Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
158<br />
solo- of duo-dansen, zoals wij die kennen, kwamen niet voor en zijn nog zeldzaam,<br />
wijl hypermodern;<br />
slechts bij enkele dansen liepen de deelnemers voorwaarts in het rond (vgl. de<br />
lba jondige);<br />
bij de meeste mannendansen stonden en liepen de deelnemers zij aan zij in een<br />
kring;<br />
bij de gemengde dansen waren de mannen gescheiden van de vrouwen;<br />
bijna alle dansen vonden plaats in de open lucht, veelal op het tempel-plankier;<br />
bij alle dansen werd gezongen en meestal op trommen geslagen;<br />
bij vrijwel alle dansen bewoog men zich rond „tegen de klok in";<br />
bij vele dansen werd hevig gestampt, soms gesprongen (zoals ook vermeld<br />
wordt van de bergstammen van het Australische en Nederlandse gebied).<br />
Wij zeiden reeds dat de oude liederen, al dan niet verbonden met een dans,<br />
welhaast verdwenen zijn, verdrongen door liederen van over de Australische<br />
grens, „van boven" zoals men zegt, en dat deze ook weer op het tweede plan geraakt<br />
zijn door de nauwe aanraking met het Christendom en het Westerse Hollandia<br />
van na de oorlog. Oude liederen, mythen in zangvorm eigenlijk, hadden<br />
feitelijk alle clans, zoals te Indjeros de clans Sanji, Meraudje, Drunji. Bij bijzondere<br />
gelegenheden zong men deze, begeleid met kleine trommen. Anderen<br />
mochten wel vreemde clanliederen zingen, doch pas als zulk een lied was aangeheven<br />
door lieden van die clan zelf. In Sanji's gezang worden de beide Sentanivrouwen,<br />
de visvijver en vooral de zaagvis gememoreerd. Meraudje bezingt de<br />
maanhistorie (zie X, A, II). Andere zangen kende men ook, bijv. bij het zichtbaar<br />
worden boven de horizon van bepaalde sterren, zoals de Pleiaden, usif ru<br />
of pèrf ru; men somde dan o.a. allerlei planten- en vissen-namen op, opdat<br />
deze in het komende seizoen zich goed zouden vermenigvuldigen. Alle gezangen<br />
zijn maar kort, zoals ook bleek uit de dansteksten; ze duren hoogstens 3<br />
minuten.<br />
De jongelui geven de voorkeur aan gezangen van over de grens, ook de<br />
anderen trouwens welbekend, en leren de oude wijzen niet meer, die dus spoedig<br />
verloren zullen gaan. Van deze „gekochte'' melodieën geeft Kunst drie voorbeelden<br />
1 ), nl. de nummers XII, XIII, en XVI (de overige door hem vermeld<br />
zijn van Sentani en Sarmi); de namen wijzen reeds op hun buitenlandse afkomst,<br />
zoals „lagu" Sesando (= Mesino), „lagu" Warepu (= Warfu, Warapu)<br />
evenals het feit dat men bijv. bij de Sesando-melodie wel woorden kende, maar<br />
die niet begreep.<br />
Omtrent deze zangen merkt Kunst op dat ze meestal zeer eenvoudig zijn; van<br />
„lagu" Mandé (no. XVI) schrijft hij „Comparison of our melody nr. XVI<br />
with one of Mr. Davies' Australian songs may show the close relation<br />
between <strong>Papua</strong>n and Australian music. The Humboldt-Bay melody can be<br />
regarded as the plagal (soort toonaard. G.) counterpart of the Australian song,<br />
which is authentic. Putting the various tone-degrees, used in these Humboldt-<br />
Bay melodies, together in scalar succession, one will frequently note half-toneintervals<br />
These, however, are never used melodically."<br />
Nadien nog wees hij 2 ) op de overeenkomst met oostelijker kunstmelodieën,<br />
die eveneens „verwantschap met sommige uit meer oostelijke, zuiver Melanesische,<br />
gebieden bekend geworden zangwijzen" vertonen.<br />
1 ) 43; p. 4, 11, 13.<br />
2 ) In „De inheemse muziek in Westelijk Nieuw-Guinea", 1950, p. 8, noot 17.