Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
12 II<br />
ENKELE HISTORISCHE MEDEDELINGEN<br />
Wat geldt voor geheel Nieuw Guinea, geldt ook hier omtrent de geschiedenis<br />
van land en volk der beide baaien is zeer weinig met zekerheid bekend. De<br />
Jotefa bevolking weet te verhalen van een grote vloed die alles zou hebben<br />
overstroomd en alle leven vernietigd (dergelijke verhalen zijn ook bekend tut<br />
de nabijgelegen streken Arso, Jèti en Nimboran). Nadien, toen de Jotefa baai<br />
nog niet bestond, zouden op die plek zich de voorouders der huidige Tabatiërs<br />
hebben gevestigd, later ontstond de baai, doch men herinnert zich zeer wel —<br />
nog uit recente tijd — dat veel wat nu water is of schor voorheen land of<br />
eiland was.<br />
Omtrent zichzelf vertellen zij, dat zij — voor een deel tenminste — uit het<br />
oosten en uit de bergen gekomen zijn, deels zouden zij verwant zijn met de<br />
Sentani-bewoners. Holbewoning schijnt oudtijds voorgekomen te zijn, bijv,<br />
zuidelijk van Nafri. Ook verhaalde men over de groep Serachi of Sèbo (Mót<br />
of Mòtu), wonende op de Jarmòch tot aan zee, in bezit van het eilandje<br />
Missioditj en het erom gelegen viswater, enz. Later is deze groep uitgestorven,<br />
de laatste leden zijn opgegaan in de groep Jouwé. O.a. in het dorpje Indjerau<br />
Fratia, aan de zuidelijke voet van Usjerau, heeft deze groep gewoond — Verder<br />
bewaart men nog vagelijk herinneringen aan vroegere bezoeken van regeringsambtenaren,<br />
herinnert men zich nog een en ander van diverse expedities<br />
in deze contreien, van de eerste posthouder op M tu Debi, van het vooroorlogse<br />
Hollandia, en vooral van de recente oorlog Naast nog wat locale histories<br />
is dat de gehele geschiedkundige kennis dezer baai-bewoners.<br />
En wat weet de westerling door aanschouwing en literatuur? De geologie<br />
leert ons dat het nabijgelegen Cycloop gebergte van vulkanische aard is, stellig<br />
zal het land aan zijn oostelijke voet onstabiel zijn geweest. Van een opheffing<br />
boven zeeniveau is ook hier sprake; koraal en schelpen vindt men op alle<br />
omringende heuvels Dat de Jotefa baai vroeger kleiner van omtrek was is zeer<br />
wel mogelijk Duidelijk zichtbaar bij laag water zijn de grote ondiepten, waardoor<br />
bijv M tu Debi, Indjeros en de oostelijke kaap welhaast één geheel<br />
worden. De openingsbreedte naar zee van de Jotefa-baai was een eeuw geleden<br />
slecht ¾ van de tegenwoordige breedte, terwijl het strand tussen Indjeros en<br />
kaap Djuar sindsdien ook door de zee is teruggedrongen. Kan het zijn dat de<br />
door Wentholt en anderen veronderstelde onderaardse afwatering van het<br />
Sentani-meer door zijn stroming deze afspoeling, uitslijping, veroorzaakt?<br />
Ter bevestiging van het zondvloed-verhaal deelde men mij te Indjeros mede<br />
dat in de kuststrook van Nafn tot de berg Mér en ook een eindweegs het land<br />
in, tot op de toppen der hemels behalve vele schelpen ook talrijke scherven<br />
van grof aardewerk werden gevonden. Een van mijn informanten (± 70 jaar<br />
oud) zei, dat reeds zijn vader deze daar, bij tuinaanleg bijv , had aangetroffen,<br />
soms wel op twee meter diepte. Een kort bezoek aan één van de steile hellingen<br />
aan zee toonde de juistheid van dit bericht aan de vrij dikke humuslaag zat<br />
vol met meestal kleine scherven, kennelijk resten van rond aardewerk met<br />
sporen van uitstaande rand en onder de rand versierd met ingedrukte eenvoudige<br />
motieven. Helaas is datering practisch uitgesloten. Nog steeds wordt soortgelijk<br />
aardewerk gefabriceerd te Kaju Batu en te Abár (Afár) aan het Sentanimeer.<br />
Volgens informanten ieek het gevondene meer op het grove Sentani-