03.09.2013 Views

Untitled - Stichting Papua Erfgoed

Untitled - Stichting Papua Erfgoed

Untitled - Stichting Papua Erfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

255<br />

kant van Tiachuch — heette perachoir, de vijver zelf Fei, of voluit: Fetj<br />

nani fei m hai, usauku nani henen m hai. Deze vijver was een geheim bezit;<br />

weinigen wisten ervan omdat Charo er nooit over praatte. Het echtpaar leefde<br />

van de opbrengst van een stuk grond, Waimòchoruk genaamd, en van de sago<br />

uit een sago-dusun, Tjebèri geheten.<br />

Daar men elke dag vanuit Ria rook zag opstijgen te Tiachnuch werd een man<br />

van de groep Srem, Srormanitanti of Raimanitanti, op onderzoek uitgezonden.<br />

Srormanitanti werd door Charo vriendelijk ontvangen en ondervraagd naar het<br />

doel van zijn komst. Srem antwoordde dat hij gekomen was om te onderzoeken<br />

wie aldaar woonden aangezien steeds te Ria rook werd waargenomen op deze<br />

plaats Srem en Charo moesten zich door tekens met elkander onderhouden,<br />

omdat zij elkaar's taal niet begrepen. Na dit onderling contact bracht Charo's<br />

vrouw de sago-pap, met vis erbij. Srem was zeer verbaasd over de vis die hem<br />

onbekend was, genoot ervan en verzekerde Charo dat deze er heerlijk voedsel<br />

op na hield. Voordat Srem vertrok ving Charo met de visspeer een van zijn<br />

gekweekte vissen, wikkelde deze goed in en zei: „denk er goed om, als gij deze<br />

vis opeet met Uw gezin moet gij de graten niet zo maar weggooien want anders<br />

zullen de andere dorpelingen het bemerken; verberg ze dus goed!" Na het eten<br />

kreeg Srem ook tabak, iets wat hij voordien nog nooit gezien had. Charo gaf<br />

hem toen ook wat tabakszaad mee.<br />

Nu gebeurde het dat op een dag twee zusters, Jamonje en Lermonje, van de<br />

kant van het Sentani-meer kwamen en bij Charo bleven logeren. Eens gingen<br />

Charo en zijn vrouw sago kloppen te Tjebèri terwijl de beide zusters in huis<br />

bleven. Gewoonlijk gingen de zusters midden op de dag baden dicht bij de<br />

vijver van Charo; zo ook thans. Na het baden ging de oudste naar de vissen<br />

kijken, waarop de jongste zuster haar waarschuwde geen verboden dingen te<br />

doen, er aan herinnerend dat ze in het Sentani-gebied ook al zoveel moeilijkheden<br />

had veroorzaakt. Weer thuis gekomen riep de oudste uit: „och, nu heb ik<br />

mijn gordel bij het water laten liggen!"; waarna zij weer terug ging, doch<br />

aangekomen bij de visvijver met de suan-houten visspeer naar de vissen ging<br />

steken. Helaas vernielde zij daarbij de bodem van de vijver zodat alle vissen<br />

naar buiten zwommen en de Jotefa-baai maakten; voorop de zwaardvis, de<br />

hamerhaai en de zaagvis en dan nog vele andere vissen.<br />

Charo voelde dat er iets mis was en haastte zich naar huis met zijn vrouw,<br />

waar hij de ramp aanschouwde. Hij beval de vissen evenwel terug te komen,<br />

wat geschiedde, waarna hij met iedere vissoort een afspraak maakte en ze toen<br />

vrij liet gaan. De vissen braken daarop bij Pirdjei door naar de open oceaan. Zo<br />

was bijv. de afspraak met de walu-vis (Indische snoek ?): „gij zult leven in<br />

de diepe zee; komt iemand om U te vangen voordat hij met zijn vrouw bijslaap<br />

heeft gehad dan zal hij succes hebben; heeft hij echter eerst seksuele omgang<br />

gehad met zijn vrouw voor hij ter visvangst ging dan zal hij U niet vangen."<br />

Tot de vliegende vis werd gezegd: „gij zijt een vis die gedood moet worden met<br />

de visspeer".<br />

Nadat de Jotefa-baai ontstaan was, gaf Charo ook namen aan de baai-gedeelten.<br />

Het westelijk deel der Jotefa-baai noemde hij Muri tat m hai, Machanda<br />

tat m hai, en het oostelijk gedeelte — ook wel Hol Nafri of Hol Kodár genoemd<br />

— kreeg de naam Reremchonje tat suk, Henebuni tat suk. De buitenbaai<br />

— tot het beekje Wár — werd genoemd Sechonje (Sehofni) tat suk,<br />

Merchonje (Merhofni) tat suk. Dit stemt overeen met hetgeen ik te Nachaiba<br />

vernam in een verhaal, namelijk dat de vliegende vis afkomstig was uit de

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!