Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
175<br />
reeds in 1903 aanwezig was. Naar de voornaamste fluit werd Kaju Batu's tempel<br />
ook wel eens S rmatugu genoemd; deze benaming werd dan als eigennaam<br />
gebruikt, terwijl mau de soort-naam was. Ook elders was dit een normaal<br />
verschijnsel.<br />
In deze tempel bevond zich geen tóra en ook geen prauwachtige spleettrom,<br />
als te Tabati. Wel had men hier, als elders, de lange ronde stokken, versierd<br />
met snijwerk, die bij het ritueel werden gebruikt. Deze mata zagen er<br />
in dit dorp aldus uit. Aan de top, onder een kwast van casuarisveren, zag men<br />
een dubbel mensenbeeld (rug aan rug), waar lange bladeren vanaf hingen;<br />
daaronder was rond de stok een grote borstel van casuarisveren gemaakt, chacha<br />
of chara genaamd; in het stokgedeelte daaronder was een slangefiguur<br />
ingesneden. Verder geleek deze dansstaf op de gewone mata (zie V, A).<br />
Over deze tempel schreef Van der Sande nog 1 ): „The temple of Kajo Jenbi<br />
( = Kaju Batu) has no centre pole at all and the peculiarity, that a very large,<br />
square shield is hanging at the top, horizontally like an inner ceiling, painted<br />
on the visible side in red, white and black I understood that this object<br />
came originally from more eastern parts." Hoewel dit voorwerp reeds jaren<br />
vergaan is, gelukte het om een reconstructie-tekening te maken met hulp van<br />
enige ooggetuigen-dorpsbewoners. De vorm van de plank, die chòcha heette,<br />
zou ovaal-rond zijn geweest, met circa 2 meter middellijn; aan de rand moesten<br />
de jongelui zich staande houden bij hun initiatie; de plank hing dan ook enkele<br />
meters boven de vloer. Op de zichtbare zijde was in rood, wit en zwart een vlinder-figuur<br />
aangebracht; het geheel heette daarom ook wel Chanka. Langs de<br />
rand der schijf waren acht gaten gemaakt, waarin men tijdens de feesten bloemen<br />
stak. Niet onvermeld moge blijven de notitie van de Commissie uit 1858,<br />
die waarschijnlijk betrekking heeft op Kaju Batu (of op de tempel van Skou<br />
Jambe waar ook zulk een schijf hing) 2 ): "In eenen tempel was in het midden<br />
aan het gewelf opgehangen een langwerpig rond schild, van boombast of ligt<br />
hout vervaardigd en, aan de zigtbare zijde, wit geschilderd met langwerpige<br />
roode en zwarte punten langs de zijden." Is de onjuiste waarneming van de<br />
versiering toe te schrijven aan de in de tempel heersende schemering (iets waar<br />
alle reizigers over klagen) ?<br />
De tempel was, als elders, verdeeld in verschillende vakken met vuurplaatsen<br />
voor de verschillende clans.<br />
Van de Sibi-tempel te Kaju Indjau bezitten wij een foto, afgebeeld in Van<br />
der Sande's boek (fig. 186), waarop duidelijk de nibung-vloer, de lage gabagaba-wand<br />
en het atap-dak te 2ien zijn. Ook enige haarden, neksteunen, ophanghaken,<br />
een aantal tassen en enkele mata (?) zijn in deze zeer ruim<br />
lijkende tempel zichtbaar. Evenals te Nachaiba vond men ook hier een hangende<br />
middenpaal, ruchurè (= middenste; Ind.: tengah-punja) ; hieraan zaten lussen<br />
waaraan tijdens de inwijdingsplechtigheden de jongelui zich moesten vasthouden.<br />
In de tempel waren vier vuurplaatsen, d bèhi, en twee vensters,<br />
sist. Aan de zeekant bevond zich een venster en een haard voor Jouwé I en<br />
aan de landkant een venster en haard voor Chai; verder waren er nog twee<br />
haarden voor Sibi (met Soro) en voor Jouwé II.<br />
De trommen hingen alle aan één haak. Een aantal fluiten vermeldt Van der<br />
Sande 3 ): Chainro (soms met een casuarispluim aan een einde; lengte gelijk<br />
1 ) 59, p. 292.<br />
2 ) 26; p. 178.<br />
3 ) 59; p. 313.