Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
125<br />
zee, met zijn „echtgenote" Rachuondo; zijn vis is de geep. In de nabijheid, op<br />
de plek Waibò, hoort ook een demon thuis; dit is de plaats waar versteend<br />
aardewerk ligt (zie bijlage A. 18). Op kaap Tjimdji — tegenover het eilandje<br />
P. Kelapa — woont de urèb Chuchu die zich zowel in de gedaante van een<br />
mens als van een gestreepte zeeslang kan vertonen; deze demon straft de men<br />
sen van Fouw en Raté ah ze iets verkeerds hebben gedaan, doch geeft overigens<br />
zegen aan het gehele dorp, waarvoor de mensen hem dan dank en offer brengen.<br />
Op het eilandje P. Kelapa woont ook een demon, Jèna, die zich als mens<br />
of als kreeft kan vertonen. Hij doodt mensen die zich misdragen, ziet men hem<br />
als kreeft, dan zal er iemand van de Fouw- of van de Raté-groep sterven.<br />
Ook te Kaju Indjau noemde men een aantal „bezielde" zaken, te beginnen<br />
met de beide stenen die nabij de plek van de voormalige tempel in zee liggen,<br />
namelijk de ,,mannelijke" steen Tába (alias Chatuar) en zijn ,,vrouw" Matacharèmoin.<br />
Verder wijst men op de top van de eiland-heuvel een paar brokken<br />
steen aan, Kuacha ?, die de beide vrouwen Jamoin en Lermoin tot kookplaats<br />
zouden hebben gediend, of ter plaatse evenwel een demon huist kon ik niet<br />
te weten komen. Het heette dat de twee vrouwen bij Wanimo waren versteend,<br />
maar er werd ook verteld dat zich op M turau een steen bevond, bewoond door<br />
Jamoin en Lermoin, die stormachtige zee kon veroorzaken als men dicht erbij<br />
hout hakte of als kinderen er met stenen gooiden. Door de namen van kreeft,<br />
sugili-vis, enz te noemen kon men de zee kalmeren. Zulke ,,wind stenen" vindt<br />
men op vele plaatsen, bijv. bij het Base G-strand, bij Hol Badji, bij het Maagdeneiland,<br />
bij Kaap Djuar. Op M turau woont aan de westelijke (?) punt de<br />
,,mannelijke" demon Onè en aan de oostelijke (?) kant de ,,vrouwelijke"<br />
Monjechoimoi; aan hen werd niet geofferd maar wel werd hun hulp ingeroepen<br />
als er onenigheid was in het dorp. Op het eiland Kaju Indjau zelf woont aan<br />
de oostkant de „mannelijke" berèbo Ugò en aan de westzijde de „vrouwelijke"<br />
Chówa. Komen lieden van de jouwé-groep bij de Laho-rivier nabij Holthaekang,<br />
dan behoren zij het Tabati-dialect te spreken en niet hun eigen dialect<br />
want in dat geval zouden de aldaar in twee stenen veranderde voor „moeders"<br />
Nanditjoi en Srom choi boos worden en hevige regen veroorzaken Op het<br />
Maagdeneiland huizen de demonen Fròm (= leguaan) en Fóm(o) (= zeearend),<br />
die zich zowel in dierlijke als in menselijke gedaante vertonen. Het<br />
demonen-echtpaar Oi en Mondomoin woont op de plek Piráro. Op de hellingen<br />
ter hoogte van Dok V vertoeft de boosaardige „vrouwelijke" demon Sintjemonje,<br />
ondeugende kinderen worden nog wel met haar naam bang gemaakt.<br />
Op een heuvel bij Dok II woont een westenwind veroorzakende demon. Het<br />
strandje bij het dorp Kaju Batu dient tot woonstee voor de „mannelijke' demon<br />
Terawa, die mensen kan doden en ook wel de gedaante van de lerawa-vis aanneemt.<br />
Op dit strand, bij de zuidelijke kant van het dorp, ligt de steen Atuchenjaha<br />
die bewoond wordt door de demon Dbai (= zwaard-vis), deze demon<br />
kan hoge golven veroorzaken. Op Kaap Suadja wonen de berèbo's Fòm(o)<br />
(= zee-arend) en San (= vogelsoort) die zich als vogel en als mens loinnen<br />
manifesteren. Ook woont op die kaap de voorouder-demon Tiache; om hem<br />
met kwaad te maken mag men elkaar daar niet toeschreeuwen. In het meertje<br />
bij de opleidingsschool van de politie te Base G huist de demon Sambrèréj die<br />
daar mensen heeft doen verdrinken; men is thans nog bang voor die plek.<br />
Wat de binnenbaai betreft noemden wij reeds Daiwir's stenen schildpaddemon<br />
in de binnenbaai Weitjeruch. Ten oosten van de ingang tot deze binnenhaal<br />
— dus bij het westelijke einde van Tabati — ligt een rotsblok ter