03.09.2013 Views

Untitled - Stichting Papua Erfgoed

Untitled - Stichting Papua Erfgoed

Untitled - Stichting Papua Erfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

230<br />

archaïsche cultuur. Een juiste interpretatie van het in hoofdstuk VI vermelde is<br />

niet gemakkelijk. Kort samengevat kan men zeggen, dat de demonen, urèb,<br />

huizend in stenen, op rotsen, in bomen, dieren en voorwerpen, persoonlijk zijn<br />

opgevat, d.w.z mannelijk of vrouwelijk van aard zijn. Zij kunnen door een<br />

ieder te hulp worden geroepen, ten goede of ten kwade. Zij kunnen zich openbaren<br />

in mensen- of dieren-gestalte (slang, kreeft, vis, leguaan, vogel). Een<br />

klein aantal dezer demonen is evenwel clan bezit, de tjebo, ten dienste staande<br />

van de clan oudste en feitelijk identiek met de clan voorvader en met de totem<br />

(dier of plant), in welke gedaante de demon zich ook tonen kan. Aan deze<br />

„Lares" werd vroeger door het clanhoofd geofferd, zij waren hem verboden<br />

voedsel, oseidji. De „publieke" urèb werden samengevat onder één naam,<br />

Chrai, waarmee men aanduidde het overwegend kwaadaardige (soms ook<br />

goede) element, staande tegenover Tab als representant van het overwegend<br />

goedaardige (soms kwade). Bij ziekte, oorlog en bovennatuurlijke praktijken<br />

werden natuurlijk Chrai en Táb aangeroepen, vooral de eerste Táb speelde<br />

een voorname rol bij de tuinbouw, visserij, liefde, het recht, het zieken-genezen.<br />

Daar komt weer de tweeslachtige positie van de priester-medicijnman tot<br />

uiting, als geneesheer en helper met zwarte magie, waarbij de techniek evenwel<br />

gelijkvormig bleef. Vooral de mensen uit de binnenbaai (land fratrie) waren<br />

blijkbaar bekwaam in boze magie.<br />

Men kende ook occulte verschijnselen (klopsignalen, helderziendheid,<br />

seances) en heilsverwachtingen (o a de Séu beweging) die alle facetten van de<br />

cultuur beroerden. Scarificatie en tatouage, aangebracht door een oude vrouw,<br />

vond dikwijls plaats tijdens de initiatie. Opmerkelijk is, dat de naam utidji<br />

zowel voor scanficatie als voor een rouwzang en voor de zang bij het maken<br />

van danshoeden wordt gebruikt. Men tatoueerde vooral vis, kikker, schelp,<br />

zeester, bloedzuiger, duizendpoot, vogel, vlieg, vogelpoot, pijl en boog. Ook<br />

hier dus weer dualisme water- en luchtdieren. Ook de tijdrekening kent vanouds<br />

twee tegengestelde perioden, de oostmusson-tijd, Tjarama, en de westpassaat-tijd,<br />

Tjara, zij zijn verdeeld in maan-maanden die visnamen dragen.<br />

Naar de aanvang van deze jaarhelften, de solstitia, richtten zich de voornaamste<br />

feesten, de aanvang van visseizoen, tuinbouw e. d. De liederen, ten dele vroeger<br />

en ook nu nog „gekocht" van de oosterburen, worden blijkbaar ook<br />

dualistisch opgevat, daar men dikwijls een zang- en tegenzang onderscheidt,<br />

aangeduid met de termen „mannelijk" en „vrouwelijk'.<br />

6. Het tempelwezen is verleden tijd geworden. Omstreeks 1930 verdween<br />

de tempel, mau, uit de dorpen waar zij in de vorige eeuw was verschenen (aan<br />

het Sentani-meer eerst ± 1890), overgenomen van over de oostgrens. Door de<br />

Chamadi's werd de tempel van Indjeros „weggespoeld" en die van de Makanowé/Jouwé-groep<br />

verbrand, zodat dus slechts te Nachaiba, Kaju Batu, Kaju<br />

Indjau en Tabati tempels werden aangetroffen (in laatstgenoemd dorp in deze<br />

eeuw zelfs twee, na de ruzies tussen de clans Chamadi en Iréuw). Bij de tempelbouw,<br />

evenals bij de bouw van een hoofden-woning, of van een kerk in de<br />

tegenwoordige tijd, werd wederzijds hulp verleend door verschillende clans,<br />

ook van buiten het dorp, door de chóra-genoten. Bij deze heiligdommen lagen<br />

„mannelijke" en „vrouwelijke' stenen. De tempel was in wezen ook tweeslachtig,<br />

door de ligging midden in het dorp — d w.z op de grens van landen<br />

zee-clans, bijv. Sibi en Jouwé, Chamadi en Iréuw —, door de uitwendige<br />

versiering met beelden van water, land- en lucht-dieren, door de interieur-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!