Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
te Indjeros zouden er maar vier zijn geweest. — Men gaf verschillende verklaringen<br />
betreffende het doel dezer beelden. Van Hasselt schrijft dat zij het dorp<br />
tegen brand en ander onheil moeten behoeden. Mij zei men dat inderdaad de<br />
beelden op de huizen van Chamadi en Daiwit dienden tot bescherming van de<br />
inwoners; alle overige beelden waren slechts sier. Ook te Kaju Batu meende<br />
men dat de beelden geen betekenis hadden gehad, doch louter versiering waren<br />
geweest. Te Kaju Indjau werd beweerd, dat de heer des huizes een charcharau<br />
op het dak zette als hij een vijand had gedood.<br />
Aangaande Tabati vernam ik nog van Daniel Jouwé, dat oudtijds de groep<br />
Sremsrem een huis met nokbalk moest bouwen; Indjama bezat één pyramidevormig<br />
huis, Iréuw twee van zulke huizen en. Chamadi weer één van dit type.<br />
Of dit echter juist is, en zo ja — of er vroeger al de hand aan werd gehouden,<br />
is twijfelachtig. Het hoofd van de groep Afár mocht op de nokbalk van zijn<br />
woning drie beeldjes, idjechai-tor genaamd, plaatsen. Terwijl Chr. Iréuw<br />
thans het plan heeft aan ieder eind van de nokbalk van zijn woning een ronde<br />
beschilderde schijf, „gelijk de volle maan" zoals men zei, te bevestigen met<br />
een visbeeld erbij; de schijven werden choch genoemd.<br />
5. De woning van Chamadi was in 1893, volgens Bink een groot achtzijdig<br />
gebouw, voorzien van een cbarcharau. Hij schrijft dan 1 ):<br />
„Het huis van den karesorri wordt niet door dezen zelf gemaakt; de bewoners<br />
der vier verschillende kampongs (behalve Tabati, Indjerau en Indjeros<br />
meende Bink — ten onrechte — dat ook Nafri helpen moest. G.) maken het<br />
voor hem, Het vorig jaar was zijn huis, dat tamelijk groot is, al wat oud,<br />
ofschoon nog niet bouwvallig te noemen. Nu was die woning vernieuwd, maar<br />
moest nog voor een gedeelte worden afgewerkt; ook moesten er nog allerlei<br />
soort houten versierselen aan- en opgebracht worden, die de mannen dec verschillende<br />
kampongs te huis gereed maakten. Het huis van den karesorri overtreft<br />
al de huizen in hoogte, oppervlakte, soliditeit en versieringen". — Gedurende<br />
de bouw van zijn huis diende de charsori echter de bouwlieden te voeden.<br />
2 ) Inwendig was deze woning ook met snijwerk versierd, in de trant als<br />
hiervoor werd vermeld aangaande de huidige charsori-woning. Er waren vier bijzondere<br />
palen in huis, n.1. de ch bur-suan (= hoofd-hout(soort)), de fórèw,<br />
de fusè en de fès ná. Eerstgenoemde was onversierd, stond in het water,<br />
en was bestemd om de grens van eb en vloed aan te geven. De tweede was ook<br />
onversierd en diende voor de vrede. Ook de derde, onversierde, paal diende<br />
daartoe, bijv. door vijand of ziekte ver weg te houden. De vierde paal was versierd<br />
met een leguaan, from, en diende het adathoofd tot ruggesteun; de<br />
fès ná moest o.a. het hoofd beschermen tegen boze magie; op (in ?) deze<br />
paal bevond zich a.h.w. een slang ter bewaking van deze woning.<br />
Het volgende vernam ik betreffende de huizen van enkele andere hoofden.<br />
Het huis van Toto te Nachaiba was voorheen rond, doch later langwerpig van<br />
vorm. De nokbalk had aan ieder einde een grote towá-vis (tonijn), terwijl er<br />
middenop de balk een houten chaimani-vogel prijkte. Midden op het dak<br />
liep rondom een verdikte laag atap, welke band na, water, genoemd werd.<br />
De verwante groep Daim tou had eveneens een langwerpig huis met aan de<br />
nokbalk eveneens twee tonijn-vissen, doch er bovenop in het midden twee<br />
chrei-vogels (meeuwen). Het huis van het hoofd der belangrijke groep<br />
1 ) 10; p. 153.<br />
2 ) 69; p. 167.<br />
87