Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
20<br />
zielental. Betreffende albino's vernam ik geen bijzonderheden.<br />
Een herhaling van het boven-beschreven feestje vond soms enige jaren later<br />
plaats ten huize van de ouders, men at en dronk en zong, doch danste niet. Ter<br />
beantwoording van de voedsel- en andere geschenken ontvingen dan de beide<br />
families in onderling overleg wederom kralen van de vader. In eenvoudige<br />
vorm vindt e.e.a. heden ten dage nog plaats. 1)<br />
3. Naamgeving De naamgeving was voorheen een bijzondere gebeurtenis.<br />
Tijdens het verblijf in de laro en kort daarna droeg de baby nog geen naam,<br />
alle kinderen werden in die dagen pòru ( = bedorven, slecht) genoemd. Bij<br />
het verschijnen in het westen van de eerste nieuwe maan sikkel na de geboorte<br />
verzamelden zich vele vrouwen en kinderen thuis bij de naamloze kleine. Een<br />
oude man, onverschillig wie, (volgens Wasterval: de vader) nam dan vuur,<br />
een fakkel (voordien mocht geen vuur uit het huis van de pasgeborene worden<br />
weggenomen), ging er mee voor het kind staan, gaf dit een naam, richtte vervolgens<br />
het brandende hout naar het maansikkeltje en riep. „als de maan lacht<br />
zal het kind lachen, als de maan staat moge het kind staan, als de maan loopt<br />
moge het kind lopen, . ." enz. Daarna ging hij met de fakkel naar buiten,<br />
gevolgd door vele kinderen en vrouwen, allen met een brandend stuk hout. Dit<br />
vuur wierpen allen naar de maan, uitroepend „dit vuur is niet goed, geef vuur<br />
aan het kind, a-a-a-a-a." Kleine kinderen die al uitgevallen melktanden hadden<br />
hielden deze omhoog naar de cbarcbarau op het huisdak, zeggende „geef het<br />
kind goede tanden en houd de slechte zelf", waarna ze de tandjes naar dit dakbeeld<br />
wierpen. Bij dit alles vond geen feestmaal plaats Wirz vermeldt dit gebrink<br />
eveneens en schrijft er nog bij 2 ): „Das Kind nach dem Mond emporhaltend<br />
spncht die Mutter den Wunsch aus dass der Kleine gedeihen und wachsen<br />
moge und droht etwa auch dem Mond mit einem Feuerbrand fur den Fall<br />
dass das Gewünschte nicht zutreffen sollte." Men vergelijke het parellelle geval<br />
t.a.v. de zon dat Kamma vermeldt betreffende de Besewers in de Radja Ampatgroep.<br />
3 ). Mogelijk slaat Wirz mededeling op de Sentaniërs; in de baai-dorpen<br />
kon ik geen bevestiging ervan krijgen<br />
Zo vond dan de naamgeving plaats, de laatste 25 jaar is dit gebruik verdwenen<br />
en werden de oude adatnamen grotendeels verdrongen door Bijbelse.<br />
Het is intussen opmerkelijk dat men van de dorpsgenoten, de oudere vooral,<br />
meestal wel deze oude namen kon opgeven maar de christelijke vergeten was.<br />
Ook bleek, dat vele kinderen nog een ,,heidense" naam hadden. Bepaalde namen<br />
kwamen tamelijk veel voor, vooral in Tabati en Indjeros. Deels waren het<br />
namen die ook in oude verhalen voorkomen. Hieronder volgt een lijst van<br />
mannelijke en vrouwelijke namen (resp. links en rechts), die meestal door alle<br />
groepen mochten gebruikt worden, soms echter voor bepaalde waren gereserveerd<br />
(in de lijst tussen haakjes aangegeven). Oorspronkelijk schijnt elke groep<br />
zijn eigen namen te hebben gehad, dit werd althans soms beweerd Binnen de<br />
groep, vooral te Nachaiba, komt zeer dikwijls dezelfde naam terug, nl bij jongens<br />
een mannen- en bij meisjes een vrouwen naam. Zij gaan echter niet regelmatig<br />
van grootouder of overgrootouder op kleinkind of achterkleinkind over,<br />
1 ) Dit geschiedde bijv. in 1952 bij Frans Sanji te Indjeros voor zijn dochtertje van<br />
± 3 jaren oud.<br />
2 ) 72. p 265<br />
3 ) In ..Levend Heidendom". Med. T. v. ZW, 83, 1939 p 302 Vgl. ook Held:<br />
„Papoea s van Waropen 1947, p 136