Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
67<br />
Nusuch raim en nu dus Jouwé terrein, oorspronkelijk bewoond was door de<br />
thans uitgestorven groep Sébo. Het eiland Kaju Indjau (Chrèngchrèng) is verdeeld<br />
in een westelijke helft van Chai en een oostelijke van Sibi, terwijl het<br />
eilandje M turau ook in tweeën is gedeeld, namelijk in een westelijke helft van<br />
Makanowé en een oostelijke van Jouwé. Van laatstgenoemd stuk grond had men<br />
voorheen Sèbo ook een gedeelte gegeven, evenals tuingrond bij Sauwi-s chòmò.<br />
Nabij Missioditj (Nusuch raim dus) liep de grens weer omhoog noordwestwaarts,<br />
ongeveer langs Km 5, naar Tugwan chò. Ten zuiden ervan lag het<br />
Tabati domein, eindigend op de berg Mèr vanwaar de grens landinwaarts liep<br />
in de richting van het huidige ziekenhuis te Hollandia-stad Daar, bij de hoge<br />
ficus-boom aan de Sarmi-straat, ligt het trefpunt — beweren sommigen — van<br />
de dorpsgebieden van Nafri, A]apo en Tabati; anderen wezen de driesprong<br />
bij het postkantoor als zodanig aan. Volgens velen zou Tabati daar zelfs in het<br />
geheel geen rechten op de grond hebben Omtrent een interne verdeling van<br />
de terreinen onder de Tabati-groepen is weinig bekend. Men zei dat vroeger<br />
Daiwir alle grond had bezeten en dat later — toen Chasor te Indjerau woonde<br />
— de vis en landgrens tussen deze twee groepen liep over de plaats Pano<br />
(waar nu de Tabati-kerk is gebouwd). Thans heeft Daiwir op allerlei plekken<br />
percelen (o.a. bij hr Entrop's erf; aan de Weitjeruch-baai), doordat Chamadi<br />
en Iréuw door huwelijken veel voormalige Daiwir grond hebben bemachtigd.<br />
De Chai groep van Tabati heeft gronden te Nanteborè.<br />
Van halfweg de berg Mèr tot Kotabaru pantai (met inbegrip van Tiachnuch<br />
dus) vindt men de gronden van Indjeros, dat echter ook in het bezit is van de<br />
landtong tussen binnen- en buitenbaai ten oosten van het dorp, wederom (als<br />
met het viswater) tot aan het beekje Wár. Ook hier blijken alle groepen een,<br />
soms uiterst klem, stuk eigen grond te bezitten. Wij vinden namelijk van Mèr<br />
tot Abe Sanji grond, ten zuiden daarvan Drunji-terrein, ten oosten daarvan (op<br />
Tiachnuch) weer Sanji-grond, en ten oosten daarvan successievelijk steeds<br />
kleine percelen van Sremsrem, Meraudje, Chanasbas en tenslotte weer Sanji.<br />
De landtong evenwel is niet verdeeld, maar van Sanji, al mogen andere clans<br />
— na overleg met Sanji — er ook tuinen maken. Behalve de grond op Tiachnuch<br />
(zie ook X, A, 5) bezit Sremsrem nog de klappertuin Jahwab<br />
nabij de War. Meraudje's sagodusun op Tiachnuch heet Waimochorouk,<br />
terwijl deze groep eveneens bij Holthaekang grond heeft vanaf Hino tot<br />
Sontj Drunji heeft grond te Daimechonje en ook op Tjebèri (Nuchmòch),<br />
terwijl Chanjsbai's perceel Fonggabi wordt genoemd Sanji's voorvader Charo<br />
was het die niet slechts de baaien maar ook verschillende landgedeelten rond de<br />
Jotefa-baai namen gaf.<br />
De gronden, tenslotte, tussen Kotabaru pantai, waar de grens — Salacha-mi<br />
genoemd — weer in de richting van Hollandia de bergen ingaat, en de<br />
Indjeros-grond op de grote landtong, dus langs de zuidkant van de Jotefa-baai,<br />
zijn van het dorp Nafri.<br />
Beziet men de actuele problemen, dan blijkt dat het steeds Tabati is dat moeilijkheden<br />
veroorzaakt, in enkele gevallen kunnen wij misschien zeggen voor<br />
haar rechten opkomt, zoals t a v bepaalde percelen van Tabati-Iaut. Zijn er op<br />
visserij-gebied nauwelijks kwesties, over de gronden zijn er zoveel te meer. Dit<br />
is trouwens niet iets van recente datum, daar reeds in 1903 Controleur Moolenburgh<br />
opmerkte 1 ), dat er vooral tussen Indjeros en Nafri tuingeschillen be-<br />
1 ) 46; p 171 en 172