02.05.2013 Views

EGF-NL/Families in beweging - Les Familles

EGF-NL/Families in beweging - Les Familles

EGF-NL/Families in beweging - Les Familles

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

P. 238<br />

wordt door de empirie <strong>in</strong> grote mate bevestigd.<br />

Volgens de opeenvolgende onderzoeken van het<br />

Centrum voor Sociaal Beleid tussen 1985 en<br />

1997 was het percentage <strong>in</strong> armoede bij koppels<br />

met drie of meer k<strong>in</strong>deren steeds lager dan het<br />

algemene armoederisico onder de bevolk<strong>in</strong>g als<br />

geheel en bedroeg het slechts ongeveer de helft<br />

van het overeenkomende percentage bij koppels<br />

met één of twee k<strong>in</strong>deren 8 . Hiermee wijkt België<br />

af van de meeste OESO-landen, waar de<br />

armoede bij gez<strong>in</strong>nen met relatief veel k<strong>in</strong>deren<br />

veelal hoger dan gemiddeld ligt.<br />

Misschien zouden wij moeten schrijven: week<br />

België af. Volgens de meest recente armoedecijfers<br />

afkomstig van de SILC (Survey of Income<br />

Liv<strong>in</strong>g Conditions), uitgevoerd door de Federale<br />

Dienst voor Statistiek 9 , ligt de armoede onder<br />

koppels met drie k<strong>in</strong>deren juist hoger dan het<br />

algemene gemiddelde en bedraagt deze het<br />

dubbele van die onder koppels met m<strong>in</strong>der k<strong>in</strong>deren<br />

10 . We moeten nog afwachten of deze<br />

nieuwe cijfers bevestigd worden door volgende<br />

golven van SILC. Op dit moment zijn de redenen<br />

voor dit grote verschil tussen de SILC en de<br />

opeenvolgende onderzoeken van het CSB niet<br />

duidelijk. Het is moeilijk om sociaal-economische<br />

of beleidsmatige ontwikkel<strong>in</strong>gen aan te<br />

wijzen die verantwoordelijk zouden kunnen zijn<br />

voor zulk een drastische omslag <strong>in</strong> de relatie<br />

tussen armoede en aantal k<strong>in</strong>deren.<br />

Hoe dan ook deze situatie heeft niet altijd gegolden.<br />

In 1976 verschilde het armoederisico onder<br />

de Vlaamse bevolk<strong>in</strong>g niet systematisch naargelang<br />

het aantal k<strong>in</strong>deren 11 . Nog verder teruggaand<br />

naar de tijd waar<strong>in</strong> bovenstaande versregel werd<br />

geschreven, zou de daar<strong>in</strong> gestelde retorische<br />

vraag eerder met “ja” moeten worden beantwoord.<br />

Op basis van zijn empirisch onderzoek <strong>in</strong><br />

het Engelse York ontwikkelde Seebohm-Rowntree<br />

<strong>in</strong> het beg<strong>in</strong> van de vorige eeuw een levenscyclus-model<br />

van de armoede 12 . Volgens dit<br />

model betekende de komst van k<strong>in</strong>deren voor<br />

veel mensen uit de arbeidersklasse een afdal<strong>in</strong>g<br />

F A M I L I E S I N B E W E G I N G<br />

<strong>in</strong> de armoede. De lonen waren vaak onvoldoende<br />

om vele monden te vullen. Zeker een<br />

groot k<strong>in</strong>deraantal was sterk geassocieerd met<br />

armoede. Er was echter ook een positieve keerzijde:<br />

wanneer de k<strong>in</strong>deren ouder werden en<br />

g<strong>in</strong>gen werken, brachten zij meer <strong>in</strong>komsten <strong>in</strong><br />

het gez<strong>in</strong> b<strong>in</strong>nen dan hun levensonderhoud<br />

kostte. Volgens Seebohm-Rowntree was de periode<br />

tussen het moment dat k<strong>in</strong>deren de school<br />

verlieten en het moment dat zij trouwden en een<br />

eigen gez<strong>in</strong> stichtten, voor veel mensen uit de<br />

arbeidersklasse de tijd waar<strong>in</strong> zij de hoogste<br />

levensstandaard genoten.<br />

Belang van de k<strong>in</strong>derbijslagen<br />

Waarom is k<strong>in</strong>derrijkdom geen oorzaak meer<br />

van armoede (of was dat <strong>in</strong> ieder geval zo <strong>in</strong> het<br />

laatste kwart van de 20ste eeuw)? De meest<br />

voor de hand liggende reden, en zeker ook één<br />

van de voornaamste, is de opkomst van de welvaartsstaat<br />

en <strong>in</strong> het bijzonder van het stelsel<br />

van de k<strong>in</strong>derbijslagen. Het Belgische stelsel<br />

wordt gekenmerkt door universaliteit (hoewel<br />

deze niet volledig is) en door een sterke rangprogressiviteit:<br />

de bedragen voor het derde,<br />

vierde en volgende k<strong>in</strong>deren liggen aanzienlijk<br />

hoger dan die voor het eerste en het tweede<br />

k<strong>in</strong>d. Hoewel over de kosten van k<strong>in</strong>deren veel<br />

te twisten valt (en ook daadwerkelijk getwist is),<br />

komen de k<strong>in</strong>derbijslagen voor de derde en volgende<br />

k<strong>in</strong>deren zeker <strong>in</strong> de buurt van de m<strong>in</strong>imale<br />

kosten van k<strong>in</strong>deren, dat wil zeggen, de<br />

kosten van k<strong>in</strong>deren bij een levensstandaard<br />

rond de armoedegrens. In 2004 is de k<strong>in</strong>derbijslag<br />

voor k<strong>in</strong>deren van derde en volgende rang<br />

voor werknemers, de leeftijdsbijslag <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g<br />

genomen, <strong>in</strong>derdaad praktisch gelijk aan<br />

het bedrag waarmee de officiële EU-armoedegrens<br />

verhoogd moet worden voor ieder bijkomend<br />

k<strong>in</strong>d <strong>in</strong> een gez<strong>in</strong>.<br />

Daar de k<strong>in</strong>derbijslagen over een langere periode<br />

gezien alleen aangepast zijn aan de stijg<strong>in</strong>g

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!