2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De inverdenkinggestelde stelt cassatieberoep in.<br />
Het <strong>Hof</strong> bevestigt de analyse <strong>van</strong> het appelgerecht. Met toepassing <strong>van</strong> de artikelen<br />
1, tweede lid, 3°, en 1bis, <strong>van</strong> de Wet <strong>van</strong> 7 juni 1969 tot vaststelling <strong>van</strong> de tijd<br />
gedurende welke geen opsporing ten huize of huiszoeking mag worden verricht,<br />
mag een dergelijke zoeking plaatsvinden met een schriftelijke en voorafgaande<br />
toestemming <strong>van</strong> de persoon die het werkelijk genot heeft <strong>van</strong> de plaats.<br />
In de lijn <strong>van</strong> zijn rechtspraak 51 , beslist het <strong>Hof</strong> dat wanneer een medebewoner, op<br />
het ogenblik <strong>van</strong> de huiszoeking, zijn toestemming niet kan verlenen, de<br />
toestemming <strong>van</strong> één <strong>van</strong> hen volstaat, daar immers niet blijkt dat de eerste het<br />
uitsluitend genot had over een gedeelte <strong>van</strong> de woning die hij deelde met degene die<br />
met de huiszoeking heeft ingestemd. De toestemming <strong>van</strong> een medebewoner die<br />
later ter plaatse komt is dus niet vereist om de huiszoeking voort te zetten.<br />
§ 6.Straf en strafuitvoering<br />
A.GELEIDELIJKE VERZWARING VAN DE STRAF GELET OP DE LEEFTIJD VAN DE PERSOON TEN<br />
AANZIEN WAARVAN DE OVERTREDING VAN DE DRUGWET WERD GEPLEEGD, IS ALLEEN MOGELIJK ALS<br />
DIE PERSOON OVER VOLDOENDE ONDERSCHEIDINGSVERMOGEN BESCHIKT OM ZICHT BEWUST TE ZIJN<br />
VAN HET MISDRIJF OF DAT HIJ HET RISICO LOOPT BEPAALDE GEVOLGEN ERVAN TE ONDERGAAN:<br />
ARREST VAN 8 FEBRUARI <strong>2006</strong> (P.05.1543.F)<br />
Een beklaagde wordt vervolgd omdat hij in het bezit was <strong>van</strong> een pakje cocaïne. Die<br />
overtreding <strong>van</strong> de Drugwet wordt, volgens het parket, verzwaard door de<br />
omstandigheid dat dit gebeurde in de aanwezigheid <strong>van</strong> een kind jonger dan twaalf.<br />
Het hof <strong>van</strong> beroep beslist om de beklaagde voor die verzwarende omstandigheid<br />
vrij te spreken, aangezien het kind in kwestie op dat ogenblik nog geen achttien<br />
maanden oud was en zich bijgevolg dus niet bewust kon zijn <strong>van</strong> het bezit <strong>van</strong><br />
verdovende middelen in zijn aanwezigheid.<br />
Het <strong>Hof</strong> verwerpt het cassatieberoep <strong>van</strong> het openbaar ministerie. Volgens het <strong>Hof</strong><br />
zijn de artikelen 1 en 2bis <strong>van</strong> de Wet <strong>van</strong> 24 februari 1921, die bepalen dat de straf<br />
geleidelijk kan worden verzwaard gelet op de leeftijd <strong>van</strong> de persoon ten aanzien<br />
waar<strong>van</strong> de overtreding werd gepleegd, gerechtvaardigd wegens de verhoogde<br />
kwetsbaarheid <strong>van</strong> de minderjarigen. De toepassing er<strong>van</strong> veronderstelt dat het<br />
misdrijf gevaarlijk kan zijn voor de minderjarige, wat het geval is wanneer deze<br />
laatste over voldoende onderscheidingsvermogen beschikt om zich bewust te zijn<br />
<strong>van</strong> de feiten of wanneer hijzelf aan bepaalde uitwerkingen <strong>van</strong> de verdovende<br />
middelen is blootgesteld.<br />
51 Zie Cass. 24 maart 1969, Pas. p. 269; Cass. 17 sep. 1985, nr. 32; Cass. 8 oktober 1985, nr. 72; Cass. 8<br />
sep. 1993, nr. 336; Cass. 15 oktober 2002, nr. 541.<br />
111