EGF-NL/Families in beweging - Les Familles
EGF-NL/Families in beweging - Les Familles
EGF-NL/Families in beweging - Les Familles
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
P. 134<br />
wordt <strong>in</strong>gegaan op het debat rond de <strong>in</strong>dividualiser<strong>in</strong>g<br />
van belast<strong>in</strong>gen.<br />
Gez<strong>in</strong>nen en fiscaliteit <strong>in</strong> België<br />
Inleid<strong>in</strong>g<br />
In België is het gez<strong>in</strong> de basiseenheid voor de<br />
opbouw van de personenbelast<strong>in</strong>g. Een gez<strong>in</strong><br />
kan bestaan uit een man en een vrouw, twee<br />
mannen of twee vrouwen die samenleven, eventueel<br />
aangevuld met k<strong>in</strong>deren. Om als een gez<strong>in</strong><br />
beschouwd te worden, moet dit wettelijk vastgelegd<br />
zijn door een huwelijk of samenleefcontract 9 .<br />
Feitelijk samenwonenden en éénoudergez<strong>in</strong>nen<br />
worden als alleenstaanden beschouwd. Ook de<br />
uitgebreide familie wordt niet <strong>in</strong> reken<strong>in</strong>g genomen<br />
(Valschaerts, 2005).<br />
Eén van de basispr<strong>in</strong>cipes van de personenbelast<strong>in</strong>g<br />
is de rechtstreekse progressiviteit. Hiermee<br />
wordt bedoeld dat personen/gez<strong>in</strong>nen die<br />
over een hoger <strong>in</strong>komen beschikken, meer<br />
belast<strong>in</strong>gen betalen dan zij <strong>in</strong> lagere <strong>in</strong>komensschalen.<br />
Dit beeld moet wel genuanceerd worden<br />
door het bestaan van belast<strong>in</strong>gsvrije<br />
sommen en belast<strong>in</strong>gaftrek. Er wordt <strong>in</strong> de realiteit<br />
reken<strong>in</strong>g gehouden met het <strong>in</strong>komen, het<br />
vermogen en de gez<strong>in</strong>ssamenstell<strong>in</strong>g (Deleeck,<br />
2001; Van Haegendoren, 1996). Om het fiscale<br />
beleid gez<strong>in</strong>svriendelijk te maken, kan de overheid<br />
kiezen uit vier technieken: belast<strong>in</strong>gsaftrek<br />
en -verm<strong>in</strong>der<strong>in</strong>gen, belast<strong>in</strong>gskrediet, de<br />
belast<strong>in</strong>gsvrije som en het voordelig belast<strong>in</strong>gstarief<br />
(Cantillon e.a., 2003).<br />
Toen het belast<strong>in</strong>gssysteem <strong>in</strong> 1944 werd uitgetekend,<br />
stond het kostw<strong>in</strong>nersmodel centraal.<br />
Dit houdt <strong>in</strong> dat een gez<strong>in</strong> (over)leeft met één<br />
beroeps<strong>in</strong>komen dat meestal door de man verdiend<br />
wordt. Vanaf de jaren 1960 veranderde<br />
dit traditionele arbeidspatroon. Tweeverdienersgez<strong>in</strong>nen<br />
kwamen op en werden langzaam<br />
maar zeker het standaard gez<strong>in</strong>stype. In de jaren<br />
1950 g<strong>in</strong>g men er echter nog vanuit dat de<br />
vrouw door het huwelijk economisch afhankelijk<br />
F A M I L I E S I N B E W E G I N G<br />
werd van haar partner. De overheid kende<br />
daarom afgeleide sociale en fiscale rechten toe.<br />
Concreet werden door dit systeem de thuiswonende<br />
meerderjarige k<strong>in</strong>deren of de huwelijkspartner<br />
beschermd door het <strong>in</strong>komen van één<br />
van de partners. De hoogte van de uitker<strong>in</strong>gen<br />
was afhankelijk van de gez<strong>in</strong>ssituatie (Cantillon,<br />
1999a; Jepsen e.a., 1997).<br />
Personenbelast<strong>in</strong>g<br />
In 1962 werden de <strong>in</strong>komsten van gehuwden<br />
volledig samengeteld voor de bereken<strong>in</strong>g van de<br />
belast<strong>in</strong>g (cumul). Reken<strong>in</strong>g houdend met de<br />
progressiviteit van het belast<strong>in</strong>gsstelsel, was de<br />
belast<strong>in</strong>gsdruk voor gehuwde tweeverdieners<br />
groter dan voor andere gez<strong>in</strong>stypes. Trouwen<br />
was fiscaal niet aantrekkelijk. Toch werd dit<br />
<strong>in</strong>gevoerd met als achterliggend idee dat tweeverdieners<br />
relatief m<strong>in</strong>der zware kosten hadden<br />
dan alleenstaanden of één<strong>in</strong>komensgez<strong>in</strong>nen. In<br />
1976 keurde de reger<strong>in</strong>g een wet goed<br />
waardoor gehuwde koppels vanaf het aanslagjaar<br />
1977 recht hadden op een beperkte vorm<br />
van decumul. Er bestond nu de mogelijkheid om<br />
het gez<strong>in</strong>s<strong>in</strong>komen op te splitsen en afzonderlijk<br />
te belasten tot een vooraf vastgesteld maximum.<br />
Als de bedragen hoger waren dan dit plafond,<br />
dan bleef de cumul behouden. Om de belast<strong>in</strong>gsdruk<br />
voor twee<strong>in</strong>komensgez<strong>in</strong>nen te verlichten,<br />
werd een onderscheid gemaakt tussen gez<strong>in</strong>nen<br />
waar beide partners werken en deze waar<br />
slechts één partner werkt. Vanaf het aanslagjaar<br />
1985 bepaalde het aantal werkende partners <strong>in</strong><br />
een gez<strong>in</strong> de gebruikte aanslagvoet. In 1988<br />
werden het geplafonneerde huwelijksquotiënt<br />
(HQ) en de onbeperkte decumul <strong>in</strong>gevoerd die<br />
vanaf het aanslagjaar 1990 <strong>in</strong> werk<strong>in</strong>g traden.<br />
Dit zorgde voor een verlicht<strong>in</strong>g van de<br />
belast<strong>in</strong>gsdruk voor de meeste gehuwde koppels.<br />
Met deze veralgemen<strong>in</strong>g werd de <strong>in</strong>dividualisatie<br />
van de fiscaliteit een feit (Cantillon &<br />
Verbist, 1999; Gez<strong>in</strong>sbond, 2004; Valschaerts,<br />
2005).