Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
65<br />
hoofdzaak van de Sibi- en Jouwé-clans. Overtreden van vermelde grenzen door<br />
Kaju Batu en Kaju Indjau over en weer komt tamelijk veel voor, zonder evenwel<br />
aanleiding te geven tot moeilijkheden.<br />
Ook te Kaju Indjau bestaat weer een onderverdeling naar de clans. De groep<br />
Chai van dit dorp heeft als eigen visgebied de Haven of Hol Nubai, begrensd<br />
door een lijn van Bechaisibi-s chòmò naar Douane-kantoor of Fòròchedjitj -<br />
s chòmò. Tussen Douane-kantoor en Obubrè-s chòmò ligt het Sibi-viswater en<br />
van Obubrè-s chòmò over de open zee tot Holthaekang mag Jouwé vissen. Bij<br />
de Sibi-clan is Soro inbegrepen. Chai heeft verder nog van Pui de ,,njaré"<br />
(— rif-vijver) Tjórà — nabij Dok VIII — gekregen. Jouwé heeft zijn grote<br />
visareaal deels te danken aan Sèbo (Motu), van wie alle rechten werden<br />
geërfd nadat de groep was uitgestorven. Chamadi van Tabati eigende zich toen<br />
echter Missioditj toe. Oudtijds bestond de regeling dat Jouwé overdag viste in<br />
het zojuist aangeduide visgebied, terwijl Sèbo dit bij nacht deed. Thans mag<br />
Jouwé er zowel bij dag als bij nacht vissen. Met betrekking tot de geep-visserij<br />
in de Humboldt-baai bestaat nog de afspraak dat Chai overdag op de vangst<br />
gaat en Jouwé dit 's nachts doet. Vermoedelijk heeft deze arbeidsverdeling,<br />
overdag of 's nachts vissen, een religieuze bedoeling, een samenhang met het<br />
wonen der groepen naar het oosten (zonsopgang, dag) en naar het westen<br />
(zonsondergang, nacht). Daiwir, in het uiterste westen van Tabati, mag des<br />
nachts vissen; Sèbo, in het westen op de Jarmòch-heuvel gevestigd, mocht dit<br />
eveneens.<br />
Opvallend is, dat alle vier baai-dorpen een „bevoorrechte" clan hebben, die<br />
een eigen inham of baai als viswater mogen beschouwen, namelijk Daiwir<br />
(Tabati), Sanji (Indjeros), Pui (Kaju Batu) en Chai (Kaju Indjau). Ten aanzien<br />
van Chai en Sanji gaat dit voorrecht terug op een mythische oorsprong: hun<br />
eerste stamvaders woonden nabij, respectievelijk, Hol Nubai en Fei. Van de<br />
beide andere clans is mij slechts bekend dat zij de eerste, oudste, ter plaatse zijn<br />
en mogelijk voorheen al het viswater in bezit hadden, maar dit — op hun eigen<br />
reservaat na — aan later geïmmigreerde groepen hebben weggegeven.<br />
2. Grondrechten, Reeds werd opgemerkt dat de moeilijkheden in verband<br />
met de grond vele zijn. Het bezwaarlijke is namelijk, dat men vroeger in het<br />
nog „ledige" land, ternauwernood wist — en trouwens niet behoefde te weten<br />
— hoe de dorpsarealen precies waren begrensd: de grenzen verloren zich in het<br />
bergland. Aan de kust wist men elkanders „grenspalen" wel degelijk aan te<br />
wijzen en eerbiedigde men deze, doch de grenzen binnenwaarts vervaagden en<br />
daar vond men een soort niemandsland. Hier zullen zich bij geschillen waarschijnlijk<br />
onoplosbare moeilijkheden voordoen, zo bijv. ten aanzien van de door<br />
Hollandia-Stad geoccupeerde gronden.<br />
Evenals elders wel voorkomt — bijv. in Indonesië in de onderafdeling<br />
Bintuhan van de voormalige residentie Benkulen — wordt in deze streek van<br />
Nieuw Guinea een berg aangewezen als het punt vanwaar de dorpsgrenzen<br />
divergeren. Het is de berg Tugwan chò, noordelijk van Kota-Radja gelegen.<br />
Vandaar naar het noordoosten — naar Tuara, aan de kust — loopt de grens<br />
die de gronden scheidt van Nachaiba (westelijk) en Kaju Batu met Kaju<br />
Indjau (oostelijk). Naar het zuidoosten, naar Missioditj, loopt de grens via de<br />
heuvel Nèn en ten noorden van Hol Sian langs tussen de grond van Kaju<br />
Indjau (noordelijk) en Tabati (zuidelijk). Zuidwaarts via Hollandia-Stad heet<br />
de grens te lopen die het terrein scheidt voor Tabati (oostelijk) en Ajapo