Den Gulden Winckel. Jaargang 13 - digitale bibliotheek voor de ...
Den Gulden Winckel. Jaargang 13 - digitale bibliotheek voor de ...
Den Gulden Winckel. Jaargang 13 - digitale bibliotheek voor de ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
164<br />
van zelf wàt hij met zijn werk bedoel<strong>de</strong>, wàt hij dan wél wou en hoe hij zijn arbeid<br />
opvatte.<br />
- ‘Mijn rol schijnt te zijn die van “trait d'union” tusschen <strong>de</strong> kunstenaars-wereld en<br />
<strong>de</strong>n gewonen ontwikkel<strong>de</strong>n lezerskring. De Nieuwe Gids-richting heeft zich<br />
te veel verbizon<strong>de</strong>rd, is te apart gebleven om door het grooter publiek te wor<strong>de</strong>n<br />
vertroeteld; daarom is dat publiek meestal naar <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>ren teruggegaan. Mijne<br />
plaats is tusschen <strong>de</strong> twee in. Ik ga mee met <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rnen, maar ben toch, door<br />
mijne levensopvatting, dichter bij het gewone, natuurlijk het ernstige, publiek. Ik heb<br />
<strong>voor</strong>al geteekend onze visschers en onze boeren van <strong>de</strong>n achterhoek, uit Gel<strong>de</strong>rland,<br />
en die menschen hebben me mijn maatstaf gegeven. Aan Coenen en an<strong>de</strong>ren die<br />
me zoo bizon<strong>de</strong>r hebben gefeliciteerd met <strong>de</strong> creatie van 't duivelinnetje Henriette<br />
uit De Stad aan 't Veer en me hebben aangespoord méér <strong>de</strong>rgelijke<br />
duivelinnetjes te creëeren, antwoord ik: ik hoef niet méér <strong>de</strong>rgelijke juffertjes te<br />
scheppen, want zulke duivelinnetjes - en waarschijnlijk duiveltjes van <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> soort<br />
- zijn er wel, maar daarnaast hebben we ook gewone menschen. Hollan<strong>de</strong>rs zijn,<br />
in 't algemeen, niet excessief: ze zijn niet heelemaal wit en niet heelemaal zwart,<br />
maar ze zijn bijna allen grijs, menschen van <strong>de</strong> tusschen-soort, gewone menschen,<br />
en <strong>de</strong>ze hebben even veel recht op uitbeelding als <strong>de</strong> ongewone. Mijn i<strong>de</strong>aal is te<br />
kunnen vertellen gelijk Streuvels dat kan, gelijk Sabbe dat <strong>de</strong>ed in zijn Nood <strong>de</strong>r<br />
Bariseeles, en eene echte Heimatkunst te bereiken, eene dóór en door<br />
Hollandsche uiting. Mijn Gel<strong>de</strong>rsch sentiment heeft zich niet gemakkelijk kunnen<br />
aansluiten bij <strong>de</strong> Nieuwe Gids-richting, die meer internationaal is’.<br />
Ik herinner<strong>de</strong> me <strong>de</strong> mooie, pittoreske bladzij<strong>de</strong>n door Haspels geschreven over<br />
zijn Delta-land, <strong>de</strong> groote rivieren en eilan<strong>de</strong>n, in een <strong>de</strong>r boek<strong>de</strong>elen van Ons<br />
Eigen Land door <strong>de</strong>n Ne<strong>de</strong>rlandschen Wielrij<strong>de</strong>rsbond zoo keurig uitgegeven.<br />
Ik herinner<strong>de</strong> me ook welke moeilijkhe<strong>de</strong>n Haspels' <strong>voor</strong>lief<strong>de</strong> <strong>voor</strong> allerlei Hollandsch<br />
dialect me had berokkend bij het lezen van zijn werk ...<br />
Ik vroeg hem daarop van welk Ne<strong>de</strong>rlandsch werk hij 't meest hield, welke<br />
schrijvers van hier of el<strong>de</strong>rs op hem een bizon<strong>de</strong>ren invloed had<strong>de</strong>n gehad.<br />
- ‘Zooals ik U reeds toevertrouw<strong>de</strong>, ben ik als literator een auto-didact. Ik las en<br />
genoot <strong>voor</strong>al Beets en Allard Pierson en later dweepte ik met Van Ee<strong>de</strong>n en ook<br />
Van Deyssel; ik hield ook veel van Bazin en van <strong>de</strong> Scandinaviërs; maar na<strong>de</strong>rhand<br />
ben ik langzamerhand van mijn cosmopolitisme àf gekomen. Alleen Thackeray<br />
herlees ik nog. Tegenwoordig heb ik eene <strong>de</strong>votie <strong>voor</strong> Stijn Streuvels die niet alleen<br />
<strong>de</strong> grootste schrijver van Vlaan<strong>de</strong>ren maar van Ne<strong>de</strong>rland is. Het is een won<strong>de</strong>r<br />
hoe dóór en dóór kunstenaar Streuvels is; hoe hij van een dialect een eigen taal<br />
weet te vormen en alles op zijn werk concentreert; hoe hij <strong>voor</strong> zijn werk een nieuwe<br />
kunsttaal heeft weten te maken. Maurits Sabbe is ten uwent ook een uitstekend<br />
verteller. Hier in Holland vind ik het werk van Gerard van Eckeren en Ina<br />
Boudier-Bakker het <strong>de</strong>gelijkst tusschen <strong>de</strong> laatst verschenen boeken. Boutens en<br />
Bastiaanse zijn mijne twee liefste dichters. Van woordkunst op zich zelve houd ik<br />
niet veel. Woord-kunst mag nooit gedachten-kunst loslaten. Ook van uitheemsche<br />
kunst moet ik niet veel hebben. Het nationale element zal het op <strong>de</strong>n duur toch<br />
winnen; <strong>voor</strong>alsnog heeft onze literatuur niet hare volle hoogte bereikt. Wat ik <strong>voor</strong>al<br />
wil is: <strong>de</strong> dingen bena<strong>de</strong>ren door hunne uiterlijke verschijning, er <strong>de</strong> openbaring van<br />
het zielkundig leven achter zoeken. Wat we moeten bereiken is <strong>de</strong> mensch zelf,<br />
zooals hij draait en wan<strong>de</strong>lt, als 't belangrijkste wezen <strong>de</strong>r schepping. Ik heb in mijne<br />
geestestournure een sterken aandrang: ik heb namelijk een diep ongeloof ten<br />
opzichte van alle groote woor<strong>de</strong>n, van welken kant ze ook komen, maar eene diepe<br />
bewon<strong>de</strong>ring <strong>voor</strong> 't gewoon menschelijke in <strong>de</strong>n mensch. Vroeger zocht ik in <strong>de</strong><br />
leven<strong>de</strong> wezens <strong>voor</strong>al het typische, tegenwoordig meer het gewone. Ik wil niet<br />
<strong>Den</strong> <strong>Gul<strong>de</strong>n</strong> <strong>Winckel</strong>. <strong>Jaargang</strong> <strong>13</strong>