Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
183<br />
always a number of men and youths join in the walking, in the same tempo, but<br />
in a wider circle, stamping on the rattling floor. The tempo is for both flutes<br />
from 40 tot 60 notes to the minute, but accellerates towards the end. The<br />
playing on the narrow flutes is, however, so tiring that it can only be kept up<br />
for a short time and the performers are even then covered with perspiration.<br />
Indeed, I have seldom seen a male <strong>Papua</strong>n exerting himself more than in producing<br />
this sacred music.''<br />
In de literatuur 1 ) worden als redenen om op de fluiten te blazen vermeld:<br />
1. dat de fluitgeest(en) honger had(den) en dat de mannen niet was toegestaan<br />
om uit vissen te gaan maar dat de vrouwen voedsel voor de tempel<br />
moesten bereiden;<br />
2. dat 's nachts de hanen kraaiden of de honden blaften of andere dieren<br />
geluid gaven. Volgens Wirz was in 1921 de reactie van de novieten trommelen<br />
aangezien van Gouvernementswege het fluiten toen al verboden was.<br />
3. de begeleiding van de tempelriten (varkensslachten, les aan de novieten,<br />
dood van een hoofd, enz.).<br />
Curiositeitshalve zij vermeld dat bij het uitsteken van de Nederlandse vlag<br />
van de Chamadi-tempel, in 1858, ook de fluiten werden bespeeld, waarschijnlijk<br />
omdat de kleuren rood, wit en blauw zo geleken op de traditionele kleuren<br />
der bewoners rood, wit en zwart en dus de vlag werd geaccepteerd als een soort<br />
eerbetoon aan de demonen. In het commissie-verslag lezen wij, dat was besloten,<br />
aan de ingezetenen van het grootste dorp in de Humboldt-baai, Tabati, als<br />
herinnering aan het bezoek van de „Etna'', een vlag uit te reiken en te trachten<br />
de bevolking van dat dorp te bewegen die van het dak van de tempel te doen<br />
wapperen. Het voorstel daartoe werd met ingenomenheid begroet. „Daarmede<br />
zoo verre gevorderd," — zo luidt het verslag 2 ) — „dat de vlag voor de<br />
opening was, van waar zij uit het dak naar buiten zou kunnen worden gestoken,<br />
werden al de bezoekers verzocht in den tempel te komen. Binnengetreden, moesten<br />
allen op de bevloering zitten; men wees naar boven op de voor de opening<br />
in het dak gebragte vlag, en naauwelijks was zij naar buiten gestoken en ontrold,<br />
of een twintigtal, zich in den tempel bevindende, Papoea's, allen mannen,<br />
naar gissing tusschen twintig en vijf en twintig jaren oud, bragten de in den<br />
tempel bewaard wordende bamboezen fluiten, welke zij daartoe reeds vooraf in<br />
de hand hadden genomen, aan den mond en begonnen daarop met alle kracht te<br />
blazen, evenwel elk voor zich niets dan één toon voortbrengende, terwijl zij<br />
tevens op de maat dier muziek dansten, of beter gezegd trappelden, daar zij<br />
hunne voeten wel opligtten, maar ze niet van de plaats bragten. — Zulks werd<br />
tot vier malen, met korte tusschenpoozen, herhaald en daarmede was de plegtigheid<br />
geëindigd "<br />
Een voorname rol in het initiatie-ritueel speelde ook de manchrar(a) (J.<br />
en K.) of manunjè (N.), een soort danshoed, bestaande uit een rotan-vlechtwerk,<br />
waarop aan de buitenzijde zwarte „gemutu"-vezel wordt gestoken, zodat<br />
het geheel een soort holle ragebol gelijkt. Op en in deze borstelige halve bol<br />
wordt dan het totemteken aangebracht. Men fabriceerde deze „vogel-haarkammen"<br />
(d.i. de lettelijke vertaling van manchrar) in de tempel (bij grote festiviteiten<br />
gebeurt dat nog wel, maar nu in de imitatie-tjainpa) en elke groep zong<br />
1 ) 59; p. 297, 300 en 72; p. 334 en 35; p. 125. Zie ook Wirz: „A description of<br />
musical instrumenas from Central North-Eastern New Guinea"; p. 11/12 (nopens<br />
de Kumaon).<br />
2 ) 26; p. 100.