03.09.2013 Views

Untitled - Stichting Papua Erfgoed

Untitled - Stichting Papua Erfgoed

Untitled - Stichting Papua Erfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

250<br />

Met een witten hond (Tawab), die mede uit den hemel was neergedaald, trok<br />

Jatji dagelijks op de jacht en ving dan wel 10 varkens. De hond is niet gestorven,<br />

is alleen maar op zekeren dag verdwenen.<br />

„Jatji heeft Tab bevolen de menschen te helpen, als ze ijverig zijn. Wanneer<br />

er nu tegenspoed komt, ziekte of misgewas, wordt Tab aangeroepen bij het<br />

opkomen van de zon. Ook wordt zijn hulp ingeroepen tegen vijanden. Is de<br />

vrede hersteld, dan wendt de priester van Tab zich weder tot de zon en zegt<br />

b.v.: Tab! de zoon van den overleden Korano wil een feest maken voor zijnen<br />

vader. De vrede is hersteld met de omliggende dorpen. We houden nu slechts<br />

de kalkkokers vast." (d.w.z. geen pijl en boog meer, doch de vriendschappelijk<br />

rondgaande pinang-ingrediënten. G.).<br />

5. Het verhaal van Srem.<br />

De groep Srem stond te Ria onder de bevelen van het adathoofd Rekach<br />

(= Afár of Chamadi); zij vormde de bediendengroep (rowes) van Rekach,<br />

bewaakte diens woning, e.d.m., terwijl Chai de vrede binnen en buiten het<br />

dorp moest bewaren en Chababuk op de karawari-bezittingen moest passen.<br />

Eens beval nu Rakach Srem, rond te trekken en de mensen te vragen zich<br />

bij hem, Rekach, te vestigen. Daarop begaf Srem zich naar Nafri om eens poolshoogte<br />

te nemen, en ontmoette daar het hoofd van de groep Auwi. Auwi<br />

vroeg hem hoe zijn naam was en vanwaar hij kwam, waarop Srem vertelde van<br />

zijn opdracht. Auwi verzocht Srem, hem een trom te geven, waarop deze hem<br />

de raad gaf met hem mee te gaan naar Rekach en die een trom te vragen. Zo<br />

geschiedde, doch Rekach kon Auwi geen trom geven maar beval Srem het te<br />

regelen. Srem bracht toen Auwi naar Ifár naar het dorp Sere, namelijk naar<br />

vrouw Serichoi en haar man Onsa om daar een trom te vragen. Zij brachten hun<br />

verzoek voor, waarop het echtpaar hun eerst te eten gaf en hun vervolgens een<br />

trom — Sarètò geheten (thans ten huize van J. Sremsrem te Tabati-laut) —<br />

schonk en tabak. Daar Srem en Auwi de tabak erg zwaar vonden — d.i. lekker<br />

— vroegen zij om wat tabakszaad, wat zij dan ook kregen. Om dit zaad te<br />

verbergen voor zijn dorpsgenoten strooide Auwi het tussen zijn haar. Teruggekomen<br />

te Nafri zaaide Auwi het tabakszaad in zijn tuin, Jarubu geheten, en<br />

ook gaf hij Srem een deel van Jarubu en Sarena, wegens de hulp die Srem hem<br />

verleend had.<br />

Toen nu het hoofd Norhau-charo te Nafri een en ander vernam, vroeg hij<br />

Srem ook om een „karawari" (de trom in kwestie impliceerde blijkbaar ook<br />

een tempel-stichting). Srem begaf zich naar Ria om dit verzoek over te brengen<br />

aan Rekach die daarop Srem permissie gaf om met Norhau-charo naar<br />

Wanimo te reizen ten einde aldaar van de groep Plahi de karawari, Oi<br />

(= haai) genaamd, over te nemen. Dit geschiedde, terwijl hij bovendien een<br />

kleine ring kreeg om aan de draagtas te hangen.<br />

Vervolgens kreeg Srem de opdracht van Rekach om naar Drunji te gaan,<br />

die te Fei woonde, waar hij de vissen in de vijver bewaakte. Nadat hij Drunji<br />

had aangetroffen vroeg deze: „Zeg vriend, waar komt gij vandaan en hoe is<br />

Uw naam?" Srem deelde mee dat hij Raimanitanti heette en Drunji naar<br />

Rekach wilde brengen. Terwijl zij aldus aan het praten waren, kwamen er uit<br />

het westen twee vrouwen die de visvijver vernielden zodat de vissen naar alle<br />

kanten wegzwommen. Srem vertrok daarna, nadat Drunji hem nog een deel<br />

van de „visgeheimen" benevens de namen van de beide vrouwen had meegedeeld.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!