Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Untitled - Stichting Papua Erfgoed
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
149<br />
werd aangebracht op borst, rug, armen, handen, boven- en onderbenen, voorhoofd,<br />
wangen en kin, doch bij de mannen bleven de beide laatste onversierd.<br />
Men sloeg de figuren eerst met sago-doorns en een soort hamertje in de huid<br />
en wreef daarna, roet van verbrande hars, chan in de wondjes. Het bloed en<br />
het zwartsel deden dan de tatouage figuur ontstaan.<br />
Nog steeds veelvuldig voorkomend bij de mannen, op het voorhoofd, is de<br />
idjruwèntuk, het vis oog, een cirkeltje van 2 of 3 cm middellijn. Volgens Van<br />
der Sande 1 ) vond men dit teken ook op de handruggen, dijen en op de rug,<br />
terwijl het somtijds niet rond doch boonvormig was. Welke betekenis gehecht<br />
wordt aan dit motief — als er al betekenis aan gehecht wordt — is mij niet<br />
bekend. Dat vrouwen er met mee versierd worden kan mogelijk verklaard worden<br />
uit het feit dat visvangst mannen- en geen vrouwenwerk is. Te Indjeros<br />
zag ik op het voorhoofd van Cornelis Meraudje een machauw visstaart in<br />
plaats van een visoog.<br />
Zeer veel ziet men ook nog, bij mannen vrouwen, het soba motief, voorkomende<br />
op voorhoofd, wangen, kin, en de slapen en ook op de beide onderarmen.<br />
In het merendeel van de gevallen bestaat de versiering uit drie evenwijdige<br />
lijntjes Van der Sande zag het ook bij een Tabati-man vóór op de rechter<br />
dij. Het verdient de aandacht, dat de lijn-versiering op de vis harpoen, de<br />
mata, ook soba wordt genoemd.<br />
Bij oudere mannen kan men op de rug nog de charrau, de kikker, zien.<br />
evenwijdig aan de wervelkolom aangebracht en wel 25 cm lang (hoog), met de<br />
kop omhoog Vooral in de Jotefa baai zag ik deze nog, juist zoals ook Van der<br />
Sande ze weergeeft, wiens tekeningen ik hierbij overneem Genoemde auteur<br />
meent dat deze figuur meer op de rechter- dan op de linker rughelft voorkwam.<br />
Als charrau, kikker, beeldt hij ook een op een voorhoofd opgemerkte<br />
figuur af, die m.i. identiek is met de door mij getekende chrei-vogel. Deze<br />
cbrei of machrei zag ik op bovenarm, borst en voorhoofd, dikwijls op een<br />
tak zittende, waarom de gehele figuur kortweg ma-ai (vogel tak) genoemd<br />
werd Slechts geeft Van der Sande een vloeiend figuurtje weer, terwijl ik meer<br />
hoekige lijnen waarnam.<br />
Enige malen zag ik bij mannen de fèmbi-versiering, de boog c a , in Van<br />
der Sande's tijd nog „very commonly used." Terwijl volgens hem de boog,<br />
boogpees en pijl slechts op de rug werden aangebracht — en wel uitvoeriger te<br />
Tabati dan te Indjeros, wat hij uit de overheersende positie van eerstgenoemd<br />
dorp meent te kunnen verklaren — zag ik er te Kaju Batu de borst van een<br />
Jouwé mee gesierd.<br />
Vrij dikwijls zag ik ook op vrouwengezichten de maramanga, een schelpje,<br />
meestal op het voorhoofd, een enkele maal op de neus. Het is een hoekig motief,<br />
blijkbaar een opengeklapte schelp voorstellend<br />
Veelvuldig, blijkbaar slechts bij vrouwen, zag men op de gezichten, soms<br />
uitsluitend, stippen, p tong, d.w.z. vliegen, op de wangen, de slapen en bij<br />
de mondhoeken.<br />
Soms, namelijk bij de buiten ooghoeken van vrouwen, was een soort „kraaiepoot"<br />
aangebracht, welke ook werkelijk ma sadji (K.B.) of ma-ijèchròkò<br />
(K.I.), vogelpoot, werd genoemd.<br />
Te Kaju Batu zag ik bij een vrouw op iedere wang tot naast de mondhoeken<br />
een slangachtige lijn. Men noemde deze golflijn tahai-brówárè, d.i. rustige<br />
') 59, p 41 vlg