Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
267<br />
motieven voor het tempeldak over te nemen en te Tabati aan te brengen, op<br />
voorwaarde evenwel dat de motieven voor de binnenversieringen van de tempel<br />
Jouwé's eigendom bleven. Jouwé ging te Kaju Indjau wonen bij de Sibi-groep,<br />
op voorwaarde dat: a. hij zijn voorrechten zou blijven behouden en baas zou<br />
blijven over zijn eigen mensen; b. hij zijn eigen karawari-fluit (Siènti) mocht<br />
blijven gebruiken. Later kreeg Jouwé er nog de rechten van de uitgestorven<br />
Mót(u)-groep bij.<br />
Makanowé wilde echter niet blijven; hij voelde zich door Sibi bedrogen en<br />
werd door Tiache Pui meegenomen naar Kaju Batu, daar Pui medelijden had<br />
met de belaagden. Deze Makanowé heette Siri; hij kreeg een deel van de grond<br />
en de rechten van de Pui-groep, het „rechter" (zuidelijke?) einde van het dorp,<br />
en huwde met Chenai Pui. Toen laatstgenoemde oud geworden was, veranderde<br />
zij in een grote kruik, die bewaard werd ten huize van de Makanowé's tot zij<br />
in de oorlogsjaren is gebroken en verdwenen.<br />
(Verhaald door Daniel en Nicolaas Jouwé).<br />
18. Het verhaal van Nachaiba (Maro en Toto).<br />
Er leefde eens op het eilandje Pulau Kelapa of Matanti (of Jòcharo?), bij<br />
Kaap Ormu, een man die Boko (Bocho) heette. Van over zee kwamen toen<br />
twee vrouwen, Meriang (Maro?) en Fouw Ratecha, die bij Boko bleven wonen.<br />
Boko huwde met de oudste, maar pleegde later overspel met de jongere zuster,<br />
die zwanger werd. Om verdere onplezierigheden te voorkomen verlichtte de<br />
oudste zuster voortaan 's nachts met fakkels het hol waarin zij leefden.<br />
Na enige tijd verhuisden Boko en echtgenote naar Mamate, een grote vijver<br />
bij Nachasauw(a) op de vaste wal; de jongere zuster volgde en nam het huisraad<br />
mee. Zij bleef echter wonen op de plek Cheredjaibo. Het echtpaar zat met<br />
de moeilijkheid dat bij gebrek aan potten, e.d. geen voedsel gekookt kon worden.<br />
Daarom keerde Boko terug naar Cheredjaibo, maar Fouw wilde niets van<br />
Boko weten en smeet woedend alle potten, van de rotswand omlaag. Men kan<br />
daar in het water nog een aantal stenen zien die op kruiken en schotels lijken:<br />
de versteningen van het weggeworpen vaatwerk.<br />
Boko en Meriang bleven bij Mamate wonen. Veel later, toen het dorp al<br />
dicht bevolkt was, brak een ernstige pokken-epidemie uit, waardoor velen<br />
stierven. Nadien verhuisden de overgeblevenen naar kaap Joruchaitjo (Jouwéchoi),<br />
waar echter een hevige ruzie ontstond over een varkenshart. Men had<br />
namelijk het varken Achari — dat manden met voedsel en brandhout had omvergegooid<br />
— gedood, en na terugkeer in het dorp kregen bij de verdeling de<br />
thuisgeblevenen ook hun portie. Evenwel kwamen later nog anderen thuis van<br />
het werk elders, bijv. Iri-t rau, en voor die was er niets meer. Een ruzie was<br />
het gevolg, uitgroeiend tot een ware broederoorlog.<br />
Nu was er een zekere man, Aja, van Sentani, die, zoals gewoonte was, in het<br />
karawari-huis logeerde. Toen nu een woordenwisseling over de varkenskwestie<br />
in de tempel ontstond en deze Aja geslagen werd door Iri-t rau, was men zó<br />
verontwaardigd daarover, Iri verwijten makende, dat de gemeenschap zich verdeelde<br />
en de dorpjes Teis rau en Teigas rau ontstonden, op de heuvelhelling<br />
Ruma Tuchurchwa, ten zuidwesten van Nachaiba. — Al deze drie dorpen hadden<br />
een karawari-huis. Daar de helling zich niet bijzonder leende voor dorpsuitbreiding<br />
trokken (na 1903) Teis serau en Teigas rau later naar de vlakte ten<br />
westen van kaap Joruchaitjo, waar ze nu nog wonen in het dorp bekend onder<br />
de naam Wari of Ormu-besar. (Verhaald door Pontius Raté).