Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
159<br />
Wij merkten reeds op, dat langzamerhand de oudere liederen en dansen gaan<br />
verdwijnen; de jongeren leren ze niet meer, vandaar dat er bij huidige feesten<br />
weinig gedanst wordt en dan nog „vreemde" dansen, als de Mandip, waarvan<br />
men de woorden niet eens begrijpt. De ouderen spijt dit zeer, hoewel hierbij<br />
dikwijls partijen optreden, zoals adat-hoofd versus onderwijzer en/of ouderlingen.<br />
Men betoogt dan bijv., dat vele liederen in het geheel niet ruw of<br />
heidens zijn. Vroeger waren er ook veel meer feesten, vooral in Tabati; men gaf<br />
echter toe dat de vrouwen het toen daardoor veel zwaarder hadden dan nu met<br />
eten koken en -verzamelen, enz.<br />
Thans, in de nieuwe tijd, is het aantal feesten verminderd en hun karakter<br />
veranderd. De meeste feesten werden Christelijk getint, speciaal die bij een kerkinwijding,<br />
Pinkster(zendings)feest, Kerstfeest, Nieuwjaar, doop, verjaardag, en<br />
soms Paasfeest, Hemelvaartsdag, enz.<br />
Belangrijk voor het slagen van deze, en andere feesten, is de bindende kracht<br />
van het gemeenschapsgevoel; men komt van verre samen, soms rouleert zon<br />
feest via enige dorpen, men eet en zingt tezamen. Al gebeurt het ook wel dat<br />
drank en dans de overhand krijgen, zoals in de Kerst-Nieuwjaarsperiode. Kortom:<br />
de mensen ontgroeien hun oude dansen en feesten naarmate een nieuwe<br />
geest met nieuwe vermaaksvormen veld wint.<br />
a.<br />
b.<br />
c.<br />
d.<br />
e.<br />
f.<br />
g.<br />
h.<br />
1 )<br />
Tenslotte nog iets over de diverse muziekinstrumenten die in het Humboldten<br />
Jotefa-baai-gebied voorkomen.<br />
de tór (J.) of tóra (K.). was een zg. „donderblok", d.w.z. een rudimentaire<br />
spleettrom. Dit lawaaiverwekkend instrument werd slechts gebruikt in de<br />
tempel.<br />
de tong-tong (?) was een werkelijke houten spleettrom, eveneens in de<br />
tempel in gebruik.<br />
de ám (J.) of èmbru (K.), de schelptrompet die men maakte door op<br />
zij of aan de top van een triton- of andere schelp een blaasgat te maken.<br />
de idi, fluiten, verschillend van naam naar hun lengte, sacrale tempelinstrumenten<br />
(zie aldaar). In deze eeuw deden ook de bambu-schoolfluiten<br />
hun intrede.<br />
de rèmbumbu (J.) of pòmbò (K.), d.w.z. het door jong en oud bespeelde,<br />
van bambu gemaakte, mondharpje.<br />
de ájámi, grote houten trompetten van soms 170 cm. lengte, die oorspronkelijk<br />
onder de bosbewoners ten zuiden van Nafri (Arso) in gebruik waren.<br />
de chrèng-chrèng of chrègdè was een belletje van een holle schelp met een<br />
varkenstand als klepel; men bevestigde dit wel aan de draagtas of aan de<br />
enkels.<br />
de m sintj (J.) of netigi (K.) zijn, meestal zandlopervormige, van hard<br />
hout suan, e.d.) gemaakte, trommen met midden aan de zijkant het handvat.<br />
Zij zijn dikwijls fraai besneden — de oudere tenminste — en aan één<br />
einde bespannen met een leguaan- (soms casuaris-) vel. Dit trommelvel<br />
hangt veelal over de rand van de trom en is daaraan<br />
bevestigd door een brede ring, die omwoeld is met boomschorsrepen. De<br />
trommen zijn circa 40 cm. hoog, het trommelvlak is gemiddeld 13 cm. in<br />
doorsnee. De versiering vertoont op de bovenhelft dikwijls spiraalvormige<br />
figuren, chenjau-ónà (= getekende haak), en op de benedenhelft een<br />
slangachtig motief of het gestileerde bovendeel van mens of hagedis ofwel<br />
Vgl. 17; p. 155.