Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
44<br />
wens, deze tegenstelling — in verhaal en in praktijk — tussen „oudere broers<br />
(groep)" en „jongere broers (groep)" komt veel voor en is o.m. ook in de<br />
Sentani-dorpen bekend. Bijvoorbeeld Chamadi en Afár (van één moeder),<br />
Iréuw en Indjama (van één moeder), Iréuw en Chamadi (van twee moeders),<br />
Makanowé en Sebo en Jouwé, Maro en Toto. Vroeger schijnt zulk een tegenstelling<br />
niet steeds een theoretische of mythische te zijn geweest, maar aanleiding<br />
te hebben gegeven tot bloedige gevechten. Mogelijk was dit een voortvloeisel<br />
van een, ook ritueel werkzaam, dualisme, waaromtrent evenwel nauwelijks gegevens<br />
ter beschikking staan.<br />
Nog zij opgemerkt, dat groepen als Chasor (Soro), Chai, Meraudje en<br />
Sremsrem (Semra ?) beweren dat hun naamgenoten in de andere dorpen geen<br />
familie zijn, bij verder navragen blijkt dit echter meestal toch min of meer het<br />
geval te wezen, maar dorpstegenstellingen (territoriale dus) of familietwisten<br />
zijn gaan prevaleren. De positie of afkomst van sommige groepjes is onduidelijk<br />
zij worden niet in de verhalen vermeld of hebben om een of andere reden<br />
een eigen naam aangenomen (Nísj) In een volgende paragraaf zal hierbij iets<br />
uitvoeriger worden stilgestaan.<br />
Terugkomende op het dualisme — en vooruitlopende op de te bespreken<br />
huwelijksrelaties — kan gezegd worden dat te Tabati de tegenstelling tussen<br />
de clans van Tabati-darat (met Chamadi als voornaamste) en Tabati-Iaut (met<br />
Iréuw als primus inter pares) uitgesproken vijandig is geweest. Veel minder<br />
geprononceerd vindt men zulk een verhouding tussen Sibi en Jouwé te Kaju<br />
Indjau en tussen Toto en Maro te Nachaiba. De deling in tweeën vinden wij<br />
terug in vele clanverhalen, die van de Jotefa-baai beginnen met een blijkbaar<br />
historisch critieke gebeurtenis voor de „stam" de twist tussen de voorouders<br />
Dòhòr (of Rodor) en Mách in het oude dorp Ria of Lia of Iria. Sedertdien<br />
viel de gemeenschap er in twee delen uiteen De overlevende Dòhòr-mensen<br />
verspreidden zich naar alle windstreken, die van Mách gingen wonen bij Daiwir<br />
te Daiwirdadjurau, nadien Tabati genoemd. Daar ontstond onder Mách's nakroost<br />
weer een splitsing,, zo zelfs dat Iréuw een eigen karawari-huis bouwde<br />
Schematisch weergegeven wonen de clans te Tabati darat (west) en Tabati-laut<br />
(oost) nu aldus<br />
Daiwir — Afar — Chamadi<br />
Chababuk<br />
Iréuw<br />
Chai<br />
— Indjama — Chasor<br />
Dit stemt weer overeen met de hiervoor reeds beschreven wijze van begraven,<br />
namelijk Daiwir in het noordwesten, Chamadi, Afár, Chanasbai (en Itár) op<br />
Indjemòch, Iréuw benoorden het dorp op K Pano, Ind|ama ten oosten van het<br />
dorp, Chasor nog verder oostelijk.<br />
BIJ de bouw van Chamadi s woning te Tabati (zie volgende hoofdstuk)<br />
wordt het werk uitgevoerd door diverse clans, waarbij de indeling aldus is:<br />
Daiwir — Afár —<br />
Itár<br />
Chamadi<br />
Chababuk<br />
Iréuw —<br />
Chai<br />
Meraudje — Chasor<br />
terwijl Ind|eros (Sanji) blijkbaar bij de midden-partij was ingedeeld. Aangezien<br />
Indjama nog maar een kleine groep is van twee „werkbare" mannen is zij<br />
bij het werk blijkbaar vervangen door Meraudje van Tabati-laut.<br />
In alle andere dorpen is het beeld vervaagd lieden van één clan wonen er<br />
veel meer verspreid, er zijn mensen van elders gevestigd, enz. Een voorbeeld<br />
levert Kaju Indjau, welk dorp outijds was verdeeld tussen Sibi in de oostelijke