EGF-NL/Families in beweging - Les Familles
EGF-NL/Families in beweging - Les Familles
EGF-NL/Families in beweging - Les Familles
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
P. 65<br />
Een meer evenwichtige taakverdel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het<br />
huishouden kan bereikt worden door te sleutelen<br />
aan het werkgelegenheidsbeleid en de k<strong>in</strong>deropvangvoorzien<strong>in</strong>gen.<br />
De vraag is hoe de<br />
overheid mannen kan stimuleren om meer tijd<br />
aan k<strong>in</strong>derzorg te besteden, zonder te raken aan<br />
de vrije keuze. Een dergelijk thema is echter<br />
behoorlijk complex, aangezien het verschillende<br />
bevoegdheidniveaus doorkruist. De gemeenschappen<br />
staan onder andere <strong>in</strong> voor k<strong>in</strong>deren,<br />
opvoed<strong>in</strong>g en gezondheid. Gewesten hebben<br />
onder meer de touwtjes <strong>in</strong> handen op het gebied<br />
van werkgelegenheid en <strong>in</strong>frastructuur. De federale<br />
overheid is bevoegd voor de organisatie van<br />
arbeid, sociale zekerheid, fiscaliteit en non-discrim<strong>in</strong>atie.<br />
En ook de EU, die aanbevel<strong>in</strong>gen<br />
doet, sociale fondsen ter beschikk<strong>in</strong>g stelt en<br />
steun verleent aan de ontwikkelde beleidslijnen<br />
<strong>in</strong> de lidstaten, speelt haar eigen rol <strong>in</strong> het hele<br />
verhaal.<br />
Dit hoofdstuk wil een duidelijk beeld schetsen<br />
van de Belgische realiteit op het gebied van de<br />
comb<strong>in</strong>atie arbeid en gez<strong>in</strong> door een zicht te<br />
bieden op de verschillende facetten van het<br />
vraagstuk. We vangen het deel aan met een<br />
korte schets van de werkende bevolk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> België.<br />
Daarna worden de verschillende verlofregel<strong>in</strong>gen<br />
behandeld. Twee groepen worden daarbij<br />
onderscheiden. De eerste groep betreft de regel<strong>in</strong>gen<br />
die gekoppeld zijn aan het ouderschap.<br />
De tweede groep is meer omvattend omdat<br />
iedereen deze verlofregel<strong>in</strong>gen kan opnemen<br />
ongeacht of men k<strong>in</strong>deren heeft of niet. Zowel<br />
de omvang, als het gebruik van de verschillende<br />
k<strong>in</strong>deropvangmogelijkheden komen aan bod.<br />
Beide groepen maatregelen vormen belangrijke<br />
hulpmiddelen om gez<strong>in</strong> en arbeid beter te kunnen<br />
comb<strong>in</strong>eren. We zullen <strong>in</strong> derde <strong>in</strong>stantie<br />
ook aandacht besteden aan de uittrede van de<br />
arbeidsmarkt. Het hoofdstuk wordt afgesloten<br />
met een overzicht van enkele heel specifieke<br />
situaties, met name deze van personen met een<br />
handicap, werkloze personen en zelfstandigen.<br />
S C È N E I I Een panoramische blik op gez<strong>in</strong>nen en arbeid<br />
De situatie op de arbeidsmarkt<br />
Om een beter zicht te krijgen op de problematiek<br />
van de afstemm<strong>in</strong>g van beroeps- en<br />
gez<strong>in</strong>sleven, geven we eerst een kort overzicht<br />
van de arbeidsmarkt <strong>in</strong> België. De totale bevolk<strong>in</strong>g<br />
<strong>in</strong> België telde <strong>in</strong> 2005 40,4 % werkenden<br />
en 3,7 % werklozen. In die laatste groep zitten<br />
personen die 15 jaar of ouder zijn, geen werk<br />
hebben, meteen beschikbaar zijn voor de<br />
arbeidsmarkt en werk zoeken. De overige<br />
55,8 % van de bevolk<strong>in</strong>g zijn k<strong>in</strong>deren (17,1 %)<br />
en niet-actieve 65-plussers (16,9 %) of behoren<br />
wel tot de beroepsbevolk<strong>in</strong>g, maar zijn nietactief<br />
(21,8 %) (FOD Economie, 2006d; Steunpunt<br />
WAV, 2006). Als we enkel reken<strong>in</strong>g<br />
houden met de actieve beroepsbevolk<strong>in</strong>g, dit<br />
zijn alle personen tussen 15 en 65 jaar, zien we<br />
dat de algemene werkzaamheidsgraad <strong>in</strong> België<br />
61,1 % was <strong>in</strong> 2005. Mannen werken vaker dan<br />
vrouwen, met een respectievelijke werkzaamheidsgraad<br />
van 68,3 % en 53,8 %. In Vlaanderen<br />
(64,9 %) ligt deze werkzaamheidsgraad<br />
hoger dan <strong>in</strong> Wallonië (56,1 %) en Brussel<br />
(54,8 %) (FOD Economie, 2006d; Steunpunt<br />
WAV, 2006).<br />
Van alle werkenden kiest 23,4 % ervoor om<br />
deeltijds te werken. Het zijn vooral vrouwen<br />
(42,6 % van het totale aantal werkende vrouwen)<br />
die ervoor opteren om deeltijds aan de<br />
slag te gaan, <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met 7,8 % van het<br />
totaal aantal werkende mannen (FOD Economie,<br />
2006d; Steunpunt WAV, 2006). Op basis<br />
van de PSBH-cijfers <strong>in</strong> 2002 zien we dat het<br />
aantal personen dat voltijds werkt, daalt naarmate<br />
de leeftijd stijgt. Waar 85,5 % van de jongeren<br />
(jonger dan 30 jaar) nog voltijds werkt,<br />
daalt dit lichtjes tot 84,4 % bij de 30 tot 49-jarigen<br />
en tot 83,2 % bij de 50 tot 65-jarigen.<br />
Slechts 31 % van de nog steeds actieve 65-plussers<br />
werkt voltijds. We zien ook dat hoe hoger