26.09.2013 Views

2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...

2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...

2006 - Jaarverslag Hof van Cassatie (PDF, 1.61 MB) - Federale ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

innen de twaalf maanden te rekenen <strong>van</strong>af de datum waarop de in §1, 1° bedoelde<br />

inbreuk werd vastgesteld.<br />

De appelrechters zijn <strong>van</strong> oordeel dat de bijzondere aanslagtermijn <strong>van</strong> artikel 358,<br />

§1, 1° W.I.B. 1992 niet kan worden toegepast omdat er geen overtreding kan<br />

worden vastgesteld <strong>van</strong> de wettelijke bepalingen inzake roerende voorheffing.<br />

De Belgische Staat tekent cassatieberoep aan tegen deze beslissing. In het<br />

cassatiemiddel voert de Staat aan dat de <strong>van</strong>uit belastingsoogpunt onterechte<br />

juridische kwalificatie die partijen aan een akte geven om de belastingwet buiten<br />

werking te stellen wel degelijk een overtreding uitmaakt <strong>van</strong> het Wetboek <strong>van</strong> de<br />

Inkomstenbelastingen 1992.<br />

In het arrest <strong>van</strong> 11 mei 2005 oordeelt het <strong>Hof</strong> dat uit artikel 358, §1, 1° en §2, 1°<br />

W.I.B. 1992 volgt dat de hierin vermelde bijzondere aanslagtermijn slechts kan<br />

worden toegepast als de belastingplichtige een bepaling <strong>van</strong> het wetboek <strong>van</strong> de<br />

inkomstenbelastingen of <strong>van</strong> zijn uitvoeringsbesluiten inzake roerende voorheffing<br />

of bedrijfsvoorheffing heeft overtreden. Volgens het <strong>Hof</strong> staat de toepassing <strong>van</strong><br />

artikel 344, §1, W.I.B. 1992 los <strong>van</strong> de vraag of de door de akte of juridische akten<br />

beoogde belastingontwijking al of niet een wetsovertreding inhoudt. Een loutere<br />

herkwalificatie <strong>van</strong> een verrichting door de administratie op grond <strong>van</strong> artikel 344,<br />

§1, W.I.B. 1992 die tot gevolg heeft dat roerende voorheffing verschuldigd is, houdt<br />

dus niet in dat de belastingplichtige een bepaling die door het wetboek <strong>van</strong> de<br />

inkomstenbelastingen of zijn uitvoeringsbesluiten inzake roerende voorheffing is<br />

opgelegd, heeft overtreden.<br />

D.DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 807 GER. W. IN FISCALE GESCHILLEN: ARREST VAN 15<br />

DECE<strong>MB</strong>ER <strong>2006</strong> (F.05.0019.N) MET CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL D. THIJS<br />

Een vordering die voor de rechter aanhangig is, kan slechts worden uitgebreid of<br />

gewijzigd onder de voorwaarden gesteld door artikel 807 <strong>van</strong> het Gerechtelijk<br />

Wetboek. Deze wetsbepaling laat toe het voorwerp <strong>van</strong> de oorspronkelijke vordering<br />

uit te breiden of te wijzigen mits de “oorzaak” <strong>van</strong> de vordering niet volledig wordt<br />

gewijzigd. 32<br />

Sinds de invoering <strong>van</strong> het nieuwe fiscale procesrecht leidt de toepassing <strong>van</strong> artikel<br />

807 Ger. W. in belastingzaken tot heel wat betwistingen. De uitbreiding <strong>van</strong> de<br />

vordering <strong>van</strong> de belastingplichtige wordt door de hoven en rechtbanken meer dan<br />

eens ontoelaatbaar geacht omdat niet zou voldaan zijn aan de voorwaarden <strong>van</strong> die<br />

wetsbepaling. Volgens een bepaalde strekking in de lagere rechtspraak is de oorzaak<br />

<strong>van</strong> de vordering <strong>van</strong> de belastingplichtige het rechtsfeit dat in concreto de<br />

aangevoerde onwettelijkheid staaft. Indien de eisuitbreiding inhoudt dat de<br />

rechtstreekse juridische grondslag <strong>van</strong> de eis wijzigt (b.v. eerst wordt de<br />

gedeeltelijke onwettigheid <strong>van</strong> de aanslag aangevoerd wegens de schending <strong>van</strong> een<br />

materiële belastingwet en later de integrale onwettigheid wegens schending <strong>van</strong> een<br />

32 Zie hierover S. MOSSELMANS, “Aanpassing <strong>van</strong> de vordering in de zin <strong>van</strong> artikel 807 <strong>van</strong> het<br />

Gerechtelijk Wetboek”, <strong>Jaarverslag</strong> <strong>van</strong> het <strong>Hof</strong> <strong>van</strong> <strong>Cassatie</strong> 2001-2002, 468-495.<br />

79

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!