Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
98<br />
te raken. BIJ het maken ervan hielp een urèb, een demon Wichmann deelt<br />
nog mede 1 ). ,,Die geschnitzten Figuren, mit denen die Kanus der Jotefaer<br />
verziert sind, sollen den Kormoran (Phalacrocorax carbo) vorstellen und zwar<br />
deshalb, weil, wie die Legende will, er der einzige Vogel ist, der nicht untersinkt,<br />
wenn er ins Meer fallt." Ook Van der Sande meende dat de wamdi of<br />
aalscholver (kormorant) was afgebeeld — Men vertelde mij dat de dbár<br />
oorspronkelijk een Tabati-vogel was, naderhand ook aan de Kaju-dorpen<br />
„gegeven" Ook deze versiering was, en is, bont gekleurd in rood, wit en zwart<br />
en soms wat geel.<br />
2. Een onderdeel van de prauw vormen ook de mast met zeil, meestentijds<br />
op de wàcb-natitj liggend doch bij gunstige wind opgezet en vastgemaakt aan<br />
het platform van de prauw. Het zeil, ibi-dji (J.) of bwáchá-charau (N.), nu<br />
meestal van doek, was vroeger gemaakt van pandan-blad De hoogte was groter<br />
dan de breedte. Zo hing het dan midden voor de mast, djárá (J. ) of asárá<br />
(N ) (ook de masttouwen heetten aldus), op welks top een of meer kwasten<br />
van casuarisveren, djarèchoib (J.) of asárá-rugwe (N.), prijkten. Reeds<br />
Van der Sande bericht dat Indjeros en Indjerau slechts één mastpiuim mochten<br />
voeren, doch die van Tabati wel 2, 3 of 4 stuks. 2 )<br />
De zeilen zelf waren onversierd, maar aan de „voor" en „achter" (resp<br />
bak- en stuurboord)-kanten hingen een naar de clan varierend aantal kwasten<br />
aan door het zeil gestoken dunne bambus Te Kam Indjau en Nachaiba noteerde<br />
ik enige varianten, waarbij bleek dat niet slechts het aantal kwasten, doch<br />
zelfs de namen ervan verschilden, hoewel alle van hetzelfde materiaal waren<br />
gemaakt. De groep Jouwé I had „voor" één kwast en „achter" van boven tot<br />
onder aan het zeil drie grote en tien kleine kwasten, de grote heetten èwchoi,<br />
de kleine chukwau. De groep Jouwé II had „voor" in het midden één grote<br />
en verder nog aan die kant drie kleine kwasten, terwijl zij „achter" twee grote<br />
en drie kleine kwasten bezat. De clan Sibi had „voor" aan de bovenkant één<br />
kwastje, maar „achter ' drie kwasten, terwijl het adathoofd Sibi er „achter" vier<br />
voerde, de kleine kwast heette taporè (tabafori ?), de grote aan de achterkant<br />
noemde men tiache (= paradijsvogel) De Chai-groep had „voor" en<br />
„achter' twee grote kwasten, sibrachò-chai (= hamerhaai) genoemd, en aan<br />
het masttouw drie kleine, tari-chènchèmò geheten. Het adathoofd Fouw<br />
voerde aan weerskanten twee afhangende kwasten, tabadjaro genoemd. De<br />
Toto-groep had aan stuurboordzijde drie hangende kwasten, chrei ( —<br />
meeuw), en op de bovenlat van het zeil twee staande kwasten, eveneens<br />
chrei geheten. Het zeil van Maro had aan weerskanten drie hangende kwasten,<br />
ook weer tabadjaro genoemd. Terwijl het zeil van de Daimetou's aan de<br />
„voorkant" zeven kwasten tara of chárè (vogelsoort) en aan de „achterkant"<br />
zes van zulke kwasten had. De kwasten aan Chamadi's zeiltouw noemde<br />
men tiache-fròw, die boven aan het zeil anuwang ( = kraai) en die aan<br />
de zijkant er van suai (= zeester).<br />
Door dit kwasten-systeem kon men reeds van verre de prauw — en eigenaar<br />
— herkennen Thans bewaarden nog enige ouderen te Kaju Indjau en Nachaiba<br />
dergelijke zeden als souvenirs; ze zijn namelijk in onbruik geraakt Men<br />
zie verder bijgaande tekeningen<br />
3. Bij de prauw dienen ook de pagaaien genoemd te worden. Deze pa-<br />
1 ) 69, p 234, noot 1.<br />
2 ) 59, p 203