Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
266<br />
(de jongste). Deze beide vrouwen zochten als voedsel boskippen en eieren van<br />
die dieren, die zij dan kookten en opaten, terwijl zij slechts de saus aan Makanowé<br />
gaven, elke dag opnieuw. Toen Makanowé er achter kwam hoe hij bedrogen<br />
werd, trok hij de huistrap op, zodat zijn zusters niet naar buiten konden.<br />
Makanowé was zeer verdrietig over het ontdekte bedrog; om zich te wreken<br />
cohabiteerde hij 's nachts met zijn zusters, waarna hij de volgende ochtend de<br />
beide vrouwen wegjoeg.<br />
De twee zusters begaven zich naar het oosten, naar de plek Holthaekang,<br />
waar de voorouders van Ramela, Fèb(u), toen woonden. Bij hun vertrek namen<br />
zij van Kaju Indjau vele schelpen mee, en vormden daarmee — door ze<br />
onderweg uit hun prauw in zee te werpen — de riffen die men daar thans<br />
vindt. 1 ). Bovendien namen zij twee soorten rotan mee; de mooiste soort wierpen<br />
zij in het binnenland, de minder goede plantten zij aan de kust. Na enige<br />
tijd baarde Nanditjoi een zoon, die zij Jouwé noemde, het kind dus van<br />
haar broer Makanowé, terwijl Srom choi slangen ter wereld bracht. Zij woonden<br />
er in een hutje, maar op de derde dag na de geboorte ontstond onder<br />
donderslagen en bliksemlicht een groot huis aldaar.<br />
De mensen te Holthaekang wisten niet dat er bij de twee vrouwen ook een<br />
jongetje was. Eens echter werd er in het dorp een groot feest gevierd; bij die<br />
gelegenheid kwam ook Jouwé te voorschijn en danste mee, om benen en armen<br />
fraaie ringen van fijn rotan dragende. Aldus werd Jouwé lid van de gemeenschap;<br />
hij leerde vissen en zo meer.<br />
Naderhand is Makanowé spoorloos verdwenen. Men vertelt dat zijn lichaam<br />
veranderde in het Cycloop-gebergte; zijn voeten zouden zich te Tanahmerah<br />
bevinden, zijn lichaam nabij Nachaiba, en zijn hoofd te Mèra (Dok V). Zijn<br />
ziel werd de zee-arend, fòm. Deze ging op het huis van de beide zusters<br />
zitten, waar Srom choi hem het eerst zag. Zij riep Nanditjoi erbij en deze<br />
vroeg: „Ben je een demon of een „suanggi"? De vogel antwoordde: „Ik ben<br />
Makanowé; in het vervolg zal ik de baai bewaken tegen onheil." Later veranderden<br />
Nanditjoi en Srom choi in twee rotsblokken in de rivier Laho (Ráchò)<br />
bij Holthaekang.<br />
Nadien vertrok Jouwé naar het eilandje M turau, ten oosten van Kaju<br />
Indjau, en bouwde aldaar een groot karawari-huis, versierd met vele beelden<br />
en alle paal-uiteinden besneden als vissen.<br />
De echte afstammelingen van Makanowé woonden op Kaju Indjau, samen<br />
met Sibi, doch later ook op de westelijke helft van M turau (natuurlijk is nu<br />
sprake van latere generaties van Jouwé, Makanowé en Sibi). Deze Makanowé's<br />
worden door de Jouwé's niet betiteld met „vader", doch met „oudere broer".<br />
Nu waren de Sibi-vrouwen van ouds gehuwd met Chamadi-mannen. Daar<br />
Sibi zich ergerde aan het fraaie karawari-huis dat Jouwé had gebouwd, zocht<br />
hij Chamadi's hulp. Laatstgenoemde kwam, vergezeld van Chai en Chababuk,<br />
en tezamen schoten zij pijlen, waaraan bosjes brandende klappervezel waren<br />
bevestigd, op Jouwé's tempel, waardoor deze door brand werd verwoest. Zij<br />
konden deze aanval ongestoord uitvoeren, aangezien op dat ogenblik het merendeel<br />
van de Jouwé-mannen naar het huidige Australisch Nieuw Guinea was.<br />
Groot was de verslagenheid onder de Makanowé- en Jouwé-mensen. Tenslotte<br />
legde Jouwé zich bij de toestand neer en stond hij Chamadi toe, zijn versierings-<br />
1 ) Vandaar dat Jouwé meer visrechten op deze riffen kan doen gelden dan bijv<br />
Sibi, Chai of Soro.