Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
135<br />
had ook bovennatuurlijke betekenis, althans zekere onderdelen ervan. Wellicht<br />
ook de visharpoen ? (vgl. hoofdstuk V, A en B., en hoofdstuk VI, E.).<br />
Omtrent de jacht zij nog opgemerkt dat men, als bij de visvangst, hulp verzocht<br />
van een of andere demon om het wild te bemachtigen. Zo heette de<br />
jachtdemon van Teis rau/Teigas rau Wáràn en die van Nachaiba Wáràn-<br />
Numamoi (vrouwelijk ?). Als bijv. een Nadiaiba-man een varken pijlde riep<br />
hij tegelijk: „Wáràn-Numamoi takeija!" (W.N. zal je doden). Hoorden de<br />
Teis rau/Teigas rei-mensen dit, dan wisten zij dat de anderen reeds een varken<br />
bemachtigd hadden.<br />
Bij het opleggen van een plukverbod op tuinen vervaardigden verschillende<br />
clan-oudsten in de tempel een aantal beelden, ieder van zijn eigen totem, en<br />
deze beelden, door urèb bezield, werden dan in de tuinen gezet. De beelden<br />
van krokodil, slang, mens (met pijl en boog), enz. zouden overtreders<br />
doden; liep of voer men er langs, dan moest men eerbiedig stil zijn. Werd het<br />
plukverbod opgeheven, dan verzamelde men alle beelden en verbrandde die.<br />
Deze verbrandingsplaats was gevaarlijk en werd de eerste tijd gemeden.<br />
Voor de bescherming van huis en haard zocht men ook de hulp van hogere<br />
machten. Het reeds vermelde mensenbeeldje, charcharau, op dakspits, spatels,<br />
enz. diende volgens Bink om de woning voor brand, ziekte, e.d. te behoeden.<br />
Dezelfde opvatting bestond in de Sentani-streek, aldus Wirz 1 ). In het Verslag<br />
van de Militaire Exploratie wordt o.m. vermeld: „een plat stuk hout, waarvan<br />
het eene einde tot een vischkop met vele tanden uitgesneden (is), behoedt te<br />
Tobadi den eigenaar tegen diefstal.'' 2 ) Met bescherming van clan of dorp heeft<br />
ook het volgende te maken. Het hoofd van de clan Maro te Nachaiba diende<br />
een paal, met Maleise termen „tiang-negeri" (dorpspaal) genoemd, voor zijn<br />
woning op te richten. De paal, van duurzaam ijzerhout gemaakt, zou maken dat<br />
er vrede heerste en dat het inwonertal van het dorp zou toenemen. Was deze<br />
paal de verblijfpaats van Maro's demon (voorvader ?), de demon van de oudste<br />
dorpsclan? Inderdaad, zei men te Indjeros. Ook Tabati had zo'n paal, suan<br />
fórèw, waarbij men bad als ziekte of ander gevaar dreigde. Ook geloofde men<br />
dat deze paal de vrede handhaafde.<br />
Ziekte of dood konden op verschillende wijzen langs bovennatuurlijke weg<br />
worden veroorzaakt. Zulke praktijken noemt men naïb of naïf (J.) of<br />
nagwu (K.) of nutu (N.). Men zoekt dan de hulp van een urèb of<br />
tjebo om iemand te doden. De volgende methoden kunnen worden aangewend:<br />
a. Iemand water, eten of een sigaret geven dat „belezen" is, of in diens eigen<br />
huis wat van zijn voedsel of drinken belezen, daarbij de demon verzoekend<br />
om het slachtoffer — verder A. te noemen — na bijv. drie dagen te doen<br />
ziek worden of te doden.<br />
b. Jèmarisjauw, d.w.z. A aanraken en tegelijkertijd stilzwijgend diens ziekte<br />
of dood wensen.<br />
c. Jès kà, d.i. kwasi een verhaal vertellen en daarbij met duim en wijsvinger<br />
knippen in de richting van A.<br />
d. Sadj nò, d.i. A.'s voetafdruk — bijv. in het zand — afgraven en dit<br />
zand in een bambu doen en deze vervolgens in een hol of thuis op een<br />
vliering bewaren.<br />
e. Omátjebóri-èchwa, d.w.z. als A. in de prauw zit, een stuk hout of een<br />
1 ) 72; p. 292."<br />
2 ) t.a.p.; p. 328/329.