Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
207<br />
messen, koperen bouten uit scharnieren, spieën uit werpankers, enz. De bevolking<br />
rookte graag aangeboden sigaren, maar suiker en andere eetbare waar of<br />
dranken weigerde zij.<br />
Wij lezen dat in 1875 de „Challenger" zeer kort in de baai verbleef, afgeschrikt<br />
door de woestheid der bewoners. Het verslag van de commissie uit dat<br />
jaar uit zich ook niet prijzend over de bevolking. 1 ) Woorden als „oorverdoovend<br />
geschreeuw of gekrijsch", „vervaarlijk rumoer" enz. komen regelmatig<br />
terug. „Onderling voeren zij voortdurend heftige woordentwisten, die dikwijls<br />
tot dadelijkheden overgaan, door het werpen van een spies of het afschieten<br />
van een pijl. Die verwikkelingen ontstaan meestal, omdat de een den ander<br />
bij den ruilhandel een voordeel wil ontrooven." — „In al hunne handelingen<br />
zijn deze Papoes uiterst ruw en driest. Nadat tegen het vallen van den avond<br />
met veel moeite aan de opvarenden der sampangs beduid was, dat zij huiswaarts<br />
moesten keeren, en zij dien wenk, hoewel ze er niet veel lust in schenen te<br />
hebben, hadden opgevolgd, was het schip om één uur des nachts weer omringd<br />
door een aantal prauwen, waarvan het volk een vreeselijk rumoer maakte en<br />
deerlijk onze nachtrust verstoorde. Het was echter niet geraden, hen weg te<br />
jagen of vreesachtig te maken, waardoor zeer zeker het vertrouwen, dat zij nu<br />
in ons stelden, geschokt zou zijn. Nog voor het aanbreken van den morgenstond<br />
waren er meer dan 80 sampangs bij de Soerabaja, terwijl er op een paar honderd<br />
meters van het schip twee prauwen lagen met zeven vrouwen, die, naar<br />
het scheen, niet dichter bij mochten of durfden komen. Door gebaren trachtte<br />
men ons uit te noodigen, aan den wal te gaan en een bezoek aan hunne kampongs<br />
te brengen. Toen hun beduid werd, dat wij den volgenden morgen aan<br />
hun verlangen zouden voldoen, hieven zij een woest en vervaarlijk gezang of<br />
geschreeuw aan, om hunne tevredenheid te kennen te geven." De volgende<br />
dag ging men inderdaad te Tabati aan wal. „De ontvangst was daar goed, maar<br />
ruw; voortdurend werden wij door de Papoes gesleurd en getrokken onder een<br />
oorverdoovend geschreeuw, en meermalen gebeurde het, dat zij onderling in<br />
twist geraakten." De mede-reiziger Beccari klaagt hier ook over en deelt nog<br />
mee dat men de gezichten van de Europeanen zwart wilde maken, hen schelpen<br />
halssnoeren en ringen aandeed en zelfs het oor van de commandant<br />
met een benen naald doorboren wilde om er een sieraad in te hangen.<br />
„Tijdens ons verblijf te Tobadi verkrijgen wij de duidelijkste bewijzen dat de<br />
bewoners het zakkerollen goed verstaan. Over het algemeen zijn zij onbeschrijfelijk<br />
woest, ruw, onbeschaafd, diefachtig, rumoerig en volstrekt niet te<br />
vertrouwen; daarenboven zeer jaloersch en hebzuchtig, daar zij hunne<br />
hartstochten nimmer hebben leeren beteugelen." — Te Kaju Indjau scheen de<br />
bevolking iets rustiger. „De ontvangst in dit dorp was goed; men trok en<br />
sleurde er minder dan in Tobadi, maar het gebedel om kralen en messen door<br />
vrouwen en mannen was even erg, terwijl het opdringen en zakkerollen ook<br />
hier met den meesten ijver plaats had." Ook stal men er even goed als elders,<br />
o.a. barringijzers van een sloep.<br />
De Engelse reiziger William Powell noemt in 1879 de mensen „treacherous<br />
and noisy". Ook in 1883 en in later jaren is er sprake van dat de bevolking<br />
der baaien woester en ruwer is dan elders.<br />
Vooral Tabati scheen toen uit te blinken in de hiervoor opgesomde onaangenaamheden,<br />
een indruk die bevestigd wordt door de verhalen welke men in<br />
1) 52; p. 269, 271, 272, 273, 275.