Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
89<br />
jainpa, it is seen from the western side; in fig. 194 it is seen from the southeast<br />
In 1903 it was sadly in want of repairs."<br />
De dakrib van tjainpa en andere huizen heette p náchetj en de uiteinden<br />
ervan cbebrai; terwijl de vier dakribben naar omlaag (op de hoeken van het<br />
dak dus) pòw genoemd werden; zo zei men te Tabati.<br />
Deze tehuizen dienden voor het houden van vergaderingen door de mannen<br />
van het dorp: vrouwen hadden er geen toegang. De knapen welke er overdag<br />
werkten, sliepen er ook 's nachts; zij mochten geen omgang hebben met de<br />
andere sekse. Men bewaarde er de grote visnetten, trommen, allerlei soorten<br />
pijlen, bogen, feestkleding, enz. Te Tabati werd er jarenlang ook een Ned.<br />
Indisch wapenschild bewaard (zie hoofdstuk II).<br />
Deze tjainpa's — evenals de tempels — waren meestal midden in het dorp<br />
gebouwd; de enige uitzondering vormde die van Indjeros die aan het noordelijke<br />
einde van de huizenrij lag. Aldaar kwam juist in 1903 een nieuwe tjainpa<br />
gereed; men had de toegang ervan door een soort gordijn gesloten, terwijl<br />
bovendien een bewaker aanwezig was om op de jongelui te letten (vgl. ook:<br />
59; afbeelding 195, p. 301).<br />
Het meest in het oog vallend waren toenmaals natuurlijk de tempels of —<br />
zoals zij meestal in de literatuur genoemd worden — karawari-huizen, mau<br />
(J. en K.) of rárámá (N.), door hun hoogte, aparte ligging, versiering, e.d.<br />
Deze gebouwen zullen evenwel in een ander hoofdstuk behandeld worden.<br />
Na de kerstening der dorpen verdwenen ook de oude huistypen meer en<br />
meer; Gezaghebber Philipsen bericht dat omstreeks 1932 alleen Kaju Batu en<br />
Kaju Indjau nog ten dele ouderwetse huizen bezaten.<br />
Overzien we deze paragraaf, speciaal wat aangaat de gewone dorpswoningen,<br />
dan blijkt ons, dat de voormalige huisindeling zich in het algemeen gesproken<br />
handhaafde, ondanks kerstening, een wereldoorlog, moderne ideeën; zij het<br />
dan dat de chacharau en andere versieringen (tot heden toe nog) verdwenen<br />
en dat het bouwmateriaal en de huisvorm (veelal pas na 1930) zich wijzigden,<br />
zodat een frisser woningtype ontstond. Ten aanzien van bouwmateriaal en<br />
huismodel blijkt, dat in een halve eeuw overgegaan werd van atap, gaba-gaba<br />
en nibung-latten op gegalvaniseerd metaal, planken en stalen vliegveldstrips,<br />
terwijl in die periode de pyramide-vormige woning veranderde in een langwerpige<br />
met hoog vierzijdig dak, welk huizentype na de oorlog zich wederom<br />
iets vereenvoudigde, mede door het andere materiaal dat gebruikt werd.<br />
Voortleven bleef ook het idee, dat de zeekant van het huis de plaats was<br />
voor mannen e.a., terwijl de vrouwen aan de landzijde thuis behoorden; dit<br />
noemde men resp. raut ba en daran-t ba. De dorpen bestonden namelijk<br />
oorspronkelijk uit één lange huizenrij, waarbuiten slechts het mannen- en<br />
het karawarihuis lagen. 1 ) Dezelfde opvatting, associatie, dus van vrouwen —<br />
land en mannen — zee ais aangetroffen wordt in de Geelvink-baai (Waropen,<br />
Biak-Numfoor).<br />
C. Gebruiksvoorwerpen. Het huisraad (hoewel gering in aantal) onderging<br />
in onze eeuw een belangrijke wijziging; vooral na de laatste wereldoorlog<br />
— juist als met de behuizing — was deze groot en deden houten en stalen<br />
———<br />
1 ) Soms wordt een tweede rij vermeld; waarschijnlijk een rij van keukens e.d. daar dat<br />
dikwijls aparte gebouwtjes waren (zijn). In 1858 werd geschreven, dat ,, . . de<br />
tweede of achterste rij de minste huizen bevat..." (26; p. 174).