EGF-NL/Families in beweging - Les Familles
EGF-NL/Families in beweging - Les Familles
EGF-NL/Families in beweging - Les Familles
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
P. 146<br />
menlijk het ouderlijke gezag uit, beheren de<br />
goederen van de k<strong>in</strong>deren en dragen bij <strong>in</strong> de<br />
kosten van onderhoud, opvoed<strong>in</strong>g en opleid<strong>in</strong>g<br />
naar eigen kunnen. In theorie is er een gelijke<br />
uitoefen<strong>in</strong>g van het ouderlijk gezag, maar <strong>in</strong><br />
bepaalde gevallen kan ook slechts één ouder<br />
besliss<strong>in</strong>gen nemen.<br />
Grootouders en derden die een bijzondere,<br />
affectieve band met het k<strong>in</strong>d hebben, kunnen via<br />
deze wet ook persoonlijk contact opeisen. Dit<br />
recht kan niet <strong>in</strong>geroepen worden door het k<strong>in</strong>d<br />
zelf om contact te houden met bepaalde volwassenen<br />
(Gerlo, 2003; Hertecant e.a., 2004; Senaeve,<br />
2004).<br />
Debat<br />
De wetgev<strong>in</strong>g op zich leert ons we<strong>in</strong>ig over de<br />
praktijk. Daarom geven we eerst wat achtergrondgegevens<br />
over de huidige situatie om<br />
vervolgens dieper <strong>in</strong> te gaan op een aantal hangende<br />
zaken <strong>in</strong> de vorm van stell<strong>in</strong>gen die gebaseerd<br />
zijn op de gespreksrondes van beide cycli<br />
van de Staten-generaal.<br />
Samenleefvormen<br />
S<strong>in</strong>ds de jaren 1970 komen er steeds meer verschillende<br />
leefvormen bij. Het traditionele<br />
huwelijk verliest aan populariteit ten koste van<br />
het, al dan niet wettelijk, ongehuwd samenwonen.<br />
Waar <strong>in</strong> 2003 nog 21 % van de koppels<br />
kozen voor wettelijke samenwon<strong>in</strong>g en 79 %<br />
voor het huwelijk waren deze cijfers voor 2005<br />
respectievelijk 42 % en 58 % (Justaert, 2006).<br />
Er zijn geen officiële statistieken over het aantal<br />
feitelijk samenwonenden <strong>in</strong> België. Corijn<br />
(2006) heeft op basis van het Rijksregister wel<br />
een schatt<strong>in</strong>g proberen te maken. Zo komt zij tot<br />
de bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g dat 3 % van de huishoudens <strong>in</strong><br />
1992 uit ongehuwd samenwonenden bestond, al<br />
dan niet met k<strong>in</strong>deren. Dit steeg tot ongeveer<br />
83 000 koppels of 7 % <strong>in</strong> 2003.<br />
F A M I L I E S I N B E W E G I N G<br />
Echtscheid<strong>in</strong>g<br />
België kent één van de hoogste echtscheid<strong>in</strong>gscijfers<br />
<strong>in</strong> Europa. In 2006 was er voor het eerst<br />
een dal<strong>in</strong>g na een lange periode van onafgebroken<br />
groei: het aantal echtscheid<strong>in</strong>gen daalt, per<br />
1 000 <strong>in</strong>woners waren er <strong>in</strong> 2005 2,95 echtscheid<strong>in</strong>gen,<br />
<strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met 3,02 het jaar<br />
ervoor (FOD Economie, 2006c). Het lijkt er op<br />
dat de cijfers zich stilaan op een (hoog) niveau<br />
zullen stabiliseren. Deels is dit plafond te wijten<br />
aan de verschuiv<strong>in</strong>g bij de jongere cohorten die<br />
<strong>in</strong> toenemende mate feitelijk samenwonen en<br />
niet meer terecht komen <strong>in</strong> de echtscheid<strong>in</strong>gsstatistieken.<br />
We zien dit ten dele aan het aantal<br />
samenlev<strong>in</strong>gscontracten dat verbroken wordt<br />
waar nog steeds een duidelijk stijg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> op te<br />
tekenen valt. Van alle afgesloten contracten<br />
s<strong>in</strong>ds 2000 is één vijfde, dit komt neer op<br />
21 083 contracten, al ontbonden. Dit cijfer zal <strong>in</strong><br />
realiteit nog hoger liggen omdat niet elk koppel<br />
dat uit elkaar gaat, dit meldt aan de burgerlijke<br />
stand.<br />
In 2002 en <strong>in</strong> 2003 was de echtscheid<strong>in</strong>g met<br />
onderl<strong>in</strong>ge toestemm<strong>in</strong>g (EOT) (71 %) het<br />
‘populairst’, gevolg door echtscheid<strong>in</strong>g op grond<br />
van bepaalde feiten (17 %) en scheid<strong>in</strong>g op<br />
grond van feitelijke scheid<strong>in</strong>g (12 %). Bij twee<br />
op de drie echtscheid<strong>in</strong>gen zijn er k<strong>in</strong>deren<br />
betrokken. Koppels met k<strong>in</strong>deren gebruiken<br />
vaker de optie om te scheiden met onderl<strong>in</strong>ge<br />
toestemm<strong>in</strong>g. Er zijn echter veel meer k<strong>in</strong>deren<br />
die een scheid<strong>in</strong>g van hun ouders meemaken<br />
omdat deze cijfers enkel gebaseerd zijn op koppels<br />
die gehuwd zijn (Corijn, 2005). Ruim één<br />
op vijf Vlaamse k<strong>in</strong>deren tussen 0 en 17 jaar<br />
had <strong>in</strong> 2004 een scheid<strong>in</strong>g 13 meegemaakt. De<br />
kans om een scheid<strong>in</strong>g van de ouders mee te<br />
maken, stijgt met de leeftijd en is ook groter als<br />
de ouders ongehuwd samenwoonden (Lodewijckx,<br />
2005).<br />
In de volgende stell<strong>in</strong>gen gaan we eerst dieper<br />
<strong>in</strong> op de nieuwe echtscheid<strong>in</strong>gsgrond die de<br />
overheid wil creëren. Naderhand wordt de