Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
10<br />
kanen evenwel verbeterden in 1944 de ingang en bakenden een smal kanaal af,<br />
waardoor schepen van kleine tonnage de Pim konden bereiken.<br />
De noordkust tussen Kaap Djuar en de Nederlands Australische grens<br />
bestaat voor het westelijk deel tot ± 2½ km. voor de Skou-dorpen uit een<br />
steile kust, gevormd door de noordelijke uitlopers van het Djuar-gebergte, in<br />
zuidoostelijke en oostelijke richting tot vlak bij de Tami-rivier doorlopend. Ten<br />
noordoosten van het gebergte liggen de drie Skou-dorpen, op het strand aan<br />
de noordelijke rand van een zanderige, goed gedraineerde, met kreupelhout en<br />
dun bos begroeide vlakte, die zich uitstrekt tot de Tami-rivier Direct ten<br />
oosten van deze rivier begint het beboste Bougainville gebergte, dat zich tot<br />
op Australisch gebied voortzet.<br />
Op circa 10 km ten westen van de Pim — aan de Jotefa-baai — bereikt men<br />
het Sentam-meer (overblijfsel van de vroegere zeeboezem ten zuiden van het<br />
Cycloop-massief), welks spiegel ongeveer 75 meter boven die van de zee ligt;<br />
er schijnt een ondergrondse afwatering van het meer naar de baai te bestaan.<br />
Aan dit meer liggen verscheidene dorpen — ten dele ook op eilandjes in het<br />
meer — waarvan de bewoners door huwelijksrelaties verbonden zijn met Jotefaen<br />
Humboldt-baai bewoners In de ondiepe inhammen van het meer vindt men<br />
sagobos-complexen, overigens is het omgevende heuvelland door ladangbouw<br />
uitgemergeld en kaal. De lengte van het meer is 25½ km, de grootste breedte<br />
5½ km. Ten noorden van het meer, ten westen van ons studiegebied, verheft<br />
zich het Cycloop-gebergte (de naam dateert van 1768), zeer hoog in het<br />
westen (de Dafonsòrò of Nemósòr), doch lager wordend naar het oosten, waar<br />
de heuvels Jarmòch, Reimòch en Mèr de uitlopers ervan vormen. Men vindt<br />
er veel eruptieve gesteenten, zoals gabbro en peridotiet. De Mèr is 246 meter<br />
hoog en bestaat, als welhaast het gehele terrein hier, uit kalksteen, bedekt met<br />
een verwerings en humus-laag.<br />
Aan de over het algemeen steil in zee vallende noordkust: van dit Cycloop<br />
bergland bewoont het volk van de Humboldt/Jotefa-baai de beide Ormudorpen<br />
Oostwaarts gaande, langs enkele kleine strandjes, pleisterplaatsen voor<br />
de prauwenvaarders, en langs het ,,Base G "-strand, Sarap (J.) of Saraba (K.),<br />
bereikt men de reeds genoemde kalk en graniet-kaap Suadja. Deze noordkust<br />
vertoont sterk hellende en geplooide lagen, en de bekende rode aarde ziet men<br />
op allerlei plekken te voorschijn komen.<br />
Omtrent de Jotefa-baai nog het volgende. Hoewel deze baai hier en daar,<br />
bijv. bij de heuvels Mèr en de kaap Tiachnuch, tamelijk diep is (11—39 meter),<br />
is de diepte toch meestal gering, zich openbarende in droge zandplaten bij eb<br />
en de grauwe kleur van het water bij vloed. Vast staat dat het water hier aan<br />
de winnende hand is. Algemeen verzekerde men dat een halve eeuw geleden<br />
de baai-opening — thans circa 360 meter breed — veel smaller was (in 1858<br />
zou zij „400 Nederlandsche el" of 275 meter zijn geweest) 1 ), dat er meer<br />
droog land was bij de eilandjes indjemóch en M tu Debi en bij Diaruch; dat<br />
voorheen het dorp Indjeros op een eilandje lag; ja, dat oorspronkelijk de baai<br />
droog was en met gras begroeid en dat daar het „moederdorp" Ria had<br />
gelegen. Dat deze mededelingen juist kunnen zijn, zal iedere bezoeker, die de<br />
sterke eb- en vloedstromingen in de baai ziet, zich kunnen voorstellen. Oude<br />
dorpelingen beweren dat ter plaatse van het voormalige Ria in hun jeugd nog<br />
een met gras begroeide schor zichtbaar was, en dat vooral sedert 1910 veel<br />
1 ) 26; P. 90.