Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
30<br />
len met een soort kwast. Bij deze gelegenheid werden de gevangenen vrij<br />
gelaten.<br />
Volgens informaties te Kaju Indjau vond na oorlogen het massooi-offer<br />
(tevens „reiniging") der Tabatiërs plaats te Rau s chòmó (bij Usjerau). Die<br />
van Indjeros gebruikten een plek nabij Holthaekang op kaap Bárètjaba-s chòmò.<br />
Over de wapens het volgende. 1 ) Voor gevechten van man tegen man gebruikte<br />
men o a een dolk van casiuris-been, chamau, meestal bewaard in een<br />
gevlochten foudraal dat van de hals afhing, of in de armband aan de hnkerbovenarm<br />
was gestoken. Schilden werden niet gebruikt, zei men, doch Daniel<br />
Jouwè beweerde dat voorheen wel degelijk harnas, tèthòuá of ròwò, en schild,<br />
changriauw, in gebruik waren. Dit zou een bewijs kunnen zijn van overname<br />
uit en afkomst van het zuidoosten. Pijlengif was niet bekend. De bogen,<br />
fèmbi, ± 2 meter hoog, werden gemaakt van palmhout (nibung of arèn),<br />
met van bambu dus; de boogpees is van rotan. De pijlen, circa 2 meter lang,<br />
kunnen verdeeld worden in groepen, nl die met een bambu spits en die met een<br />
palmhouten-spits; men heeft er met of zonder ,,tussenstuk ' {burèrè of jfuwèrè<br />
genoemd). Op de bambu schacht, meestal op de eerste geleding onder de<br />
spits, vindt men verschillende tekens clantekens, vertelde men Enkele namen<br />
van zulke pijlen, soms zo lang als speren, gebruikt in de oorlog, zijn matuweré<br />
(voorzien van weerhaken), nucbnadji (idem), niurugwa (= „klapperblad',<br />
idem) en bum rò (zonder weerhaken).<br />
8 Ziekte. Werd voorheen iemand ziek, dan haalde men al spoedig de<br />
„geneesheer ' erbij om de patiënt te genezen. Zulke medicijnmannen had men<br />
niet overal, door Kaju Indjau en Kaju Batu bijvoorbeeld werden ze uit Tabati<br />
gehaald, Indjeros echter scheen ze wel zelf gehad te hebben. Men noemde mij<br />
als „dokters" met gezag, die tot voor kort nog wel geraadpleegd werden, om<br />
Willem Meraudje te Tabati-Iaut en Mesach Sanji te Indjeros (beiden overleden<br />
in 1953) en Iwo te Tabati-darat. Hun geneeswijze bestond in het toepassen<br />
van krulden, maar voornamelijk in het gemompeld aanroepen van diverse<br />
demonen, in de omgeving op en in heuvels, kapen, baaien, bossen, enz , die<br />
mogelijk de zieke konden genezen. Hun gaven droegen zij eerst kort voor hun<br />
sterven over op een zoon of naaste mannelijk familielid Deze medicijnmeesters<br />
zijn steeds van het mannelijk geslacht, slechts voor bevallingen waren vrouwelijke<br />
te raadplegen. De „medische kennis bleef dus ook binnen de clan.<br />
Bij zulke „goede" bovennatuurlijke handelingen keek de geneesheer omhoog<br />
omdat daar de goede geest (in de zon?, Táb.) woonde, bij ,,boze" praktijken<br />
daarentegen moest men naar beneden of op zij zien om te kunnen slagen. De<br />
„dokter" hief bijv een schotel, gevuld met massooi-schors water omhoog en<br />
riep dan de goede demon aan om genezing van zijn patient en zegen op de<br />
medicijn. Een andere geneeswijze wordt meegedeeld door Van Hasselt, hij<br />
schrijft 2 ): „Wanneer Waimanuk of een der andere daemonen iemand heeft<br />
ziek gemaakt, betaalt de patiënt een kraal (nl. een sombunem van ƒ 1,— tot<br />
ƒ 5,— per stuk) aan den medicijnman. Deze houdt de kraal tusschen twee vingers<br />
en heeft water in de holte van zijn hand. Hij spreekt eene bezwering over<br />
het water uit, neemt dan warm water, laat een weinig aan den patient drinken,<br />
giet wat over het hoofd en wat over de teenen". Een methode was ook, te Kaju<br />
1 ) 59, p 240 vlg.<br />
2 ) 33, p 20.