Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
INLEIDING<br />
Is het de normale gang van zaken een academische studie te bekronen met een<br />
proefschrift, niet altijd is het mogelijk dit werk terstond te verrichten. Door het<br />
verlopen der jaren gaat men dan dikwijls de te verwerven doctorstitel op juister<br />
waarde schatten. De geboden gelegenheid, om — uitgaande van in de praktijk<br />
op Nederlands Nieuw Guinea verkregen kennis — alsnog te promoveren<br />
werd door mij dan ook met dankbaarheid aangegrepen. Hoewel de tijd<br />
kort was om een naar vorm en inhoud goed verzorgde dissertatie het licht te<br />
doen zien, hoop ik dat de verwachtingen niet al te 2eer beschaamd zullen<br />
worden.<br />
In de eerste plaats moge ik mijn bijzondere dank uitspreken aan Zijne Excellentie<br />
de Minister van Overzeese Rijksdelen die door het verlenen van een<br />
subsidie, en aan Zijne Excellentie de Gouverneur van Nederlands Nieuw<br />
Guinea die door verlenging van mijn verlof het verschijnen van dit proefschrift<br />
mogelijk maakten.<br />
Verder past mij een woord van hartelijke dank aan de heer N. Jouwé, die mij<br />
op enige belangrijke punten voorlichting verschafte. Voor hem moet het een<br />
wonderlijke ervaring zijn, zijn stam als een der eerste van Nieuw Guinea volkenkundig<br />
onder de loupe genomen te zien. Moge het hem een genoegen zijn<br />
dit proefschrift nog gedurende zijn studietijd in Nederland door te lezen.<br />
Niet slechts ten gerieve van de wetenschap der culturele anthropologie, doch<br />
eveneens ter verheldering van zich in de praktijk voordoende moeilijkheden<br />
werd. het nuttig geacht om een onderzoek te doen instellen bij de bewoners van<br />
de Humboldt- en Jotefa-baaien naar hun zeden voorheen en thans en naar de<br />
problemen die zich door de aanraking met de Westerse wereld zijn gaan voordoen.<br />
De resultaten zijn neergelegd in de volgende studie.<br />
Ten behoeve van dit onderzoek vertoefde ik onder deze bevolkingsgroep —<br />
die in zekere zin een eenheid vormt, hoewel zij niet in het bezit is van een<br />
„stam"-naam — in de dorpen Tabati, Indjeros, Kaju Indjau, Kaju Batu en<br />
Nachaiba, telkens voor een aantal dagen, gedurende de laatste maanden van<br />
1951 en de eerste van 1952, welk verblijf in het begin van 1954 voor het verzamelen<br />
van aanvullende gegevens werd herhaald. Ook te Hollandia zelf kreeg<br />
ik nog enige malen contact met personen uit deze streek. Veel nut had ik bij<br />
dit ethnografisch werk van de introducties van bestuurszijde en van de medewerking<br />
van verscheidene dorpsbewoners; als belangrijkste informanten — die<br />
ik hierbij tevens wil danken — mogen worden vermeld: Bestuursassistent Daniel<br />
Jouwé, Nicolaas Jouwé, Laurens Mano, Christiaan Iréuw, Anton Chanasbai,<br />
Willem Meraudje †, Mesach Sanji †, Frans Sanji, Leonard Sibi, Elias Sibi, Dai<br />
Makanowé, Obed Pui, Musa Toto, Sèm Maro en Ambrosius Jowafifi. Naast<br />
deze mondeling verkregen mededelingen — verreweg de belangrijkste — kon<br />
ik een en ander uit de, niet overvloedige, literatuur halen. Voor geïnteresseerden<br />
is een lijst van alle mij bekende publicaties die gegevens nopens het studiegebied<br />
bevatten als bijlage toegevoegd.<br />
5