Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
251<br />
Wederom werd Srem er op uitgezonden, namelijk naar de plek Abe om<br />
kennis te maken met de lieden van Itár. Hij ontmoette daar hun hoofd Indjuwa,<br />
die Srem vroeg naar zijn naam en het doel van zijn komst. Deze zette de<br />
plannen van Rekach uiteen, maar Indjuwa antwoordde dat hij er weinig voor<br />
voelde tenzij Rekach hem kon helpen aan een vrouw voor Indjuwa's zoon<br />
Ureuw. Hij gaf Srem vele kralen voor Rekach mee en deze bracht alles nauwkeurig<br />
over. Toen riep Rekach zijn dochters en vroeg wie er met Itár wilde<br />
trouwen. De jongedochter Cherangui had geen bezwaar; zij zeide: „Ja Vader,<br />
wij zijn al beschaamd gemaakt door de kralen van Itár en daarom is het het<br />
beste dat ik er heen ga om te trouwen opdat Vader al die kralen behouden<br />
kan." Zo gebeurde het, dat Cherarigui met Ureuw huwde, waarop Itár verhuisde<br />
naar Afár.<br />
De volgende maal bezocht Chai het dorp van Serachi (= Indjerau Fratia, nu<br />
verdenen. G.), gelegen aan de voet van de berg Reimòch. Na terugkomst<br />
vertelde hij Srem, dat hij Serachi gezien had in een nieuw dorp: vroeger hadden<br />
de lieden van Serachi namelijk te Nefraditj gewoond. Op Chai's verzoek ging<br />
Srem met hem en met Serachi naar het oude dorp dat door hen geheel werd<br />
afgebroken, en met de erfstukken en clan-geheimen verhuisden zij toen naar<br />
Ria. (Verteld door Jacobus Sremsrem).<br />
6. Het verhaal van Meraudje (Tabati).<br />
Vroeger woonde de groep Meraudje in de nabijheid van Nafri, doch het<br />
geschiedde toen dat door mensen van de groep Tjoi (Choi) aldaar goederen<br />
van de Meraudje's werden gestolen. Na een hevige vechtpartij tussen beide<br />
groepen trokken de Meraudje's naar Ria, ten oosten van het huidige Indjemöch,<br />
en gaven daar hun bezittingen in bewaring bij familie. De vrouw des huizes<br />
maakte echter vele bezwaren, zodat de Meraudje's zich zeer beledigd gevoelden.<br />
's Nachts hakten zij daarom bambu-waterdragers, vulden deze met zout water<br />
en gingen naar de tuinen. —Toen zij midden in de tuinen gekomen waren, goot<br />
de oudste Meraudje, Ja geheten, de bambu's leeg; daardoor ontstond de Jotefabaai.<br />
De volgende morgen trokken de Meraudje's naar de Pimè, met zich meenemende<br />
een trom, Tjutup genoemd, een chás-armband, welke Mát heette,<br />
en twee kleine steentjes die de vrouwelijke namen Wamang en Wachoi droegen.<br />
Aangekomen bij de Pimè zei Ja, na een keuze te hebben gedaan uit zijn<br />
clangenoten: „De dikken moeten met de beide steentjes hier blijven, en de<br />
mageren gaan met mij met trom en chás-ring naar Sentani." Later gingen de<br />
dikken naar Tabati, de mageren naar het dorp Jabuai; te Jobe wonen nog nakomelingen<br />
van Aisja. Ook te Nafri wonen thans nog Meraudje's.<br />
(Verhaald door Willem Meraudje †) 1 )<br />
7- Het verhaal van Itár.<br />
Lang geleden woonden de Itár-mensen ten oosten van Hollandia in het huidige<br />
Australisch Nieuw Guinea op een plek die in de Jotefa-taal Jafanihai-ndom<br />
wordt genoemd. De bevolking was zeer talrijk; het oudste hoofd aldaar heette<br />
Andjuwa.<br />
1 ) Vergelijk hiermee de Biakse opvatting over het ontstaan van de Geelvink-baai.<br />
„Als een straf voor ongehoorzaamheid van zijn onderdanen liet Manjova de grote<br />
vlakte onderlopen, waardoor een einde kwam aan de eerste mythische tijd. Biak.<br />
dat met zijn hoogste berg nauwelijks boven water uitstak, werd het nieuwe centrum".<br />
(F. C. Kamma s dissertatie. 1954; p. 93).