EGF-NL/Families in beweging - Les Familles
EGF-NL/Families in beweging - Les Familles
EGF-NL/Families in beweging - Les Familles
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
P. 131<br />
nende maatregelen die het onbedoelde effect<br />
hebben om de hogere <strong>in</strong>komenscategorieën te<br />
bevoordelen. In het hoger onderwijs gebeurt dit<br />
door de ongelijke onderwijsparticipatie naargelang<br />
de socio-culturele achtergrond van de studenten.<br />
Er is een verschil <strong>in</strong> <strong>in</strong>stroom naar<br />
hogere studies, duur van de studies en keuze<br />
van de studiericht<strong>in</strong>g. Vooral k<strong>in</strong>deren waarvan<br />
de ouders tot de hogere <strong>in</strong>komenscategorieën<br />
behoren, studeren vaker en langer. Aangezien<br />
k<strong>in</strong>derbijslag een universeel recht is en uitbetaald<br />
wordt zolang het k<strong>in</strong>d voltijds onderwijs<br />
volgt (tot maximum 25 jaar), gebeurt er een<br />
herverdel<strong>in</strong>g van de lagere naar de hogere <strong>in</strong>komensklassen<br />
(Cantillon, 1999b).<br />
In Europees perspectief is België één van de<br />
landen die het meest uitgeeft aan k<strong>in</strong>derbijslagen.<br />
Gez<strong>in</strong>nen met k<strong>in</strong>deren kunnen daarnaast<br />
ook aanspraak maken op fiscale voordelen. In<br />
2001 bekleedde België de derde plaats <strong>in</strong> f<strong>in</strong>anciële<br />
tegemoetkom<strong>in</strong>gen voor gez<strong>in</strong>nen <strong>in</strong>dien<br />
er enkel gekeken werd naar de toegekende<br />
belast<strong>in</strong>gsvoordelen en gez<strong>in</strong>sbijslagen. Wanneer<br />
de vergoed<strong>in</strong>gen verbonden aan huisvest<strong>in</strong>g,<br />
k<strong>in</strong>deropvang, onderwijs en gezondheid<br />
<strong>in</strong> reken<strong>in</strong>g werden gebracht, zakte België naar<br />
de 5 e plaats (Cantillon e.a., 2003).<br />
Het debat over de k<strong>in</strong>derbijslag is samen te vatten<br />
<strong>in</strong> drie stell<strong>in</strong>gen. Ten eerste wordt er nagedacht<br />
over de toekenn<strong>in</strong>g van de k<strong>in</strong>derbijslag<br />
en of deze al dan niet afhankelijk moet zijn van<br />
de professionele status van de ouders. Vervolgens<br />
wordt besproken of de k<strong>in</strong>derbijslag al dan<br />
niet een recht is van het k<strong>in</strong>d en welke implicaties<br />
dit heeft op het gebied van de toekenn<strong>in</strong>g<br />
ervan. Tot slot wordt aandacht besteed aan de<br />
kost van een k<strong>in</strong>d. Elke van deze pistes wordt<br />
gepresenteerd met behulp van een stell<strong>in</strong>g<br />
waarna de voor en tegenstanders hun plaats<br />
krijgen.<br />
S C È N E I I I Een panoramische blik gez<strong>in</strong>nen en overheid<br />
STELLING 1: KINDERBIJSLAG IS EEN RECHT<br />
GEKOPPELD AAN HET BESTAAN VAN HET KIND<br />
Hoewel het vanzelfsprekend lijkt dat de opvoeder<br />
van elk k<strong>in</strong>d kan beschikken over k<strong>in</strong>derbijslag,<br />
wordt dit niet automatisch uitbetaald. Eerst<br />
moet er een rechthebbende toegewezen worden.<br />
Door zijn/haar beroepssituatie opent deze<br />
persoon het recht op k<strong>in</strong>derbijslag. Een probleem<br />
is dat niet iedereen de beroepsloopbaan<br />
kan reconstrueren. Bij stopzett<strong>in</strong>g van de betal<strong>in</strong>g<br />
van sociale bijdragen, wat vooral bij zelfstandigen<br />
voorkomt, kan de uitbetal<strong>in</strong>g stopgezet<br />
worden (FOD Sociale Zekerheid, 2006a). Door<br />
een verander<strong>in</strong>g van sociaal statuut, bijvoorbeeld<br />
een werknemer die zelfstandige wordt,<br />
kan er een betal<strong>in</strong>gsonderbrek<strong>in</strong>g optreden<br />
(Steunpunt tot bestrijd<strong>in</strong>g van armoede<br />
bestaansonzekerheid en sociale uitsluit<strong>in</strong>g,<br />
2005). Ondanks het bestaan van een stelsel van<br />
gewaarborgde k<strong>in</strong>derbijslag hebben de ouders<br />
van een aantal k<strong>in</strong>deren geen recht op k<strong>in</strong>derbijslag<br />
(Staatssecretariaat voor Gez<strong>in</strong>nen en<br />
Personen met een handicap, 2004).<br />
Zowel Herman Deleeck (1994) als de Gez<strong>in</strong>sbond<br />
(Pas, 2005) stellen dat het bestaan van het<br />
k<strong>in</strong>d het basiscriterium moet zijn voor het recht<br />
op k<strong>in</strong>derbijslag. Door het staatsburgerschap<br />
heeft elk k<strong>in</strong>d recht op deze ondersteun<strong>in</strong>g.<br />
Afhankelijk van de (f<strong>in</strong>anciële) gez<strong>in</strong>ssituatie<br />
en eigenschappen verbonden aan het k<strong>in</strong>d zoals<br />
leeftijd, gezondheidstoestand en handicap pleiten<br />
zij voor een aangepast bedrag.<br />
Als we het recht koppelen aan het bestaan van<br />
het k<strong>in</strong>d wil dit <strong>in</strong>direct zeggen dat het om een<br />
recht van de ouders gaat. De ouders staan<br />
immers <strong>in</strong> voor de bested<strong>in</strong>g van dit geld. Een<br />
recht voor het k<strong>in</strong>d is dus niet noodzakelijk ook<br />
een recht van het k<strong>in</strong>d (Fierens, 1992). Deze<br />
discussie staat centraal <strong>in</strong> de volgende stell<strong>in</strong>g.