Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
70<br />
tussen beide dorpen. Door het Bestuur werd toen Kaju Indjau in het gelijk<br />
gesteld. Een aantal Tabati-mannen werd veroordeeld te Manokwari en te Ternate,<br />
waar een deel van hen in de gevangenis stierf, slechts 5 mannen keerden<br />
in Tabati terug.<br />
Het door Wichmann vermelde perceel Paté was van de Kaju Indjau-groep<br />
Chai, welke groep in de loop van 1952 is begonnen bij die plek een eigen<br />
gehucht te bouwen, boven eigen water en aan eigen land, te Piráro, aan de<br />
noordkant van de Hollandia-baai en ten oosten van de Oranje-garage. Voor de<br />
oorlog woonden de Chai's aan de kust ter hoogte van de vooroorlogse steiger.<br />
3 Aard der rechten Betrof het bovenstaande voornamelijk het aangeven<br />
van de grenzen der clan- en dorpsarealen, thans een en ander nopens de rechten<br />
die de bevolking ten aanzien van grond en water erkent. Deze rechten zijn<br />
eenvoudig Iedere man mag tuinieren binnen het gebied van zijn clan, na<br />
kennisgeving aan het clanhoofd, vissen mag hij in de open zee en het gemeenschappelijk<br />
viswater en tevens in dat van andere clans (Pui, Chai, enz ) na<br />
verkregen permissie Voor vreemden geldt, dat zij — na gevraagde toestemming<br />
— meestal wel mogen vissen of een tuin aanleggen, d.w.z. één maal<br />
vissen en één maal planten/oogsten. Het maken van tuinen met overjarige<br />
gewassen was dus niet geoorloofd. Een zelfde regeling gold met betrekking tot<br />
het verzamelen van rotan en klapperbladeren. Overtraden vreemdelingen, nietdangenoten,<br />
deze bepalingen dan was men zeer gebelgd, vernielde zulk een<br />
onrechtmatig aangelegde tuin, maar doodde of beboette de overtreder niet. Dat<br />
zei men tenminste. En soms mochten met-clangenoten blijkbaar wel overjarige<br />
tuinen aanleggen; dit was dan echter slechts toegestaan zolang zij aldaar woon<br />
den, daar bij hun sterven of vertrek de gewassen de clan toevielen.<br />
Het bergland was vroeger feitelijk „niemandsland", grenzen kende men er<br />
theoretisch, maar niet in de praktijk, en er mocht vrij gekapt, gezameld en<br />
geladangd worden.<br />
Normaal is dat tuinen en visrechten vererven van vader op zoon(s); indien<br />
er geen zoon is erven dochter(s) en lader's broer. Alles blijft dus zoveel moge<br />
lijk binnen de patrihneale clan (zie ook volgende paragraaf). Individueel bezit<br />
komt voor, zo deelde men mee dat de sago-palmen die bij Base G waren aangeplant<br />
daardoor persoonlijk of gezins bezit waren Andere sago complexen<br />
daarentegen waren clan of dorpseigendom, evenals sommige klapperdusuns<br />
(bijv. op Kaju Indjau).<br />
Dat de adathoofden meer dan gewone invloed hadden, bleek reeds uit het<br />
geen elders werd behandeld Halie bericht zelfs 1 ), maar zonder een bepaald<br />
dorp te noemen „Vooral inzake grondrechten blijkt de sterke positie van den<br />
ondowafi (= adathoofd. G.). Geen duimbreed van dien grond valt buiten<br />
zijn toezicht, over de niet bij de familie's in gebruik zijnde terreinen (d.i. het<br />
niemandsland. G. ) beschikt hij naar willekeur, het houtgewas, zelfs het wild<br />
behoren hem toe Verlaten tuinen worden onmiddellijk weer bij zijn domein<br />
gevoegd, al blijven ook de overjarige gewassen het eigendom van dengene die<br />
ze heeft uitgeplant. Verhuren en vervreemden van den grond is zijn goed recht,<br />
doch wordt aan het Sentanimeer in den regel eerst na overleg met de koitero's<br />
toegepast." Halie's beschrijving geeft een overdreven beeld van de vroegere<br />
hoofdenmacht t a v grond-aangelegen heden, zelfs aangaande de macht van Cha-<br />
————<br />
1 ) 28: p. 321