Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
193<br />
keer der jongens in de samenleving, waarvoor het nodige voedsel moet worden<br />
bijeengebracht en de versierselen (o.a. de manchrar) moeten worden gemaakt.<br />
Ook hiermee gaan vele maanden heen. Wanneer men eindelijk klaar is met de<br />
toebereidselen, nodigt men de andere dorpen uit tot het feest; deze brengen dan<br />
ook hun fluiten mee. Zo nodigde Iréuw dan de dorpen Kaju Indjau, Indjerau,<br />
Indjeros, Daiwir, Nafri, Skou Mabo en Wanimo. Voor de feestdag aanvangt<br />
wordt afgesproken hoe men fluiten zal. Op de dag van het feest hoort men van<br />
alle kanten, van hoeken en rotspunten en kapen, de verschillende elkaar beantwoordende<br />
fluiten, sommige drie maal snel achtereen weerklinkend, andere met<br />
regelmatige langaangehouden toon, enz.<br />
Het feest dat dan begint is er een van veel dansen en eten; het duurt<br />
ongeveer 3 a 7 dagen en gaat gepaard met een levendige geschenkenruil. Bij<br />
deze gelegenheid brengen moeder's broers varkens of sago of vis, e.d. Niet<br />
allen mogen namelijk varkens jagen of fokken. In Kaju Indjau bijv. is dit<br />
voorbehouden aan de familie van het adathoofd Sibi, die er anderen op uit kan<br />
sturen om varkens te jagen. Sommige clans mogen zelfs dat niet; in de Skoudorpen<br />
evenwel mag weer iedereen varkens jagen. Die dus geen varkens mogen<br />
geven, geven maar sago, vis, enz. Voor deze geschenken geven de vaders van de<br />
initiandi kralen terug.<br />
Behalve deze geschenkenruil is er ook een wisselen van geschenken tussen<br />
broers en (getrouwde) zusters. De broers geven varkens of sago en krijgen van<br />
hun zusters (of zwagers) kralen terug. Ook verloofden ruilen bij deze gelegenheid<br />
geschenken, doch dat beperkt zich tot sirih en pinang. Het gehele feest<br />
lijkt enigszins op onze St. Nicolaas-viering.<br />
De overlevende jongemannen, de sor-mau-debasin (= groep vrienden-tempel-er<br />
uit), komen dus in de maatschappij terug als „man"; zij hebben het<br />
cultuur patroon van hun stam geleerd, mogen nu pijl en boog voeren 1 ), huwen,<br />
enz. Toch dienen zij nog vele maanden in de tempel te wonen en te slapen en<br />
zich voor allerlei werk ter beschikking te stellen van hun adathoofd.<br />
In verband met het in de voorlaatste alinea vermelde en de initiatie-beschrijvingen<br />
van andere Nieuw Guinea-stammen — waarover aanstonds meer — ben<br />
ik geneigd het volgende verslag, reeds in hoofdstuk V, C. opgenomen, doch<br />
hier opnieuw meegedeeld, te beschouwen als de weergave van het slotfeest van<br />
de inwijdingsceremoniën, gevierd bij de aanvang van de oostmusson 2 ):<br />
„The renewing or replacing of the ornamental staves is another religious<br />
performance, originating with the inhabitants of the temple, and certainly<br />
executed by them in the service of the spirits. Already some days beforehand<br />
we were told that it would take place, and thus on the 15th of June 1903,<br />
about three o'clock in the afternoon, the deep tones of the large flutes resounded<br />
inside the temple; soon after this again other sounds, apparently produced<br />
on trumpet-shells, were heard at different places outside the villages of Tobadi,<br />
Ingrås and Ingrau, on the margins of the forests. At this signal the women<br />
and children were obliged to withdraw inside their houses. It was now the duty<br />
of part of the men to throw stones on the roofs and against the walls of the<br />
houses or to beat against them with sticks, all of which was accompanied by<br />
much noise and shouting. Others carried out of the temple, inside which the<br />
noise of the flutes continued, the ornamental staves, decorated with sago-<br />
1 ) 59; p. 248.<br />
2 ) 59; p. 298/299.