Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
95<br />
Thans is deze ouderwetse opschik — waarbij ook nog behoorde een lange,<br />
tot op de voeten neerhangende, boomschors sarong als feestkledij voor de vrouwen<br />
— verdwenen, behalve bij enkele „vreemdelingen feesten", wel dragen<br />
de vrouwen moderne kettinkjes, haarspeldjes en armbanden, maar de mannen<br />
zelf zoiets niet meer. De kleding is geheel verwestersd; hoogstens draagt men<br />
binnenshuis of op het werk nog een onderbroekje of een schaamlap.<br />
E. Prauwen c.a. Beschouwen wij als eerste belangrijke element van het<br />
materiele aspect ener samenleving de woning c a , dan komt hier zeker op de<br />
tweede plaats de prauw en wat daarmee verband houdt.<br />
I. De houten prauw, wàcb (J.) of bwáchá (K. en N.), is steeds voorzien<br />
van één vlerk, wàch-sàm, en is in het algemeen ongeveer 5 meter lang. Adathoofden<br />
zoals Petrus Chamadi en Christiaan Iréuw te Tabati en Frans Sanji te<br />
Indjeros bezitten wat langere prauwen die bovendien twee vlerken hebben.<br />
Mogelijk waren in de vorige eeuw de prauwen groter — of waren het oorlogs<br />
prauwen ? — daar de reizigers uit die tijd sommige bemand zagen met wel 14<br />
mannen. Het adathoofd van Tabati, Chamadi dus, had van ouds het recht de<br />
grootste prauw te bezitten van de baai, op beschadiging van dit vaartuig of<br />
onderdelen ervan stonden allerlei boeten (zie hoofdstuk III, E).<br />
Prauwenmakers waren en zijn geen speciale functionarissen. Men vindt Ze<br />
nog overal, zij het in geringe getale, en overal ook zag ik prauwen in aanbouw,<br />
vooral te Kaju Indjau en te Nachatba. Volgens informatie te Kaju Indjau<br />
mochten voorheen — althans wat de Jotefa baai aangaat — slechts te Tahiti<br />
prauwen worden gemaakt, nl naar de één zei ten huize van de charsori doch<br />
volgens de ander op het eilandje Indjemòch. Van der Sande bericht evenwel<br />
dat te Indjeros ook prauwen werden vervaardigd. Helaas zijn nu vele nieuwe<br />
prauwen onversierd en worden oude versierde vaartuigen schaars, te Tabati<br />
telde ik er nog vier, te Indjeros een tiental, te Kaju Indjau echter nog wel<br />
twintig, evenals te Kaju Batu; te Nachaiba echter worden de versieringen nog<br />
steeds aangebracht.<br />
Ten behoeve van de fabricage van deze slanke scheepjes wordt een van de<br />
volgende soorten bomen gekapt fòr. nòchòrè, aró, djiwa, márán, rigwa, nubai,<br />
táma, rowangku òtárá, tari, téw, naru en rèm. Het uithollen van de stam deed<br />
men door kappen met stenen bijlen, tegenwoordig wordt de prauw geheel met<br />
behulp van het kapmes gemaakt. De boorden van de prauw worden meestal<br />
verhoogd met planken, wàch-br báre (J. ) of bwáchá-pèrbáre (K. ), die aan<br />
de romp \erbonden worden met rotan, draad of touw Deze planken eindigen<br />
aan beide prauweinden in kleine plankjes, de „kinderen' van de grote boordplanken,<br />
de bwáchá-pèrháre-nátuk. Ook de eraan hangende kwastjes heten zo<br />
Het plankje aan de voorsteven eindigt bij twee halfronde gevlochten „oren"<br />
(zo noemde Sanji ze), die wách-kebò worden genoemd. De houten knobbels<br />
onder de voorpunt van de prauw — waarop later de wàch-m ti wordt bevestigd<br />
— heten chárè. De vlerk, wàch-sàm, wordt aan stuurboordzijde aangebracht<br />
(met dien verstande dat zij bij het zeilen steeds aan de lijkant wordt<br />
gehouden). De drijver is door twee latten of stokken (de uithouders, wachjar)<br />
met de boot verbonden Midden op de prauw, tussen deze twee latten,<br />
is een soort platform van enkele vierkante meters, wàch-kob (J. ) of bwáchácbombu<br />
(N ) of etichai (volgens Iréuw), van gevlochten bambu of nibungbast,<br />
waaraan bevestigd zijn drie stokken die vroeger, en ook nu nog wel, elk<br />
veelal eindigden in een gekleurde casuaris- of neushoorn-vogel, vis of visstaart