paradoxale en<br />

sarcastische commentaren die hem in het hoofd komen. Het is volkomen geoorloofd,<br />

aldus een vermakelijk ratjetoe van een boek te maken, maar dit boek is dan niet<br />

alleen geen parodie op een keukenmei<strong>de</strong>nroman, het is iets min<strong>de</strong>rs dan dat, omdat<br />

het geen karakter, geen houding heeft. De ironie is verlaten <strong>voor</strong> satire; maar <strong>de</strong><br />

ironie is iets hoogers, omdat zij haar object eerst in zich opneemt, om er zich boven<br />

te verheffen, terwijl <strong>de</strong> satire van ter zij<strong>de</strong> projectielen werpt.<br />

In ‘Emma’ hebben we dus een parodie, die zich zelf te zeer verloochent, die<br />

verraadt dat men niet te geestig en <strong>voor</strong>al niet te schran<strong>de</strong>r en van alle markten<br />

thuis moet willen zijn, doch in <strong>de</strong> eerste plaats getrouw aan <strong>de</strong> groote lijnen van zijn<br />

eigen project. Stijl, smaak en zelfbeheersching zijn in het komische al zoo zeer van<br />

noo<strong>de</strong> als in an<strong>de</strong>re kunst, en het gemis daaraan is noodlottig <strong>voor</strong> zoovele talenten.<br />

Want dit boek ‘Emma’ zal velen ergeren, vermoeien en zelfs vervelen, juist door het<br />

gemis aan éénheid van houding. En zie eens, wat er toch aan kostelijk ironisch' in<br />

bedacht is! De koetsier, een vermomd Jezuïet, die onverwachts, in antwoord op<br />

<strong>Den</strong> <strong>Gul<strong>de</strong>n</strong> <strong>Winckel</strong>. <strong>Jaargang</strong> <strong>13</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!