- Page 2 and 3: Aan mijn ouders Aan mijn vrouw
- Page 4 and 5: INLEIDING Is het de normale gang va
- Page 6 and 7: I II III IV V VI De verzamelde mate
- Page 8 and 9: I 9 GEOGRAFISCH MILIEU Om een goed
- Page 10 and 11: 11 grondafslag plaats vond. Een and
- Page 12 and 13: 13 aardewerk dan op het fijnere van
- Page 14 and 15: 15 daten en 112 dragers, arbeiders,
- Page 16 and 17: 2 De berg Mèr, gezien vanaf Indjem
- Page 18 and 19: 1ll 17 SOCIAAL ASPECT De thans volg
- Page 20 and 21: ook na het eindigen der retraite bl
- Page 22: daar de gegeven naam die van een ge
- Page 27 and 28: 26 behouden; deze werd later met ha
- Page 29 and 30: 28 kralen, het z.g. „hoofdgeld",
- Page 31 and 32: 30 len met een soort kwast. Bij dez
- Page 33: 32 Semra-vrouwen (Indjeros) nevelac
- Page 37 and 38: 34 ook van de buitenbaai, tezamen i
- Page 39 and 40: 36 Fèb begraaft op de plaats Jochu
- Page 41 and 42: 38 blijkt dat het grafhuisje thans
- Page 43 and 44: 40 afhangend droeg, werd de mèrmar
- Page 45 and 46: 42 B. Gezin, clan, Stam. Hoewel het
- Page 47 and 48: 44 wens, deze tegenstelling — in
- Page 49 and 50: 46 vele gevallen de beide seksen el
- Page 51 and 52: 48 Pui-mannen mochten huwen met Mak
- Page 53 and 54: 50 Ter verduidelijking van de huidi
- Page 55: 52 fenja(cho) abatant, áchotant (I
- Page 59 and 60: 56 een middenpositie tussen Chamadi
- Page 61 and 62: 58 I. Hoofdenpositie De adathoofden
- Page 63 and 64: 60 bijdrage aan de kas ook geen teg
- Page 65 and 66: 62 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27.
- Page 67 and 68: 64 geen visbevoegdheid heeft, „da
- Page 69 and 70: 66 (westelijk), en westwaarts langs
- Page 71 and 72: 68 Stonden, die enige malen bloedig
- Page 73 and 74:
70 tussen beide dorpen. Door het Be
- Page 76 and 77:
74 de vader gehuwde zusters vallen
- Page 79 and 80:
78 Het dorp Indjeros, in de binnenh
- Page 81:
80 chaiba werd vastgesteld op respe
- Page 85 and 86:
82 Pisiusaiba (verkort Besaiba) 1 )
- Page 87 and 88:
84 Soro), kamer 3 door groepen Afá
- Page 89 and 90:
86 ± 1900 slechts aangetroffen wer
- Page 91 and 92:
88 Maro, de vis-groep, was rijk ver
- Page 93 and 94:
90 stoelen en tafels, foto's en kra
- Page 95 and 96:
92 (de rode ?) en mén (de blauwe).
- Page 97 and 98:
94 de kop omlaag, gespreide \leugel
- Page 99:
96 of varken; ze reiken tot halverw
- Page 103 and 104:
98 te raken. BIJ het maken ervan hi
- Page 109 and 110:
104 V ECONOMISCH LEVEN De economisc
- Page 111 and 112:
106 en alleen zich voedend met klap
- Page 113 and 114:
108 plankje hangen — op bepaalde
- Page 115 and 116:
110 varkens moesten omhoog jagen. H
- Page 117 and 118:
112 de gezinstuinen binnen de grote
- Page 119 and 120:
114 such an ornamental staff near t
- Page 121 and 122:
116 zwartgemaakt met hars — zoals
- Page 123 and 124:
118 De demonen Fóm (= zeearend) en
- Page 125 and 126:
120 (N ) (azuurblauw, ± ƒ 1,—;
- Page 127 and 128:
122 finding of these tings, purpose
- Page 129 and 130:
124 de grote kaap Aidjaba in zee ui
- Page 131 and 132:
126 grootte en in de vorm van een h
- Page 133 and 134:
128 van de pandan-wortels te trekke
- Page 135 and 136:
130 dier of een zekere plant of nad
- Page 137 and 138:
132 de totemtekens zijn (waren) aan
- Page 139 and 140:
134 richt betaald worden, namelijk
- Page 141 and 142:
136 steen in die prauw gooien opdat
- Page 143 and 144:
138 als eenling wordt gezien, volge
- Page 145 and 146:
140 in deze archaïsche samenleving
- Page 147 and 148:
142
- Page 149:
144
- Page 153 and 154:
146 week volgde van dansen, eten, v
- Page 155 and 156:
148 de borst, de aangewezen plaatse
- Page 157 and 158:
150 zee. Enkele andere lijnfiguren
- Page 159 and 160:
152 e. te water laten van een nieuw
- Page 161:
154 deze lmbè zei men te Kaju Batu
- Page 164 and 165:
157 haast niet begrijpt en zij geï
- Page 166 and 167:
159 Wij merkten reeds op, dat langz
- Page 170 and 171:
161 loze wordt tanta (= man) genoem
- Page 172 and 173:
Januari Februari Maart April Mei Ju
- Page 175 and 176:
166
- Page 177 and 178:
168 te Tabati-laut. Bovendien bezat
- Page 179 and 180:
170 structie-tekening worden gemaak
- Page 181 and 182:
172 (nl. een casuaris-beeld. G.) wa
- Page 183 and 184:
174 1910 verschenen „Geïllustree
- Page 185 and 186:
176 aan een arm), Wiwi (ter lengte
- Page 187 and 188:
178 gens anderen op een plankier on
- Page 189 and 190:
180 Fluiten van: handlengte onderar
- Page 191 and 192:
182 in de tempel twee korte en twee
- Page 193 and 194:
184 daarbij het clan-verhaal, de oo
- Page 195 and 196:
186 sah man am Rücken Blätter her
- Page 197 and 198:
190 een dakbalk, of aan een houten
- Page 199 and 200:
192 daarvoor een bladnerf gebruiken
- Page 201 and 202:
194 leaves and orangefruits, and pr
- Page 203 and 204:
196 geslachtelijk verkeer plaats. B
- Page 205 and 206:
198 nader aangeduide streek van Sar
- Page 207 and 208:
200 onder elkaar in zwart, rood en
- Page 209 and 210:
202 zen hebben waren zij ook cultuu
- Page 211 and 212:
204 feest openbaar te maken; hij mo
- Page 213 and 214:
206 VIII MODERNE TIJDEN De culturel
- Page 215:
208 de dorpen hoort, uit de tempel-
- Page 219 and 220:
210 schooltje geopend, waar een Zen
- Page 221 and 222:
212 opdisschen van de opgesmukte ov
- Page 223 and 224:
214 sanggoep dengan hati jang senan
- Page 225 and 226:
216 van den Hulpbestuursassistent v
- Page 227 and 228:
218 toegaf, werd deze vredesluiting
- Page 229:
220 winst: men levert de vis aan be
- Page 232 and 233:
223 betrokken is bij de ontwikkelin
- Page 236 and 237:
225 den. 1 ) Deze veronderstelde, d
- Page 238 and 239:
227 belangrijk voor de gehele cultu
- Page 240 and 241:
229 het seizoen, eerste vangst, sto
- Page 242 and 243:
231 voorwerpen. Nauwkeuriger uitged
- Page 244 and 245:
233 zijn om het ideale cultuurpatro
- Page 246 and 247:
SUMMARY 235 The genealogical method
- Page 248 and 249:
237 but individually, as in the sec
- Page 250 and 251:
239 comb" to „surf" and so forth,
- Page 252 and 253:
241 5. The religious aspect of the
- Page 254 and 255:
243 character. After all, the accul
- Page 256 and 257:
west Jatji Chrai (Sèw, etc.) Jamoi
- Page 258 and 259:
247 de groepen Chamadi, Chai, Chaba
- Page 260 and 261:
249 Fái verhuisde nu naar het eila
- Page 262 and 263:
251 Wederom werd Srem er op uitgezo
- Page 264 and 265:
253 8 Het verhaal van Atá. Dit ver
- Page 266 and 267:
255 kant van Tiachuch — heette pe
- Page 268 and 269:
257 1l. Het verhaal van Meraudje (I
- Page 270 and 271:
259 gegooid, doch hieruit groeide d
- Page 272 and 273:
261 vonden. De sporen van Tjabo vol
- Page 274 and 275:
263 gende dag gingen zij per prauw
- Page 276 and 277:
265 daartegen geen bezwaar maar raa
- Page 278 and 279:
267 motieven voor het tempeldak ove
- Page 280 and 281:
269 haar toen de weg naar de plek w
- Page 282 and 283:
271 den en verstopten. Nadat Rèrè
- Page 284 and 285:
273 verdwenen. Idjuwai echter maakt
- Page 299 and 300:
288 D. Literatuurlijst. Een lijst v
- Page 301:
290 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 7